Is het rationeel om altijd dezelfde hotelkamer te boeken?

Boeken in de lift.De voorbije maanden was ik vaak onderweg met de trein, onder andere om les te geven in Groningen. Meestal bleef ik dan ook overnachten.

In Groningen heb ik al diverse hotels uitgeprobeerd, inclusief de jeugdherberg en het guesthouse van de universiteit. Het is een moeilijke oefening, want enerzijds wil ik graag een kamer die op wandelafstand ligt van zowel het station als de faculteit (dus pal in het centrum), maar anderzijds wil ik ook graag een rustige kamer (wat in het centrum niet evident is).

Eerst verbleef ik in de legendarische Bed & Breakfast van de familie Bleker. Legendarisch omwille van de steile, krakende trap, de huiselijke sfeer en omdat je er aan de ontbijttafel een wonderlijk gezelschap aantrof van danseressen en academici. De oude heer Bleker maakte op verzoek eitjes bij het ontbijt en op rustige momenten gaf hij vanuit zijn zetel commentaar bij wat hij in de krant las. Helaas kreeg ik ongeveer twee jaar geleden te horen dat de B&B zou sluiten. (Nu ik even op internet zoek, vind ik een website die me nieuw lijkt (blijkbaar uit 2012). Er is ook sprake van gratis WiFi, wat in de tijd dat ik er verbleef alleszins nog niet beschikbaar was. Ik moet dus bij een volgende gelegenheid eens informeren of ze opnieuw kamers verhuren.)

Daarna doolde ik weer van het ene gastenverblijf naar het andere. Zo verbleef ik onder meer in een kamer met papiervisjes – dat was ook geen oplossing.

Tijdens mijn voorbije lessenreeksen heb ik gelukkig weer een goed hotel gevonden. Hotel “De Doelen” ligt pal aan de Grote Markt, maar met een kamer achteraan is het toch relatief rustig ’s nachts. (Zeker als je er aan het begin van de week overnacht; vanaf donderdagavond worden in de zaak ernaast vanaf middernacht de bassen flink opengezet.) In de lift is er een leuke trompe-l’oeil: het lijkt net of er wand met boeken in staat.

Valse boekenwand in de lift op hotel.

Valse boekenwand in de lift van hotel “De Doelen” in Groningen.

Aangezien de eerste nacht goed meegevallen was, heb ik sindsdien steeds om dezelfde kamer gevraagd. De beroepsmisvorming sloeg weer toe, waardoor ik deze keuze beslistheoretisch heb proberen analyseren. Op het eerste zicht lijkt het niet rationeel om steeds voor dezelfde kamer te gaan:

  • De kans dat ze aan een onbekende gast – wat ik aanvankelijk was – hun beste kamer geven is niet bijzonder groot.
  • Bovendien was de kamer in kwestie niet rechtstreeks met de lift te bereiken, maar moest het laatste stuk alsnog via een steile trap. Er zijn kamers die dit nadeel niet hebben, waarschijnlijk zelfs een meerderheid.
  • Verder is het onduidelijk wat de voor- en nadelen van de kamer zijn (op vlak van grootte, indeling, hardheid van de matras, enzoverder) zo lang je er maar één gezien hebt.

De kans dat ik om hun beste kamer vraag, als ik steeds dezelfde boek, is dus quasi nul.

Toch valt er iets te zeggen voor mijn standvastigheid. Zolang ik geen andere kamer gezien heb, kan ik de eventuele grotere luxe daarvan ook niet missen. Het is trouwens prettig om de kamer te kennen, ongeacht of het de beste is: als je aankomt moet je je kamerdeur niet zoeken an als je wakker wordt ben je minder gedesoriënteerd. En verder is het leuk dat de mensen aan de receptie meteen weten welke sleutel ze je moeten geven. Zo wordt het hotel bijna een tweede thuis.

De klassieke besliskunde gaat ervan uit dat de persoon die een beslissing moet nemen alle alternatieven kent en ook de kosten en baten die erbij horen. Binnen die aannames is het rationeel om een beslissing te nemen in functie van het grootste verwachte nut (of ‘utility‘): de geraamde baten min de kosten moeten zo hoog mogelijk zijn. De hotelbezoeker heeft echter niet al deze informatie. Misschien heeft niet alle alternatieven kennen (en de ingewikkelde afweging van hoogste verwachte nut dus niet kunnen maken) ook wel nut. Deze zalige onwetendheid is bovendien voor geen geld te koop.

Knowledge is power“, maar wat hotelkamers betreft geldt voor mijn part: “Ignorance is bliss“.

Gelijkaardige berichten:

Facebooktwitterredditpinteresttumblrmail

2 Reacties

  1. PJ Swinkels

    De kamer is niet met de lift te bereiken en dan is er ook nog het laatste stuk met die steile trap. Tenzij die steile trap erg hard kraakt zou ik zeggen: altijd deze kamer nemen. Het ergst in een hotel zijn kamers die dicht bij de keuken en/of de ontbijtzaal liggen: vanaf een uur of vijf doe je in zo’n kamer geen oog meer dicht. gerammel, geraas, de baas die rochelend door de gang loopt, vloekend op het vroege uur en het slechte weer. De bazin en luidruchtig haar neus sluit. Gerinkel van glazen, stapels ontbijborden die omvallen, personeel dat ruzie maakt. In een hotel is hoog en droog de beste oplossing.

    Reageren
  2. Sylvia Wenmackers (Auteur bericht)

    Zo veel slechte ervaringen gehad? In elk geval, heel sfeervol verteld! :-) Ik zie er zo plaatjes bij uit een sprookjesboek (bijvoorbeeld van de keuken van Koning Lijsterbaard).

    Reageren

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

50 ÷ = 10