Stromae maakt dansbare muziek met slimme teksten. De man achter de artiestennaam Stromae (verlan voor Maestro) is Paul van Haver. Hij heeft zijn nieuwe album √ genoemd, of Racine carrée – Frans voor vierkantswortel. Niet toevallig koos hij voor dit album ook wiskundige patronen voor zijn kleding, in zijn clips en natuurlijk op zijn website. Er is duidelijk over nagedacht – dus niet alleen zijn muziek is meesterlijk.
Stromae schakelde het Brusselse reclamebureau Bold in om voor elk liedje een ander patroon te ontwerpen. Deze patronen zijn geïnspireerd op Afrikaanse motieven, waar ook Stromaes roots liggen (zijn vader was Rwandees). Ze horen ook bij de teksten: het patroon voor de eerste single Papaoutai (Papa, waar ben je?) beeldt een ouderfiguur af met een kind aan de hand (of in de nek, afhankelijk van hoe je het bekijkt). Je ziet het zelf op de figuur hieronder. Knap werk!
Op SciLogs bekijkt Dirk Huylebrouck deze patronen vanuit een wiskundig perspectief: hij bespreekt de onderliggende symmetriegroepen en licht een verband toe met de Möbiusring.
Stromae vroeg aan de mensen van Bold ook om een lettertype te ontwerpen, gebaseerd op het lettertype Century Gothic (dat hij voorheen gebruikte), maar dan ingevuld als onmogelijke figuren: ambigue figuren, die een perspectiefwisseling uitlokken (zoals het onmogelijke viervlak waar ik het onlangs over had). De letters worden onder meer gebruikt voor de betiteling van Papaoutai (hierboven) en van Formidable (lager op deze pagina).
De letter T op Stromaes welkomstpagina behoort niet tot het voorgaande alfabet. Huylebrouck ging te rade bij de Servische wiskundige Slavik Jablan, die bij deze T meteen dacht aan het grafische werk van de Japanse kunstenaar Tsuneo Taniuchi. (Zie hier de letters van Taniuchi’s “Alphabet RendeZvous“.)
Zeshoeken spelen een belangrijke rol op de website van Stromae. Een kubus die op één hoekpunt staat, lijkt van bovenaf bekeken ook een zeshoekige omtrek te hebben. Bovendien kun je hier een ambigue figuur van maken. Als het een transparante kubus is, wordt het een soort ontaarde Necker-kubus (ontaard omdat de twee centrale hoekpunten samenvallen). Maar ook bij een ondoorschijndende kubus treedt er een illusie op: het perspectief kan dan wisselen tussen hol en bol. Omdat de (schijnbare) omtrek zeshoekig is en regelmatige zeshoeken een regelmatige vlakvulling toelaten (honingraat-patroon), kun je zo dus een vlakvulling maken van ambigue kubussen.
Het idee om een vlakvulling te maken van ambigue kubussen inspireerde vele kunstenaars. Ik geef drie voorbeelden:
Op de cover van Stromaes tweede single Formidable, die je hieronder ziet, staan verhuisdozen met opschrift Fragile en het symbool van een gebroken glas, weerom in een zeshoek. De verhuisdozen passen uiteraard bij de tekst van het nummer. Stromae zingt aan het begin immers: “Je suis célibataire et depuis hier, putain. Je [ne] peux pas faire l’enfant, mais bon.” Het wordt dus gezongen vanuit het perspectief van iemand die gisteren is buitengezet door zijn ex. (Naar verluidt is het lied gebaseerd op zijn relatiebreuk met Tatjana Silva.) De kubusvormige verhuisdozen zorgen voor dezelfde optische illusie als die waar we het net over hadden: het is niet helemaal duidelijk of we het deksel of de bodem van de dozen zien.
Het is mij trouwens niet voor 100% duidelijk of deze ambiguïteit opzettelijk is of niet. Door de plakband die doorloopt op de zijde met ‘Fragile‘ lijkt het om het deksel te moeten gaan; ook dit logootje ondersteunt deze visie. Maar doordat Stromae zelf op de grond ligt, wordt de suggestie gewekt dat we de dozen van onderaf zien, en dan is het toch de bodem. Verwarrend! :-)
De illusie van diepte is in elk geval heel sterk. Dit motief doet Huylebrouck dan weer denken aan de op-art van de Frans-Hongaarse kunstenaar Victor Vasarely.

Patroon van ambigue verhuisdozen (kubussen) bij de single Formidable van Stromae. (Bron afbeelding.)
Stromaes afbeelding van de onmogelijke vierkantswortel is zelf een onderdeel van een soort onmogelijke kubus (in het blauw aangeduid op zijn trui in de foto hieronder; meer foto’s vind je hier). Zoals je kunt zien in de achtergrond bij de grote foto hieronder zijn de kubussen in dit geval in één richting een beetje uit elkaar geschoven zijn. Hierdoor is deze vlakvulling niet gebaseerd op een zeshoekig honingraat-patroon.
Mij doen al deze kubussen denken aan Danny’s werk dat eerder dit jaar de cover haalde van een vaktijdschrift. Als cadeautje voor zijn tweede doctoraat vorig jaar heb ik onderstaande figuren – die ook op de cover van zijn scriptie stonden – op een T-shirt gezet. Ons zoontje is erdoor gefascineerd en geeft er telkens een hele uitleg bij – in zijn eigen éénjarigentaal uiteraard. (Ik was zwanger toen ik naar Danny’s doctoraatsverdediging ging. Zou het daaraan liggen?)

Deze Vasarely-achtige kubussen zijn het resultaat van kwantumchemische berekeningen. Lukt het jou om ze als driedimensionale figuren te zien?
Zoek je wat afleiding, dan kun je online dit Vasarely-achtige patroon inkleuren. En ondertussen naar een liedje van Stromae luisteren (zoals Papaoutai of Formidable), natuurlijk!