🏠
🐘
🎞
👥
🎓
🏛
📡

Sylvia’s blog

Stukjes onderzoek

Academische babystapjes

11 december 2022

De derde column van mijn reeks ‘GROOT & klein’.

Verschenen in Eos Wetenschap (november 2022).

 

Afbeelding gegenereerd met MidJourney.

Afbeelding gegenereerd met MidJourney.

 

Zoals veel jonge wetenschappers zette ik voor het eerst voet in het Paleis der Academiën in Brussel om er een conferentie bij te wonen. Ik wandelde van het Centraal Station via het Warandepark langs het koninklijke paleis. Daar zag ik het neoclassicistische academiegebouw al liggen, aan de overkant van de straat. Als onwennige doctoraatsstudent had ik niet kunnen vermoeden hoe vertrouwd dit paleis voor wetenschappen en kunsten me ooit zou worden.

Mijn tweede bezoek was in 2017, toen ik op selectiegesprek mocht bij de Jonge Academie. De receptionist aan de balie sprak enkel Frans (passe encore) en wist niets van een sollicitatieronde af. Ik wist nog niet dat er meerdere academies in het gebouw huisden, en evenmin waar de rode loper op de trap me heen zou leiden.

Als wetenschapsfilosoof wist ik wel dat academies een lange geschiedenis hebben. In Londen werd in 1660 de Royal Society gesticht. Koning Charles II ondertekende het oprichtingsdecreet voor deze Engelse koninklijke academie voor wetenschappen. Het is de oudste in haar soort die nog steeds actief is.

Oorspronkelijk kwamen Engelse geleerden er samen om aan wetenschap te doen, op een nieuwe manier die typerend was voor hun tijd: door zelf te experimenteren. ‘Nullius in verba’ staat er op het wapenschild van de Royal Society: ‘op niemands woord’. De zinsnede komt uit een brief van de Romeinse dichter Horatius aan zijn sponsor, Maecenas.

Horatius zocht de waarheid zonder zich tot een bepaalde leerschool te beperken: door niemand gebonden om te zweren bij het woord van de meester. De leden van de Royal Society kozen het motto ook omdat ze experimentele resultaten hoger inschatten dan argumenten in woorden.

Ze haalden hun inspiratie uit de utopie Nieuw-Atlantis: een fictief verhaal van Francis Bacon over een eiland waar wetenschappers kennis verzamelden met empirische methodes en slimme experimenten. Aan het hoofd van Bacons utopische samenleving stond een instituut, het huis van Salomon, dat model stond voor de Royal Society. Ook andere landen openden nationale academies. Frankrijk volgde al in 1666. De staat België bestond toen nog niet, maar in Brussel zijn er toch ook al 250 jaar academies actief.

In de loop der eeuwen is de rol van academies voor wetenschappen grondig veranderd. Het eigenlijke onderzoek gebeurt intussen vooral aan universiteiten en andere instituten, terwijl academies thematische werkgroepen organiseren die zich toeleggen op wetenschapsdiplomatie en wetenschappelijk geïnformeerd beleidsadvies, soms op uitnodiging van de Europese instellingen.

In 2000 richtte de Duitse academie als eerste een Jonge Academie op, een organisatie voor onderzoekers die hun doctoraat al enkele jaren op zak hebben. Nederland volgde in 2005 en België in 2012. Het was die Jonge Academie waar ik in 2017 kandidaat voor was.

Ik mocht inderdaad toetreden en zo ging er een wereld voor me open: niet alleen het paleis en de moederacademie zelf, maar vooral de wervelwind van thematische werkgroepen, discussies en opiniestukken. Inhoudelijk leerden we bij over het streven naar open wetenschap en de werelddoelen voor duurzame ontwikkeling. Onderling ontdekten we verschillen en gelijkenissen tussen disciplines en universiteiten. En al doende deden we ervaring op met bestuur en beleidsadvies.

Via de Europese en de wereldwijde koepelorganisatie leerden we nog meer projecten van gedreven wetenschappers kennen. Over hoe we minder kunnen vliegen naar conferenties, bijvoorbeeld. Dat is ook relevant voor de jonge academies zelf, want inmiddels zijn er 51 nationale young academies.

Sinds april zit mijn lidmaatschap van vijf jaar erop. Het waren jaren vol voorbereidingen en evenementen die zich afspeelden tussen krakende vloeren en hoge plafonds, spiegels en schilderijen, en allegorische basreliëfs in de marmerzaal. Een nieuwe lichting trad aan en zo vormt het statige paleis nog steeds het decor voor de wilde plannen van weer een nieuwe generatie utopische onderzoekers.