Tag Archief: kunst

Horrorverhaal in slow motion

Over onze blindheid voor trage veranderingen

Verschenen als column in Eos (oktober 2017).

‘Weet je wat gek is? Dag per dag lijkt er niets te veranderen. Maar snel genoeg is alles anders.’ Dat zegt Calvin tegen zijn knuffeltijger Hobbes in één van de strips van Bill Watterson. Herkenbaar is het zeker. Als je elke dag naar school of werk gaat, dan lijkt het of er aan de sleur nooit iets verandert. Maar als je afstudeert of van werk verandert en na enkele jaren terugkeert, dan blijkt er veel meer veranderd dan je ooit voor mogelijk had gehouden.

Calvin and Hobbes door Bill Watterson.

We kunnen het gras niet letterlijk horen groeien, zelfs al zien we na enkele dagen het verschil. Veel transformaties in ons leven voltrekken zich geleidelijk of in kleine stapjes. Als kleine stappen echter dezelfde richting uitgaan, dan kan het nettoresultaat overweldigend zijn. De Amerikaanse kunstenaar Jonathan Schipper confronteert ons met ons onvermogen om verandering in al haar details te vatten. In diverse galerijen stelde hij zijn project Slow Motion Car Crash voor. In een eerste versie liet Schipper twee miniatuurauto’s uiterst traag frontaal botsen. Vervolgens bouwde hij een levensgrote machine, die een echte auto tegen een muur liet crashen. De totale vernieling was bij voorbaat onvermijdelijk. Het publiek stond erbij, maar zag het niet gebeuren, omdat het hele proces een maand duurde.

Kunstencentrum STUK in Leuven kreeg de primeur voor de levensgrote versie van het kunstwerk – in 2008 was dat. Misschien was je er toen bij of las je erover in de krant, zoals ik. Sinds ik erover las, crasht die auto nog steeds uiterst traag in mijn hoofd. Niet in de loop van een maand, maar al bijna tien jaar.

Ik probeer te beseffen dat ook dat nog zeer snel is in vergelijking met geologische tijdschalen. De spanne waarin de aarde zich vormde, en het bestek waarin het leven via evolutie tot veelvormige oplossingen kwam voor overleven en voortplanten: vanuit dit perspectief is de moderne mens, samen met menselijke communicatie, nog maar pas op het toneel verschenen. Voor er mensen waren werd er op onze planeet nooit gepraat over het weer. Dat verandert in onze contreien voortdurend, terwijl er over langere periodes toch duidelijke trends en langlopende gemiddelden te ontdekken vallen. Die gemiddelden kunnen zelf ook veranderen, maar dat doen ze meestal traag. De klimaatverandering die we nu meemaken lijkt veel sneller te gebeuren dan wat de mensheid tot nu toe heeft meegemaakt. Anderzijds blijft ze te traag en te groot om er vat op te krijgen zonder hulpmiddelen, zoals systematische waarnemingen en klimaatmodellen.

Zo vormen klimaatwetenschappers zich een helder beeld van iets dat ook zij niet met een blik door het raam kunnen zien. Als niet-specialist hebben we nood aan hun verhalen om zelf tot een beeld te komen. In de zomer van 2017 schreef klimaatwetenschapper Kate Marvel een ‘horrorverhaal in slow motion’ over haar studiegebied.

“Om te beginnen hadden we onze planeet nooit ’Aarde’ mogen noemen.”

Ze start het verhaal als volgt: om te beginnen hadden we onze planeet, waarvan het oppervlak voor driekwart uit zoutwater bestaat, nooit ’Aarde’ mogen noemen. Als we iets dumpen in de zee verwachten we het nooit meer terug te zien; toch spoelen er geregeld spullen aan. En al zo lang lozen we zo veel extra broeikasgassen in de atmosfeer. Vroeg of laat krijgen we ook dat terug. De oceanen en de atmosfeer fluisteren voortdurend tegen elkaar – wat ze dan vertellen, verandert geleidelijk door onze impact. Een kind dat op het strand loopt, beseft de gevaren van de diepte niet, schrijft Marvel. We moeten het vertellen dat er een monster in de diepte huist. ‘Dat weten we. Want we hebben het daar zelf gestopt.’

Het is alsof de Slow Motion Car Crash versnelt, hoewel ook die versnelling vooralsnog onmerkbaar klein is. De afloop is echter niet onvermijdelijk: we zijn allemaal onderdeel van de machine. Wat we nu doen heeft weliswaar pas effect in de toekomst. Onze maatschappij lijkt niet goed georganiseerd om op dit soort tijdschalen beslissingen te nemen. Maar ook dat is te veranderen: met vele kleine stappen kunnen we iets groots bereiken.

Het tapijt van Sierpiński

Kunst en wetenschap zijn abstracte begrippen, maar wat gebeurt er als je een kunstenaar en een wetenschapper laat samenwerken aan een concreet project? Chaos gegarandeerd, maar komen er ook mooie dingen uit? Lees en oordel zelf.

Deze column is eerder verschenen in het zomernummer van Eos en op de Eos-website.

Sierpiński.

Iteraties van het tapijt van Sierpiński.

Het voorbije academiejaar liep er een pilootproject waarbij studenten van de Leuvense kunstacademie SLAC gekoppeld werden aan onderzoekers van de KU Leuven. Het project PiLoT1 werd vanuit de universiteit ondersteund door een STEM-coördinator. Het acroniem STEM is gebaseerd op de Engelstalige benamingen voor natuurwetenschappen, technologie, werktuigbouw en wiskunde. Op scholen leidt STEM tot mooie projecten, waarbij deze disciplines geïntegreerd worden. Eenzijdige STEM-promotie heeft echter ook een schaduwzijde: een impliciete suggestie dat andere disciplines minder relevant zouden zijn. Alsof menswetenschappen en talen niet even noodzakelijk zijn om jongeren voor te bereiden op een leven in onze toekomstige maatschappij.

STEAM, met de A van Arts, slaat een brug tussen kunsten en wetenschappen.

Ook de kunsten vallen buiten STEM. In reactie daarop werd STEAM voorgesteld, met de A van Arts erbij, om een brug te slaan tussen kunsten en wetenschappen. Ontwikkelaars van nieuwe technologieën, ingenieurs en architecten wegen immers ook esthetische criteria mee in hun ontwerpen. Door de intrinsieke schoonheid van wiskunde en wetenschap uit te lichten, kan bovendien de promotie van deze disciplines bevorderd worden. Omgekeerd kunnen kunstenaars zich onderscheiden door nieuwe materialen toe te passen, zoals Anish Kapoor die als enige Vantablack mag gebruiken. Dit is de zwartste verf ter wereld op basis van verticaal gealigneerde koolstofnanobuisjes. Daarnaast reageren sommige kunstenaars in hun werk op maatschappelijk ingrijpende gevolgen van ontwikkelingen in STEM-domeinen.Ik nam deel aan het STEAM-project PiLoT1 en werkte samen met Shuktara Momtaz. Ze is afkomstig uit Bangladesh en kwam naar België om haar opleiding in de architectuur te voltooien. Intussen werkt ze bij een ingenieursbureau en ’s avonds schildert ze in het vakoverschrijdend atelier. Het doel was om elkaar te inspireren en de resultaten te tonen in een afsluitende tentoonstelling met als thema “Chaos”.

Voor mij als fysicus speelt het begrip chaos een positieve rol: het helpt verklaren hoe eenvoudige deterministische systemen toch zeer complex, praktisch onvoorspelbaar gedrag kunnen vertonen. De meeste deelnemende kunstenaars associeerden chaos met negatieve of bedreigende emoties. Zo ook Shuktara. Zij verwoordde het als volgt: “Ondanks de chaos rond me, leef ik best.” Via onze gesprekken ontdekte ik wat ze hiermee bedoelde: als vrouw van niet-Westerse origine heeft ze in haar leven al veel discriminatie ervaren, maar ze laat het hoofd niet hangen en werkt hard aan een betere toekomst voor haar dochters.

We gingen op zoek naar een vorm om onze visies op chaos in een kunstwerk te verweven. Ik suggereerde een vorm die ontstaat door dezelfde regel op steeds kleinere schaal te herhalen. Dit zijn iteraties van een fractal, bijvoorbeeld het tapijt van Sierpiński: beginnend met een vierkant, telkens het midden van de overblijvende vierkanten weghalen. Shuktara was meteen enthousiast over het voorstel en stelde voor om er een kubus van te maken. Bij het FabLab kon ik de platen met een computergestuurde CO2-laser uitsnijden. (Meer details over de fractal en het FabLab-avontuur lees je hier.)

De zijvlakken van onze kubus zien er niet chaotisch uit, maar juist zeer geordend. Toch is er voor wetenschappers een nauwe relatie tussen fractals en chaos: fractals zijn vreemde attractoren die de baan bepalen van een deterministisch systeem dat zich chaotisch gedraagt. De chaos die bij deze fractal hoort, zie je dus niet in ons kunstwerk, maar is impliciet aanwezig.

PiLoT1.

Portret van Shuktara en Sylvia met hun kunstwerk tijdens de vernissage van PiLoT1. (Foto gemaakt door een dochter van Shuktara.)

De binnenkant beschilderde Shuktara met blauwe tinten acrylverf. Omdat het individu de wereld om zich heen niet of nauwelijks kan veranderen is de buitenkant onbewerkt gebleven. Zodra we ons buitenshuis begeven zijn we onderworpen aan hokjesdenken: andere mensen delen ons in – meestal op basis van uiterlijke kenmerken, zoals huidskleur en geslacht. Deze categorisatie gaat gepaard met oordelen en dat werpt schaduwen op ons leven. Bovendien herhalen de processen zich op verschillende niveaus: discriminatie kan optreden in individuele contacten, maar uitsluiting kan ook geïnstitutionaliseerd raken en zo steeds grotere schaduwen werpen. Deze schaalonafhankelijkheid wordt op een abstracte manier getoond in de zijvlakken van de kubus.

Hokjesdenken helpt ons op korte termijn om de chaos om ons heen te bestieren, maar veroorzaakt op langere termijn nieuwe chaos. Of we nu over STEM of STEAM praten, uiteindelijk moet het doel zijn om over de grenzen van ons eigen vak de wereld in te kijken, met een open vizier. Wellicht kunnen gesprekken tussen individuen een goede basis vormen voor zo’n nieuwe invalshoek: precies de meerwaarde van dit project.

Over fractals, vers uit de lasersnijder

Fractal.

Zicht op onze tuin via een fractal.

Chaos en fractals

Zoals beloofd in mijn vorige bericht zou ik snel meer vertellen over het PiLoT1-project, waarbij kunstenaars en wetenschappers samenwerken. Het jaarthema van het project is “Chaos”. Voor mij, als fysicus, is dit in de eerste plaats een technisch begrip, dat nauw verwant is met fractals – wat meteen suggestief is voor visualisaties. Zelfs in het online woordenboek Van Dale wordt ‘fractal’ met behulp van een plaatje uitgelegd! :)

FractalDefinitie

De definitie van ‘fractal’ in Van Dale online.

De meeste kunstenaars associëren het begrip chaos eerst en vooral met de menselijke ervaring – en vaak negatieve aspecten ervan. In het project samen met Shuktara Momtaz proberen we beide aspecten te combineren: de wiskundige-wetenschappelijke interpretatie (via fractals) en de menselijke kant (via schilderijen die te maken hebben met discriminatie, zoals Shuktara die maar al te vaak ervaren heeft, eerst als meisje in Bangladesh en daarna als buitenlandse vrouw in België).

(meer…)

Pilootproject met Shuktara Momtaz

Er loopt een project (met de naam PiLoT1) aan de KU Leuven en de Leuvense kunstacademie (SLAC), waarbij wetenschappers en kunstenaars in duo’s samenwerken aan een kunstwerk. In oktober vorig jaar gaf ik een presentatie op de openingsdag. Ik was niet van plan om zelf mee te doen aan het project, want daar had ik ‘natuurlijk’ geen tijd voor. Maar dan ontmoette ik Shuktara Momtaz, een Bengalees-Belgische schilderes, en voor ik het wist waren we plannen aan het maken… (Over die plannen schrijf ik snel meer.)

Samen met Danny bezocht ik bij galerij/vzw Hannah in Herent  de tentoonstelling Inside-Outside van Shuktara’s schilderijen in combinatie met keramiek van Paul de Win (inmiddels helaas afgesloten).

https://twitter.com/SylviaFysica/status/795678756115546116

Shuktara heeft in Bangladesh architectuur gestudeerd op Bachelor-niveau. Ze kwam in 1991 naar België om een Master te behalen. Na aankomst moest ze in Brussel voor een commissie verschijnen die haar al dan niet een studiebeurs zou toekennen. Het interview vond plaats op de 24ste verdieping. Dit onbekende land, Brussel en het hele proces – voor het eerst zonder haar ouders – was overweldigend. Ze kreeg de beurs niet en heeft tijdens haar studies in de Alma gewerkt. Ze behaalde wél haar diploma en heeft zelfs nog een tweede Master afgerond in Brussel.

De grote meerderheid van de Bengalezen is moslim en volgens Shuktara worden vrouwen er als minderwaardig gezien. Dit was voor haar ook de hoofdreden om naar Europa te komen. Alleen merkte ze hier dat ze alsnog werd gediscrimineerd: niet omdat ze een vrouw is, maar wel omdat ze buitenlander is. Ze schrijft zelf over haar ervaringen als ‘nieuwe Belg’ in haar blogpost: “A self-quest: The Color in Flanders“.

(meer…)

1 2 3… Infinity!

Zoals eerder aangekondigd heb ik op 17 februari meegedaan aan de “YouReCa Challenge 2016”, een Science Slam georganiseerd door de KU Leuven in het Depot. Er waren vijf presentaties in het Engels over wetenschappelijke onderwerpen, maar op zo’n manier gebracht dat het ook voor niet-wetenschappers te volgen was. Het was tegelijk ook een wedstrijd, met een vier-koppige jury en een publieksprijs. Beide hoofdprijzen werden gewonnen door Pieter Thyssen, met zijn presentatie over tijdreizen.

Op deze website vind je foto’s van de avond en onderstaande video geeft een sfeerverslag met fragmenten van alle presentaties.

Opnames van alle presentaties staan nu ook online:

Mijn bijdrage was een presentatie van 8 minuten over de vraag of we oneindig kunnen tellen. Ik heb de videoregistratie van mijn presentatie aangevuld met de slides. Aangezien mijn Engelse dictie te wensen overlaat, heb ik er op YouTube nu ook Engelstalige ondertitels aan toegevoegd. ;-) (Die moet je wel nog zelf aanzetten door onderaan rechts in de video op het rechthoekige symbool voor Subtitles/Ondertitels te klikken.)

Onder de vouw vind je de Engelstalige transcriptie met aanvullende informatie in voetnoten.

(meer…)

Kijkt u eens

Onderstaande tekst telt exact 800 woorden: dit is het essay waarmee ik de Robbert Dijkgraaf Essaprijs 2015 won (zie eerder). Tijdens het “Gala van de Wetenschap” werd mijn tekst voorgelezen door Altan Erdogan, hoofdredacteur van Folia. Het essay verscheen in het Parool (30/11) en in Folia (2/12; pdf) en zal nog verschijnen in New Scientist (15/12). In Folia staat er verder een kort interview door Nina Schuyffel. De tekst staat ook op de website van Folia en New Scientist

~

Vanuit de trein kijk ik naar de lucht die blauw kleurt door verstrooiing van het zonlicht en in de verte bemerk ik een krokodilvormige wolk. Alles wat we menen te zien wordt beïnvloed door wat we weten.

Toen ik assistent werd in de fysica schreef ik me in voor avondlessen tekenen aan de kunstacademie. Overdag werkte ik met microscopiebeelden, maar ’s avonds leerde ik echt kijken. Vanuit mijn dubbelleven ontdekte ik een opmerkelijke parallellie tussen de processen die zich voltrokken aan beide academies.

Overdag leerde ik eerstejaars hoe ze vraagstukken uit de klassieke mechanica konden oplossen. We deden berekeningen over katrollen, massa’s op hellingen en weegschalen in liften. ’s Avonds schetste ik gipsen afgietsels van klassieke beelden. In beide gevallen is er sprake van oefeningen aan de hand van een achterhaald paradigma. We weten dat de werkelijkheid niet klassiek Newtoniaans is, al blijft het voor vele toepassingen een prima benadering. Net zo zijn de standaarden van schoonheid inmiddels gekanteld, al blijven we stiekem dromen van een renaissance.

Oefening baart kunst, maar er zijn ook periodes van stagnatie. Kennis biedt uitzicht op nieuwe mogelijkheden, maar er kan ook een beklemmende faalangst binnensluipen. Kan ik dit wel? Mijn hand bleef haken in het Lagrangepunt tussen de leegte van het blad en de volheid van mijn hoofd.

Tot de vroege werken van schilder Pablo Picasso behoren academische schetsen en realistische portretten. Hij was dus klassiek geschoold voor hij zijn kubisme ontwikkelde. De Duitse fysicus Max Planck was een klassiek fysicus voor hij tegen wil en dank grondlegger werd van de kwantummechanica. Echte vernieuwing komt zelden van buitenstaanders. Het vergt mensen die het systeem van binnenuit kennen en er feilloos de zwakheden van aanvoelen. Waar het op aankomt is dat ze een alternatief vermoeden waar anderen alleen obstakels en voldongen feiten zien.

In de wiskunde is een vermoeden een stelling waarvan algemeen wordt aangenomen dat ze waar is, maar waarvan nog niemand dat daadwerkelijk heeft kunnen bewijzen. Een vermoeden is een beeld dat nog in het marmer zit. Een vermoeden alleen is dus niet voldoende, maar wel een noodzakelijke voorwaarde om iets nieuws te creëren. De bandeloze fantasie van een kind volstaat niet om in een ruw blok gesteente het afgewerkte beeld te zien of om een volstrekt originele hypothese te bedenken. Dit vereist een ander soort intuïtie, die enkel met ervaring komt. Kunst en wetenschap hebben elk hun methodes om tot vernieuwing te komen en die zijn in geen van beide gevallen te herleiden tot een algoritme.

Er zijn anekdotes over belangrijke vermoedens die opdoemden tijdens wandelingen, douches, en dromen. Het toeval speelt een rol in veel van die verhalen, maar – zoals Pasteur al stelde – het toevallige inzicht treft alleen de geest die erop voorbereid is. Dus als je niet duivels hard werkt tussen al dat wandelen, douchen en dromen door, dan zal je deze eurekamomenten evenmin beleven.

De mogelijkheden van een klomp klei. Het patroon achter de feiten. Zulke vermoedens geven gedachten hun ontsnappingssnelheid, waardoor ze het Lagrangepunt tussen willen en niet durven ongemerkt passeren. Eens het meesterwerk af is, vraagt niemand hoeveel mislukte schetsen er op de vloer van het atelier vielen. Eens de sluitsteen van een theorie wordt gepresenteerd, wordt het bovenhalen van eerdere stenen afgedaan als het werk van dwergen. Zo vertekenen kunstenaars en wetenschappers hun eigen geschiedenis.

Wat jonge mensen telkens opnieuw moeten ontdekken is de zegen van het proberen, het mogen falen. De cyclus van trial-and-error is de motor die beide academies draaiende houdt. Oefenzittingen en uren atelier leiden tot variaties op thema’s: de resultaten zijn zelden geslaagd. Een doorbraak is enkel weggelegd voor degenen die de waardevolle afwijking herkennen tussen alle misbaksels. Hoorcolleges en lessen kunstgeschiedenis lijken vruchteloos, aangezien ze de deelnemers niet aanzetten om zelf iets te produceren. Toch zijn deze uren van onschatbare waarde als slijpsteen voor onze gave des onderscheids.

Op dit punt van mijn reis komt de railcatering langs en bestel ik een koffie. “Kijkt u eens,” zegt de jongen die me mijn beker aanreikt. In Vlaamse oren kan dit alternatief voor ‘alstublieft’ – een letterlijke vertaling van het Franse ‘voici’? – vreemd klinken. Maar jaren training doen me automatisch gehoorzamen. Ik kijk en zie hoe de witte rand van de koffiebeker zich aan mij toont als een ellips. Zou ik dit net zo hebben gezien zonder al die uren perspectieftekenen of wiskundelessen over kegelsneden? “Twee euro.” Verstrooid kijk ik op. “U moet uw koffie nog betalen: twee euro.” Natuurlijk. Ik vind in mijn portemonnee een Italiaans muntstuk met Da Vinci’s Vetruviusman erop. “Kijkt u eens”, zeg ik stralend, maar hij ziet het niet.

“Kijkt u eens”: die uitspraak zal u vast nog vaak te horen krijgen. Het staat u vrij de uitnodiging letterlijk te nemen. De oude wereld is er al, wij moeten haar alleen nog leren zien, op zoek naar nieuwe vermoedens.

Wetenschap en verbeelding

Dit jaar was het thema van de Robbert Dijkgraaf Essaywedstrijd “Wetenschap en verbeelding”. Het leek me meteen leuk om mee te doen! Dus schreef ik een tekst van 800 woorden en stuurde die in. (Ik zal de tekst binnenkort online plaatsen.)

Vervolgens kreeg ik te horen dat mijn inzendig tot de top drie behoorde en dat ik de uitreiking tijdens “Het Gala van de Wetenschap” in de Amsterdamse Stadsshouwburg mocht bijwonen.

Zonet is de uitslag bekend gemaakt: mijn stuk heeft gewonnen! :-)

Bekendmaking tijdens het Gala van de Wetenschap (foto door Daniël Rommens later toegevoegd aan dit bericht).

Het thema “Wetenschap & verbeelding” is de laatste tijd trouwens nooit ver weg uit mijn gedachten. Daarom maak ik een overzicht van een aantal stukjes die ik eerder al plaatste over dit thema.

Wetenschap & tekenen

Wetenschap & verbeelding

Poëzie als aanleiding voor een wetenschappelijke toelichting

Beeldende kunst als aanleiding voor een wetenschappelijke toelichting

L’art pour l’art: ook in de wetenschap (blue sky onderzoek)

Zie ook:

PechaKucha over begrijpend tekenen

Tijdens de PechaKucha Night lichtte ik mijn ideeën over kunst en wetenschap toe aan de hand van twintig lichtbeelden. Mijn thema was “begrijpend tekenen“.

De presentatie was in het Engels, maar ik heb Nederlandse ondertitels gemaakt bij deze opname:

Hieronder de transcriptie met weblinks. (De Engelstalige versie staat hier.) (meer…)

Aankondiging: PechaKuchaNight Leuven 28/10

Op woensdag (28 oktober) doe ik mee aan een PechaKucha-avond! Dat zijn presentaties bestaande uit 20 beelden met telkens 20 seconden uitleg erbij (400 seconden in totaal, dus minder dan 7 minuten). Het is de tweede editie van zo’n avond in Leuven, maar voor mij is het de eerste keer dat ik deze presentatievorm uitprobeer: spannend. :-)

Het thema is “Kunst & Wetenschap” (ook een belangrijke categorie op mijn blog), of “Art & Science” eigenlijk, want alles wordt gepresenteerd in het Engels. Speciaal voor deze gelegenheid ben ik oude tekeningen gaan ophalen van bij mijn ouders op zolder. Ik zal het over begrijpend tekenen hebben, met onder andere eigen tekeningen die verwijzen naar Escher. Ook het werk van Leonardo Da Vinci zal even verschijnen.

Tijd en locatie:

  • woensdag 28 oktober vanaf 20u30
  • STUKcafé (Naamsestraat 96,Leuven)

PechaKuchaNight.

PechaKuchaNight.

Deze activiteit heeft een eigen webpagina, op deze Facebook-pagina zie je het laatste nieuws en de aankondiging van mijn bijdrage staat hier.

Iedereen welkom!

Jagen op oneindig

Recept voor een kunstwerk:

  • Neem een zeer smalle strook papier en schrijf op de voorkant in één regel een lange wiskundige formule met limieten, sommen en integralen erin. Als je aan het einde van de strook gekomen bent, draai dan de strook om, zodanig dat de tekst op de achterkant nu ondersteboven staat, en ga verder met schrijven tot aan het einde van die regel.
  • Plak de smalle uiteinden van de strook papier zodanig aan elkaar dat de bovenkant van het ene uiteinde aan de onderkant van het andere uiteinde komt en de formule netjes verderloopt. Er ontstaat dan een lus met een draaiing van 180° erin. Dit stelt een Möbiusband voor: een niet-oriënteerbaar oppervlak met maar één oppervlak en één zijde.
  • Geef de papieren lus in haar geheel nog eens een draaiing van 180°mee, waardoor er een soort acht ontstaat. Laat de acht schrikken zodat hij flauwvalt. Dan heb je een lemniscaat: het symbool voor oneindig.
  • Voeg nog een jachthond* toe die eindeloos achter een konijntje aan holt over die Möbiusband (of is het andersom?) en geef de verdwaasde jager het nakijken.

Dit recept is afgekeken van de Poolse grafisch kunstenaar Adam Pekaslki (of Kapitan Kamikaze), die net zo’n werk maakte dat de kaft van een wiskundig vademecum uit 2010 siert.

Jagen op oneindig.

Illustratie door Adam Pekaslki.

Ik vond het plaatje toevallig op internet en het hangt nu op op mijn kantoor. Of het werk een titel heeft, weet ik niet. Zelf zou ik het “Jagen op oneindig” noemen. Er is nog een mooi werk van hem met een soortgelijk thema dat “hortus mathematicus” heet.

* Het moeten niet altijd mieren zijn, zoals bij Escher. Welk soort jachthond mag je zelf kiezen. Er zijn minstens twee verschillende versies van dit werk: terwijl er op de kaft van het vademecum een witte hond met bruine staat, staat er op de versie van de portfolio van de kunstenaar een zwarte hond.