Tag Archief: kunst

Nanokunst

Danny stuurde me een linkje naar een pagina met deze afbeelding:

STM poster.

STM poster

De poster is gemaakt door Jessie Flatt: deze studente aan de Universiteit van North Dakota studeerde aanvankelijk ingenieurswetenschappen, maar stapte over naar de richting grafisch ontwerp. Bij professor Lucy Ganje kregen zij en de haar medestudenten de opdracht om een poster te maken over wetenschap en daarbij gebruik te maken van meetresultaten van de scanning-tunnelingmicroscoop (STM) van de groep van professor Nuri Oncel.

De groep van Oncel werkt ook mee aan een soortgelijk project met middelbare scholieren: NanoART. Dat lijkt me een fijne activiteit en het sluit goed aan bij mijn ideeën over begrijpend tekenen. :-)

Het citaat op de poster van Jessie Flatt is van Will Durant:

Every science begins as philosophy and ends as art.”

(“Alle wetenschap begint als filosofie en eindigt als kunst.”)

Dit citaat is al vaker gebruikt voor posters: zie bijvoorbeeld dit plaatje van Lisa DeJohn op Etsy.

Aanvulling (4 december 2014):

Nog een citaat over wetenschap en kunst, ditmaal van Phil Plait (van Bad Astronomy):

Citaat over wetenschap en kunst.

Citaat over wetenschap en kunst. (Bron afbeelding.)

Poging tot vertaling:

“Zoals gewoonlijk moet ik wrang lachen als ik hoor dat mensen proberen om kunst van wetenschap te onderscheiden. Het universum is beide, mensen. Je kan proberen om ze uit elkaar te trekken, maar dat gaat niet, omdat het kunstige van het universum voor altijd verweven is met hoe het werkt. Ze zijn elkaars brandstof. De wetenschap is de reden waarom de kunst mooi is en de kunst is één van de redenen waarom we de wetenschap nastreven.”

Wetenschap versus verbeelding?!

Deze week schrijft en leest Ann de Craemer het middagjournaal bij Nieuwe feiten op Radio 1.* Dinsdag had ze het over elderspeak (kinderlijk taalgebruik tegenover ouderen), waarvan ik alleen maar kan hopen dat heel veel mensen het gehoord hebben (of het hier nalezen) en zich (opnieuw) voornemen hierop te letten. Daarom zal ik hier dus niet schrijven: “Zullen we daar dan eventjes aan denken, lezertjes?”

Vandaag luisterde ik echter met een kritischer oor naar haar bijdrage (hier na te lezen). Hierin richtte ze zich tot studenten met de boodschap: “Geloof in de schoonheid van je eigen dromen”. Op zo’n motto valt alvast weinig af te dingen. De noden op de arbeidsmarkt voorspellen is inderdaad moeilijk (als het al mogelijk is) en het is dus beter om studieadvies niet (enkel) daarop te baseren. “[Z]al de arbeidsmarkt binnen een jaar of tien nog wel genoeg werk hebben voor al die studenten uit bètarichtingen?” vraagt de Craemer zich af. Mij lijkt het onwaarschijnlijk van niet, maar over een glazen bol beschik ik ook niet, dus laten we een belangrijker punt aansnijden.

Lof der wetenschap.De rest van haar pleidooi lijkt namelijk op een onjuist contrast te berusten tussen verbeelding enerzijds en STEM-vakken anderzijds. Juist in wetenschappen en wiskunde spelen verbeelding en creativeit een zeer grote rol:

  • Wiskunde: er is niets, verzin maar iets en kijk wat je boven water krijgt.
  • Natuurwetenschap: de wereld is er al, probeer met je beperkt verstand er maar een verstaanbaar verhaal over te vertellen.

Is de verbeelding en creativiteit die hiervoor nodig is dan zo anders dan voor, bijvoorbeeld, het schrijven van een roman?**

Bovendien kan wetenschappelijke vernieuwing via de technologie een zeer grote impact hebben op de maatschappij, (al mag de wetenschap zich daar niet toe laten beperken***). Als er ergens behoefte is aan mensen die zich een mooiere wereld dromen en die de capaciteit hebben om echt nieuwe dingen te bedenken, is het daar wel.

De Craemer: “Hoe prachtig zou het zijn niet zijn als onze politici ook een actieplan verbeelding en creativiteit zou[den] ontwikkelen?” Met dat voorstel kan ik dan weer alleen maar instemmen, op voorwaarde dat het domein van verbeelding en creativiteit niet beperkt wordt tot de kunsten. In de hoop dat dromen zich niet laten beperken, tout court.

*Het is niet de eerste keer dat die radiorubriek een blogreactie losweekt.

**Zoals ook uit mijn vorige bericht blijkt (met name de keuze van de tweede cartoon), vind ik van niet.

***Anders bloedt ze dood: zie ook dit oudere stukje over het belang van vrij onderzoek.

Aanvulling: Ik liet een iets kortere versie van dit bericht ook achter als reactie op de website van Radio 1. Op dat moment zag ik nog geen andere reacties staan. Op dit moment blijken twee andere luisteraars een soortgelijke bedenking te hebben gemaakt als ik. Blijkbaar zijn we dus toch niet zo origineel als we zelf denken. ;-)

Robot bij zonsondergang

Flaming June.Onlangs stond het schilderij “Flaming June” van Lord Leighton (uit 1895) op het blog Aestics for Birds. Het was niet de eerste keer dat ik (een afbeelding van) dit schilderij zag, maar wel de eerste keer dat mij de gelijkenis opviel met de afbeelding van een slapende robot op de omslag van “Robot Dreams” (vertaald als “Een robot droomt”) van Isaac Asimov.

Helaas had ik het boek in kwestie op dat moment niet bij de hand. Gelukkig is er dan het internet om meer te weten te komen over deze gelijkvormigheid.

Zo kwam ik te weten dat de coverafbeelding gemaakt werd door Ralph McQuarrie, die trouwens ook voor de overige illustraties in het boek zorgde. McQuarrie is inmiddels overleden, maar zijn werk voor sciencefictionfilms (“Star Wars” en “E.T.“) en -series (“Battlestar Galactica“) is nog lang niet vergeten. En ja, de illustratie op de kaft van “Robot Dreams” maakte hij als eerbetoon aan “Flaming June“.

Er is nog minstens één ander werk van McQuarrie dat een ode brengt aan een ouder schilderij: de illustratie die gebruikt werd voor de omslag van een andere bundel van Asimov, “Robot Visions“, is geïnspireerd op “Morning” van Maxfield Parrish (uit 1922) (vergelijking).

Intussen heb ik wel een foto kunnen maken van mijn exemplaar van “Een robot droomt” (Fig. 1).

Een robot droomt.

Figuur 1: “Een robot droomt” is het eerste boek van Isaac Asimov dat ik ooit las; na deze bundel met robotverhalen las ik zijn hele Foundations-reeks. Ik ontleende oorspronkelijk het exemplaar uit de bibliotheek, maar later kocht ik deze bundel alsnog, niet in het minst omwille van de illustraties.

Aanvankelijk had ik twee hypotheses over slapende robot van McQuarrie, die ik intussen zelf betwijfel (zoals ik zal uitleggen in de slotparagraaf).

Balk-hypothese

Op het schilderij “Flaming June” staat er bovenaan een balk (of is het een zonnescherm of een baldakijn?) die parallel is met de horizon. Op sommige uitgaven van “Een robot droomt” is een gelijkaardig effect bereikt door de titeltekst tot laag boven de horizon uit te vullen (zoals bij de vertaalde uitgave die ik heb en ook dit voorbeeld van de onvertaalde bundel). Er zijn ook andere uitgaven, waarbij de tekst kleiner en hoger geplaatst is, waardoor de analogie met “Flaming June” helaas verloren gaat (voorbeeld). Mijn balk-hypothese was dat de belettering tot net boven de robot hoort te komen en dat uitgaven waarbij dit niet zo is slordige herdrukken zijn.

Vierkant-hypothese

Het schilderij “Flaming June” is vierkant en in eerste instantie vermoedde ik dat McQuarries ontwerp ook vierkant was. Mijn vierkant-hypothese was gebaseerd op twee observaties:

  • De meeste boeken zijn natuurlijk hoger dan breed, maar uit de inleiding van Isaac Asimov (zie Fig. 2) leidde ik af dat het schilderij bestond voor (minstens één verhaal voor) het boek er was; er was dus geen dwingende reden voor McQuarrie om af te wijken van de verhoudingen van zijn inspiratiebron.
  • Op “Flaming June” blijft de zon verscholen achter de balk. Of er wel of geen zon zichtbaar is op de boekomslag (en hoe groot en hoe hoog die dan staat) hangt echter van de uitgave af. Doordat de bovenkant van de afbeelding blijkbaar vrij kan worden ingevuld door de uitgever, vermoedde ik dat dit niet op het schilderij stond.
Flaming June en Robot Dreams.

Figuur 2: In de laatste paragraaf uit de inleiding van “Een robot droomt” heeft Isaac Asimov het over de illustraties van Ralph McQuarrie.

Natuurlijk ben ik niet de eerste die het voorbeeld en de ode naast elkaar heeft gezet (zie bijvoorbeeld hier en hier), maar ik hield eraan om beide schilderijen als vierkant weer te geven. Ik hoopte dat het me zou lukken om zowel onder- en bovenkant van de sofa/het marmer als de horizon uit te lijnen, maar zo letterlijk is de “kopie” niet, dus dat is onhaalbaar gebleken (Fig. 3).

Flaming June naast Robot Dreams.

Figuur 3: “Flaming June” (bron afbeelding links) naast “Robot Dreams” (bron afbeelding rechts).

Inmiddels ben ik sterk gaan twijfelen aan mijn eigen hypotheses. Alex Jay was de typograaf die instond voor de originele uitgave van “Robot Dreams“. Uit zijn webpagina blijkt enerzijds dat de eerste schets alvast geen perfect vierkant was en anderzijds dat McQuarrie dit werk wél specifiek als boekcover maakte (en zelfs dat de verwijzing naar Leighton niet noodzakelijk zijn idee was). Verder blijkt uit dezelfde bron dat de belettering op de originele uitgave niet zo laag kwam als de balk in “Flaming June“.

Moraal van het verhaal: veel nadenken op basis van weinig informatie brengt ons niet noodzakelijk dichter bij de waarheid – maar leuk is het wel. ;-)

Pluisjes (oplossing fotoraadsel)

Vandaag plaats ik de oplossing van het meest recente fotoraadsel. Maar eerst herhaal ik de dubbele opgave.

Deel 1

Dit zijn geen balletschoentjes. Wat is het wel?

Rara, wat is het wel?

Dit zijn geen balletschoentjes. Rara, wat is het dan wel?

Deel 2

En dit zijn geen tientallen oogjes. Wat is het wel?

Rara, wat is het wel?

Dit zijn geen tientallen oogjes. Rara, wat is het dan wel?

Er kwamen acht gokken binnen: drie via SciLogs en vijf via mijn eigen blog.

  • Voor de eerste foto werd er gegokt op iets plantaardigs (Lilith), zaadjes of zaaddoosje van een paardenbloem (Tim en G. Nauwelaerts) en meeldraden (Gerda van Etten).
  • Voor de tweede foto werd er gegokt op een aardbei (Tim), een zaadje met dauw erop (G. Nauwelaerts), een ouderwetse knoop (Liese) en een stampertje (Gerda van Etten).

(Het antwoord lees je na de vouw!)
(meer…)

Kerstelfje en de waarheid over TV

Björk proeft van Kerstmis.Björk is een Ijslandse kunstenares. Ze is vooral bekend als zangeres, maar ze is ook actrice, producent en speelt vele instrumenten. Haar stijl wordt omschreven als eclectisch en haar standpunten als anarchistisch. Het valt me moeilijk om van haar werk te houden: het is zeer origineel en uitgesproken, wat me aanlokt, maar telkens als ik het in mijn hart wil sluiten, lukt me dat niet. Kunst hoeft uiteraard niet ‘mooi’ te zijn, maar het moet je toch op één of andere manier toelaten. En bij haar werk heb ik het gevoel dat iets me op afstand houdt, dat ik het niet begrijp. (Vermoedelijk probeer ik juist te hard om het te begrijpen en voel ik vanuit die cerebrale predispositie niet aan wat er gebeurt.)

Het heeft me ook lang dwarsgezeten dat de enige associatie die ik bij haar naam had een viscerale klanknabootsing was. Nu heb ik het eens opgezocht en de Ijslandse voornaam “Björk” blijkt te verwijzen naar een berk, dus van die walgelijke associatie ben ik genezen. Het is gewoon een mooi stukje fauna, hoera! (Alhoewel: in Ijsland wordt er berkenlikeur gebrouwen – onder de naam Björk – en als je daar te veel van drinkt, zijn we weer terug bij af.)

Maar toen zag ik onderstaand filmpje (alternatieve link; via), waarin Björk hardop nadenkt over de invloed van televisie en hoe het toestel er vanbinnen uitziet. Plots vond ik het heel gemakkelijk om van haar performance te houden! In haar rol van excentriek kerstelfje brengt ze ons:

  • Een originele kijk op iets dat alledaags is.
  • Kinderlijke verwondering en frisse wijsheid.
  • De mogelijkheid om zich oorspronkelijk uit te drukken, juist omdat ze niet in haar moedertaal spreekt.

Ik denk dat het fragment het leukste is als je helemaal niets over de context weet. Maar ik was nieuwsgierig en ging dus op zoek naar de herkomst ervan. (Klik op ‘Show‘ om hier meer over te lezen.) [spoiler]Het blijkt een fragment te zijn uit de DVD “Live Zabor” (fragment start rond 6min20′), een film over Björks vroegere band The Sugarcubes. De DVD werd uitgebracht in 2006, maar de concertbeelden zijn opgenomen in 1988. Ik vermoed dus dat ook bovenstaand fragment uit 1988 is; in elk geval gingen The Sugarcubes uiteen in 1992, wat betekent dat het fragment in elk geval meer dan twintig jaar oud is. (In 2006 hield de groep wel nog een reünieconcert om de twintigste verjaardag van hun eerste single te vieren. Vandaar dus waarschijnlijk dat ook de DVD in 2006 werd uitgebracht.) Björks uitleg over televisie is ongetwijfeld humoristisch bedoeld, aangezien ook de andere bandleden dit soort komische monologen houden op de DVD. Eén van hen begint met: “Planets, they are lovely. They are like people.” (“Planeten zijn fijn. Ze zijn net als mensen.”) Iemand anders onthult zijn theorie over de staat Alabama. Je ziet dus een consequent gebruik van dezelfde surrealistische schooltelevisie-stijl.

Uiteraard heb ik ook proberen achterhalen welk boek Björk destijds gelezen kan hebben, maar ik heb geen Deens boek over televisietechniek uit de jaren tachtig kunnen vinden. Als je hier zelf nog achteraan wil gaan, dan geef ik je alvast deze tip: het Deens voor TV is ‘Fjernsynet‘ (en lijkt dus op het Duitse woord ‘Fernseher‘).[/spoiler]

Björk drukt uit hoe je de dingen als kind ziet: natuurlijk is een printplaat in kinderogen een stad met gras tussen de gebouwen. Wat zou het anders zijn? In de reacties wordt van Björk gezegd dat ze wereldvreemd is, of dat ze van een andere planeet komt, maar ik vind haar juist heel aards. Contact kunnen houden met de manier waarop aardse kindertjes de wereld om zich heen zien – zelfs al is het hier vermoedelijk komisch bedoeld – is een lovenswaardige prestatie.

[important]Ik denk dat dit ook iets is om na te streven in het onderwijs: al te vaak wordt er in de lessen fysica antwoord gegeven op vragen die leerlingen of studenten zich nog niet eens hebben gesteld. Het is beter (maar ook moeilijker en tijdrovender) om uit  te gaan van hoe jongeren het zien. Door hierop in te spelen, worden de lessen veel effectiever. “Aha, dat flatgebouw is dus een condensator? Leuk, dat wist ik niet!”[/important] (meer…)

Stromae en de onmogelijke vierkantswortel

Onmogelijke vierkantswortel.Stromae maakt dansbare muziek met slimme teksten. De man achter de artiestennaam Stromae (verlan voor Maestro) is Paul van Haver. Hij heeft zijn nieuwe album √ genoemd, of Racine carrée – Frans voor vierkantswortel. Niet toevallig koos hij voor dit album ook wiskundige patronen voor zijn kleding, in zijn clips en natuurlijk op zijn website. Er is duidelijk over nagedacht – dus niet alleen zijn muziek is meesterlijk.

Stromae schakelde het Brusselse reclamebureau Bold in om voor elk liedje een ander patroon te ontwerpen. Deze patronen zijn geïnspireerd op Afrikaanse motieven, waar ook Stromaes roots liggen (zijn vader was Rwandees). Ze horen ook bij de teksten: het patroon voor de eerste single Papaoutai (Papa, waar ben je?) beeldt een ouderfiguur af met een kind aan de hand (of in de nek, afhankelijk van hoe je het bekijkt). Je ziet het zelf op de figuur hieronder. Knap werk!

Papaoutai.

Vader-zoon-motief bij de single Papaoutai van Stromae. (Bron afbeelding.)

Op SciLogs bekijkt Dirk Huylebrouck deze patronen vanuit een wiskundig perspectief: hij bespreekt de onderliggende symmetriegroepen en licht een verband toe met de Möbiusring.

Stromae vroeg aan de mensen van Bold ook om een lettertype te ontwerpen, gebaseerd op het lettertype Century Gothic (dat hij voorheen gebruikte), maar dan ingevuld als onmogelijke figuren: ambigue figuren, die een perspectiefwisseling uitlokken (zoals het onmogelijke viervlak waar ik het onlangs over had). De letters worden onder meer gebruikt voor de betiteling van Papaoutai (hierboven) en van Formidable (lager op deze pagina).

De letter T op Stromaes welkomstpagina behoort niet tot het voorgaande alfabet. Huylebrouck ging te rade bij de Servische wiskundige Slavik Jablan, die bij deze T meteen dacht aan het grafische werk van de Japanse kunstenaar Tsuneo Taniuchi. (Zie hier de letters van Taniuchi’s “Alphabet RendeZvous“.)

Zeshoeken spelen een belangrijke rol op de website van Stromae. Een kubus die op één hoekpunt staat, lijkt van bovenaf bekeken ook een zeshoekige omtrek te hebben. Bovendien kun je hier een ambigue figuur van maken. Als het een transparante kubus is, wordt het een soort ontaarde Necker-kubus (ontaard omdat de twee centrale hoekpunten samenvallen). Maar ook bij een ondoorschijndende kubus treedt er een illusie op: het perspectief kan dan wisselen tussen hol en bol. Omdat de (schijnbare) omtrek zeshoekig is en regelmatige zeshoeken een regelmatige vlakvulling toelaten (honingraat-patroon), kun je zo dus een vlakvulling maken van ambigue kubussen.

Het idee om een vlakvulling te maken van ambigue kubussen inspireerde vele kunstenaars. Ik geef drie voorbeelden:

Kubus-illusie.

Kubus-illusie van gebruiker terforpova op Deviant Art. (Bron afbeelding.)

Op de cover van Stromaes tweede single Formidable, die je hieronder ziet, staan verhuisdozen met opschrift Fragile en het symbool van een gebroken glas, weerom in een zeshoek. De verhuisdozen passen uiteraard bij de tekst van het nummer. Stromae zingt aan het begin immers: “Je suis célibataire et depuis hier, putain. Je [ne] peux pas faire l’enfant, mais bon.” Het wordt dus gezongen vanuit het perspectief van iemand die gisteren is buitengezet door zijn ex. (Naar verluidt is het lied gebaseerd op zijn relatiebreuk met Tatjana Silva.) De kubusvormige verhuisdozen zorgen voor dezelfde optische illusie als die waar we het net over hadden: het is niet helemaal duidelijk of we het deksel of de bodem van de dozen zien.

Het is mij trouwens niet voor 100% duidelijk of deze ambiguïteit opzettelijk is of niet. Door de plakband die doorloopt op de zijde met ‘Fragile‘ lijkt het om het deksel te moeten gaan; ook dit logootje ondersteunt deze visie. Maar doordat Stromae zelf op de grond ligt, wordt de suggestie gewekt dat we de dozen van onderaf zien, en dan is het toch de bodem. Verwarrend! :-)

De illusie van diepte is in elk geval heel sterk. Dit motief doet Huylebrouck dan weer denken aan de op-art van de Frans-Hongaarse kunstenaar Victor Vasarely.

Formidable.

Patroon van ambigue verhuisdozen (kubussen) bij de single Formidable van Stromae. (Bron afbeelding.)

Stromaes afbeelding van de onmogelijke vierkantswortel is zelf een onderdeel van een soort onmogelijke kubus (in het blauw aangeduid op zijn trui in de foto hieronder; meer foto’s vind je hier). Zoals je kunt zien in de achtergrond bij de grote foto hieronder zijn de kubussen in dit geval in één richting een beetje uit elkaar geschoven zijn. Hierdoor is deze vlakvulling niet gebaseerd op een zeshoekig honingraat-patroon.

Stromae - Racine Carrée.

De look van Stromae voor zijn album Racine Carrée. (Bron afbeelding, fotograaf Dati Bendo.)

Mij doen al deze kubussen denken aan Danny’s werk dat eerder dit jaar de cover haalde van een vaktijdschrift. Als cadeautje voor zijn tweede doctoraat vorig jaar heb ik onderstaande figuren – die ook op de cover van zijn scriptie stonden – op een T-shirt gezet. Ons zoontje is erdoor gefascineerd en geeft er telkens een hele uitleg bij – in zijn eigen éénjarigentaal uiteraard. (Ik was zwanger toen ik naar Danny’s doctoraatsverdediging ging. Zou het daaraan liggen?)

Kwantumchemische Vasarly-kubussen.

Deze Vasarely-achtige kubussen zijn het resultaat van kwantumchemische berekeningen. Lukt het jou om ze als driedimensionale figuren te zien?

Zoek je wat afleiding, dan kun je online dit Vasarely-achtige patroon inkleuren. En ondertussen naar een liedje van Stromae luisteren (zoals Papaoutai of Formidable), natuurlijk!

Over treinreizen en stations (Antwerpen en Keulen)

NS trein.In plaats van een systematisch maandoverzicht, hier enkele indrukken van mijn reizen in mei en juni.

Een beetje in de trein

Hoewel ik mijn laptop altijd bij me heb en een kortfilm bekijken ook wel eens leuk is, gebruik ik mijn tijd op de trein vooral om te werken en te lezen. Ik vind het heerlijk om een krant te vinden die je zelf normaal niet koopt en zo even los van je eigen zoekbubbel iets in het wilde weg lezen.

Op één van mijn vele treinreizen las ik in de Volkskrant een taalstukje door Jean-Pierre Geelen over het woord “beetje”. In het stuk werden veel voorbeeldzinnen gegeven met dit (stop-)woord erin: bekende voorbeelden als “Een beetje, verliefd is iedereen wel eens, dat weet je”, maar ook fragmenten uit op de trein afgeluisterde gesprekken: “een beetje niet zo erg”. (De krantencolumn staat niet online, maar deze was een reactie op dit stuk van Corejanne Lemmens.)

Precies tijdens het lezen van deze column hoorde ik het volgende omroepbericht (trein Groningen – Rotterdam op 8 mei om 11u16):

“Het is een beetje druk vandaag, vandaar dat de trein een beetje te klein is.”

Ik moest glimlachen om deze schitterende synchroniciteit. Maar ik had makkelijk lachen: niet iedereen had een zitplaats – laat staan een plaats waar iemand zijn of haar exemplaar van de Volkskrant had achtergelaten. Voor de later opgestapte reizigers werd het eerste-klasse rijtuig gedeclasseerd – al heet dat in het Noorden gewoon “vrijgegeven”.

Kunst in stations

Stations zijn een prima plaats om mensen – opnieuw los van hun gewoonlijke zoekbubbel – in contact te brengen met kunst. Sommige stations zijn op zich al pareltjes, maar daar kijken de forensen natuurlijk niet meer van op. Juist daarom zijn tijdelijke tentoonstellingen in stations zo’n goed idee: die kunnen zelfs de dagelijse pendelaars verbazen en hen even uit hun ingesleten wandel- en denkroutes halen.

In het Centraal station van Antwerpen zag ik een tentoonstelling van François Blommaerts. Bij mijn eerste doortocht was ik gehaast en zag ik enkel een grote kip en een schilderij. De volgende keer dat ik er passeerde, had ik wel tijd om van dichtbij te gaan kijken. Ik zag dat er een titelbordje bij de kip stond (“de curieuze kip”) en dat daaronder de titel herhaald werd in een ander alfabet (dat op het schrift der Magi leek). Dat wekte mijn nieuwsgierigheid. Gelukkig was er een infoblaadje: de kunstenaar noemt zijn eigen stijl “parallel realisme” en vermeldt dat het geheimschrift dat van zijn te vroeg gestorven zoon is. Zo krijgen de speelse werken alsnog een droeve lading. Mijn favoriete werk is de “swalamander”: deze reusachtige salamander uit swahilihout hield zich schuil op één van de binnenmuren van het station.

Swalamander.

Swalamander van François Blommaert in het station Antwerpen-Centraal (april tot juni 2013).

In juni nam ik deel aan een symposium ter ere van Clark Glymour aan de universiteit van Düsseldorf. (Ik hield er een praatje over het probleem van “old evidence” in de context van Bayesiaanse conformatietheorie, waarover misschien later meer.) Op de terugweg had ik een uur overstaptijd in het station van Keulen. Er was een tijdelijke tentoonstelling rond natuurfotografie van het Gesellschaft Deutscher Tierfotografen (GDT). Mijn favoriete foto was “Regenbogen über dem Two Medicine Lake” van Frank Krahmer (te zien op deze pagina).

• Mensen in stations

Nog steeds over mijn uur in het station van Keulen: de zon scheen, dus kocht ik een broodje om op het terras van de bakker op te eten. Aan een bank iets verderop zette een groepje jongeren het weekend in met drank en veel kabaal. Er kwam een man aan de andere kant zitten van mijn picknicktafel. Met zijn leren jas en stoer postuur kon hij voor buitenwipper doorgaan. (Even later bleek dat hij Duits praatte met een zwaar accent; het zou me dus niet verbazen dat hij zelf meer dan eens is tegengehouden aan de ingang van een dancing.) Een ander groepje jongeren wandelde voorbij. Eén meisje had een jasje aan in de vorm van Pikachu (de gele Pokémon; een ontwerp als dit). “Pikachu, Pikachu!” riep de feestende groep. De twee groepjes maakten een praatje; het was mij niet duidelijk of ze elkaar voordien al kenden. De man aan mijn bank vond het ook een grappig tafereel en we maakten een praatje. Hij bood mij een borrel aan uit zijn veldfles. Iets later proostte hij met een jonge snaak aan de feestende bank en die nodigde hem uit om wat van hun fles te drinken.

Maar het was niet allemaal zonneschijn wat ik in Köln Hbf zag: ik zag er ook mensen in de vuilnisbakken zoeken naar plastic flessen omwille van het statiegeld.

Kortom, als je eens niet dringend een trein moet halen, is er in en om zo’n station heel wat te zien.

Laatste dag Track: een terugblik

Het SMAK richt eigen grafzerk op.We maakten op deze uitzonderlijk zachte nazomerdag een wandeling in de stad en zagen er niet alleen zeer veel fietsers vanwege de autovrije dag, maar ook veel mensen die op deze slotdag van Track nog snel enkele kunstinstallaties bezochten. Ik schreef al over dit Gentse kunsttraject in april, toen de eerste kunstwerken – waaronder de grafzerken in het Citadelpark – pas in opbouw waren. Intussen hebben we Track wel bezocht, maar was het er nog niet van gekomen om hier een verslagje te posten. Bij deze dus een terugblik, of een kleine greep uit wat je gemist hebt…

Mijn favoriet van Track is de boekgaard (‘Bookyards‘) van Massimo Bartolini. Ten eerste bevindt deze installatie zich in de toch al zeer mooie tuin (met wijngaard) van de Sint-Pietersabdij. Ten tweede is het een installatie met boeken. Ten derde mag je deze boeken ook ter plaatse te lezen of zelfs mee naar huis nemen, op voorwaarde dat je een gift doet ten voordele van het Centrum voor Basiseducatie: het is dus ook een sociaal project. Minder fraai is natuurlijk het idee dat al deze weerloze boeken in weer en wind buiten moeten slapen. Tja, je moet er iets voor over hebben, natuurlijk, voor de kunst.

Boekengaard.

Boekgaard. Linksboven: eerste zicht op het kunstwerk als je de tuin betreedt. Rechtsboven: deze spin is tevens een boekenwurm. Linksonder: de aanplanting van de wijngaard gaat naadloos over in de rijen boekenkasten. Rechtsonder: snuisteren tussen de titels.

Het Track-traject bestaat deels uit haltes die vrij te bezoeken zijn en deels uit installaties waarvoor je een rittenkaart moet hebben. Eigenlijk leek het gratis deel mij wel voldoende als cultuurparticipatie op een doorsnee zondagmiddag, maar natuurlijk was ik wél nieuwsgierig naar wat er zich achter de gesloten deuren bevond. De oplossing was snel gevonden: ik gaf gewoon mijn fototoestel mee aan Danny op de dag dat hij, als UGent-personeelslid, gratis toegang had tot hele traject. Dit leverde onder andere volgend plaatje op:

Halte van Track in de Sint-Pietersabdij.

Halte van Track in de Sint-Pietersabdij, kunstzinnig vastgelegd door Danny.

De prijs voor de meest in het oog springende installatie gaat naar ‘Hotel Gent’: de tijdelijke hotelkamer die rond de klok van de toren aan het Sint-Pietersstation is gebouwd. Elke avond komen er nieuwe hotelgasten aan met hun koffertje om er één keer te overnachten. De kamer is enkel toegankelijk via de trappen van een stelling: er is geen lift en room service zal er ook wel niet zijn. Overdag kunnen andere mensen (met rittenkaart) de kamer bezichtigen en natuurlijk van het uitzicht genieten.

Hotel Gent.

Hotel Gent. Linksboven: bovenaan de stelling sta je oog in oog met een gargouille. Rechtsboven: binnen de context van een hotelkamer is zo’n stationsklok natuurlijk een gigantisch object. Beneden: uitzicht over het Koningin Maria-Hendrikaplein vóór het station, met aan de horizon de torens van het centrum van Gent.

Morgen is Track gedaan en kunnen de kunstwerken dus worden afgebroken. Ik vraag me wel af hoe snel dit allemaal zal gaan: ik vond ‘Hotel Gent’ een origineel project, maar het is wel zo handig om de stationsklok weer vanaf de grond te kunnen zien: als je gehaast uit de tram stapt, wil je meteen weten of het nog zin heeft om een laatste sprintje in te zetten om zo je trein nog te halen. En laat iemand die boeken uit de boekgaard snel ergens beschut binnen zetten. Voor het echt herfst wordt, alsjeblieft.

Dit weekend: Gogbot in Enschede

Muzikale Tesla coils op Gogbot 2008.Tijdens mijn laatste treinreis naar Groningen zag ik in enkele stations affiches met de Nyan Cat erop (met bijbehorende regenboog). Deze internethype van vorig jaar bleek reclame te zijn voor “Gogbot” – een jaarlijks festival in Enschede met als hoofdingrediënten: kunst, muziek en technologie. Het thema van Gogbot 2012 is (internet-)memes. Het festival begint vanavond en loopt nog tot en met zondag (9 september). Ik kan er helaas niet bij zijn, maar vond dit wel een goede gelegenheid om terug te blikken op de edities waar ik wel bij was.

Affiche voor Gogbot 2012.

Affiche voor Gogbot 2012 met de Nyan Cat.

In september 2008 was ik op bezoek bij Danny op de campus van de Universiteit Twente in Enschede. We gingen samen iets eten bij een Argentijns restaurant in het centrum. Na afloop bleek er op de markt van alles op til te zijn. Ik was meteen verkocht bij het zien van een etalage met retro-futuristische geweren: Dr Grordbort’s onfeilbare ether-oscillatoren. Dit was mijn eerste (bewuste) kennismaking met het fenomeen steampunk, het thema van Gogbot 2008. En er viel nog veel meer te ontdekken:

  • de lightmobile van Eric Staller: een feeërieke auto van het type Kever met gloeilampen
  • een optreden van Outside Standing Level met hun project The Special Player in de Grote Kerk: elektronische muziek met live dansoptreden en interactieve schaduwen (zie filmfragmentje hieronder)
  • kunstige krijttekeningen
  • hand die automatisch beweegt (met pneumatische pompen als gewrichten): een creatie van Freerk Wieringa
  • mechanische vogels: de roboto-zoölogica van Christiaan Zwanikken
  • Abacus Theater: rare mannen die met hoge hoeden op hun time cruisers (tijdreisfietsmachines) door de straten rijden
Enschede.

Gogbot 2008: retro-futuristische geweren, feeërieke Kever, interactieve schaduwen en kunstige krijttekeningen.

Enschede.

Gogbot 2008: poëtische robotica en fantastische tijdreisfietsmachines.

De knetterende afsluiter van de avond was een voorstelling van ArcAttack met hun muzikale Tesla coils (in het Nederlands eigenlijk “Tesla-transformatoren”). Ze speelden onder andere de synthesizerklassieker Popcorn, waarvan hieronder een kort fragmentje. (De geur van ozon moet je er zelf bij denken.)

In september 2009 maakten we weer een editie mee van Gogbot: we waren toen namelijk in Enschede voor de verdediging van Danny. Het thema van Gogbot 2009 was atompunk: een in Nederland ontstane variant van de cyberpunk, die refereert aan het toekomstbeeld uit de jaren 1930 en 1940. Helaas ben ik alle foto’s en filmpjes van die periode kwijtgeraakt door een fout in de synchronisatie-instellingen van mijn laptop. :-( (Sindsdien doe ik alleen nog handmatige backups.) Ik herinner me van deze editie: een rij afgedankte koelkasten waarin slogans en kleine objecten te zien waren, een iglotent waarin live films werden opgenomen met poppen, … Verder was ook Abacus weer van de partij en weerklonk er weerom zeer luide elektronische muziek in de Grote Kerk.

Moest je zin hebben in een aparte uitstap voor het weekend, dan is Gogbot zeker een aanrader. Het vindt plaats in Enschede, dus je moet er – vanuit bijna eender waar – wél een flinke reis voor over hebben.

Enschede.

Het is het eindpunt van de trein, bijna geen mens hoeft er te zijn, bijna geen hond gaat zover mee: Enschede.