Tag Archief: kunst

Regenbogen

Ik had regenbogen aangekondigd voor augustus, maar tot nu toe zag ik enkel deze (dubbele) regenboog op het schilderij “A View from Portishead towards Wales” van Joseph Walter uit circa 1832. Ik maakte deze foto in het stadsmuseum van Bristol, waar we eerder deze maand waren.

Dubbele regenboog op schilderij van Joseph Walter.

Dubbele regenboog op een schilderij van Joseph Walter.

Het is op de valreep, maar gisteren heb ik alsnog een echte augustusboog op de gevoelige CCD weten te vangen. :-)

Regenboog in augustus.

Regenboog in augustus.

Graffiti in Bristol (deel 2/2): See No Evil 2012

See No Evil, editie 2012: graffiti-manifestatie in Bristol.Gisteren vertelde ik al over graffiti van Banksy en ROA in Bristol. Vandaag nog meer kleurrijke foto’s van bespoten muren.

Toen ik vorig jaar naar het station ging om weer naar Oxford te vertrekken, nam de bus een iets andere route dan op de heenweg. Deze route leidde langs Nelson Street waar ik me even in de graffiti-hemel waande: er stonden heel grote werken in knalkleuren. Ik haalde nog mijn camera boven, maar onderstaande foto – gemaakt op een grijze herfstdag en vanuit een rijdende bus – is slechts een fletse afspiegeling van wat ik daar allemaal zag. (Klik hier voor een veel duidelijkere foto!)

Bristol november 2011.

Bristol, november 2011: toen ik met de bus passeerde in Nelson Street waande ik me even in de graffiti-hemel.

Voor dit jaar was ik dus vast van plan om die buurt te voet te verkennen. Danny zag in het Metro-krantje op de trein dat er deze week een graffiti-festival gehouden werd in Bristol: “See No Evil” in Nelson Street, een vervolg op de succesvolle eerste editie van vorig jaar. Helaas kon ik de werken die ik in november gezien had dus niet meer gaan fotograferen: de meeste zijn overschilderd om plaats te maken voor nieuwe kunstwerken. Hieronder zie je een aantal uitzonderingen: deze grote stukken zijn (na publieksstemming) nog mogen blijven staan.

Werken van

Deze werken van “See No Evil” editie 2011 hebben het overleefd tot na de editie van 2012. Linksboven: de verfgietende man van Nick Walker. (De rode en zwarte lijnen onderaan zijn dit jaar toegevoegd door SheOne. Jammer, want zonder deze wirwar vond ik het grafisch sterker.) Rechtsboven: moeder en kind van El Mac uit LA. Leuk om te zien hoe een oud thema uit de schilderkunst nieuwe vorm krijgt. Linksonder: Tats Cru ‘The Mural Kings’. Rechtsonder: zwevende wolfsjongen van de Spaanse artiest Aryz.

Dan een voorsmaakje van de huidige editie. Het echte feest barst pas dit weekend los: dan kun je de nieuwe muren bewonderen terwijl DJ’s voor de bijpassende muzikale sfeer zorgen. Er wordt nog volop gewerkt, dus veel stukken zijn nog niet af, maar het is al duidelijk dat het weer een fantastisch geheel gaat worden.

See No Evil 2012.

See No Evil” 2012. Links: naast de verfgietende man verrees deze industriële fantasie van de Poolse graffiti-kunstenaar M City. Rechts: het motto van het festival, “See No Evil“, in Art Nouveau stijl van de hand van de curator, Inkie.

Het voordeel van iets te vroeg op de afspraak te zijn is natuurlijk dat je de kunstenaars zelf aan het werk kunt zien en iets meer inzicht krijgt in hoe ze zo’n groot oppervlak te lijf gaan.

See No Evil 2012.

See No Evil” 2012. Linksboven: een zeer fantasievolle en toch anatomisch correcte compositie in een samenwerking van Flying Fortress en Nychos. Rechtsboven: nog geen idee wat dit werk van de Duitse SatOne zal voorstellen als het af is, maar groot en zinderend van kleur wordt het alleszins! Linksonder: de Amerikaan Mark Bodé aan het werk. “Gooi nog maar een spuitbus, mannen*!” Rechtsonder: de Franse Raw Crew was nagenoeg klaar met hun stuk.

(*) Voor je denkt dat graffiti alléén een mannenzaak is: er staat ook een vrouw op de affiche (de Franse Kashink), maar ik heb haar niet zelf aan het werk gezien, dus heb ik ook geen foto’s om het te bewijzen. Ook aan het RWA, waar ik gisteren al over schreef, was een werk van een vrouw te zien: een beer van de hand van Deedee Cheriel.

Aan het kruispunt van Quay Street en Christmas Street ligt een Sint-Jan Baptistkerk. Onder de toren zijn er drie doorgangen: een bredere poort voor fietsers in het midden en twee smalle tunnels voor wandelaars ernaast. De muren van de voetgangerstunnels zijn beschilderd en deze recente aanvulling past er wonderwel, misschien niet zo zeer bij een kerk, maar wel bij de verweerde stenen van het oude gebouw.

Onder de kerktoren in Bristol...

Onder de kerktoren in Bristol… Links: Neptunus wenkt je de tunnel in. Rechts: deze versteende eenhoorn deed me denken aan het exemplaar op het Council House (foto gisteren).

Via deze tunnels kom je bij het tweede voltooide werk van “See No Evil” 2012: een spannend duel op zwart-wit tegels. Danny’s favoriet van de nieuwe editie was overigens het mechanische fantasiedier van PixelPancho.

See No Evil 2012.

See No Evil” 2012. Linksboven: Danny in de tunnel met uitzicht op alweer een indrukwekkend nieuw werk. Rechtsboven: het duel van de Ierse schilder Connor Harrington. (Zie hier voor een foto van schilderwerk aan de vloer.) Linksonder: dit schone fantasiebeest van PixelPancho was zelfs nog niet helemaal af! Rechtsonder: Bristol is een stad met behoorlijk wat hoogteverschillen. Als bewijs hier een uitzicht op Nelson Street.

Ook buiten de festivalzone zagen we nog enkele staaltjes straatkunst. We waren eigenlijk op zoek naar een Banksy in de buurt van het ziekenhuis, maar die blijkt verdwenen. In de plaats daarvan vonden we een koninklijk stuk van Incwel, getiteld “Still Sane“.

Bristol 2012.

Bristol 2012. Linksboven: Incwel voorziet hare majesteit van Bowie-make-up. Rechtsboven: reverse graffiti van een vliegende auto – sweet! Linksonder: deze roos groeit in een onopgemerkt hoekje. Rechtsonder: de kunstenaar van weleer werkte op doek dat nu in het stadsmuseum hangt; tegenwoordig werkt hij of zij op de muur langs de straat, maar de fascinatie met heldere kleuren en het scherpe oog voor maatschappelijke thema’s is hetzelfde gebleven. Toch?

Dit weekend gaan er ook studenten van de Universiteit van Bristol met spuitbussen aan de slag op “See No Evil” om zo hun onderzoeksonderwerp toe te lichten. Leuke actie! :-) Nog meer foto’s van “See No Evil” vind je hier (Flickr-groep) en hier (instagrams). Ook handig om je eigen bezoek te plannen als het festival weer om is: een interactieve kaart met de locatie van heel wat graffiti in Bristol.

Graffiti in Bristol (deel 1/2): van Banksy tot ROA

See No Evil, editie 2012: graffiti-manifestatie in Bristol.Op dinsdag werd er aan de Universiteit van Bristol een workshop gehouden over “historical counterfactuals“: dit zijn voorwaardelijke zinnen waarvan de voorwaarde niet waar is, maar wel iets uitdrukt dat op een bepaald moment in de geschiedenis mogelijk is geweest. Een voorbeeld: “Als de aarde niet om haar eigen as draaide, kenden wij geen dag- en nachtritme.” Filosofen en logici stellen zich de vraag hoe je kunt nagaan of en wanneer dergelijke zinnen waar zijn.

In mijn praatje lichtte ik toe hoe je infinitesimale kansen kunt combineren met modellen uit de modale en temporele logica waarin tijd als een zich vertakkende boomstructuur wordt voorgesteld. Vervolgens paste ik dit toe op een voorbeeld met oneindige lange rijen van muntworpen. Tot slot analyseerde ik dan enkele voorwaardelijke zinnen over deze muntworpenrijen.

Ik was al één keer eerder in Bristol geweest: in november 2011, tijdens mijn verblijf in Oxford, nam ik ook de trein naar Bristol om er een presentatie te geven. Door tijdsgebrek bleef mijn stadsbezoek toen beperkt tot een wandeling naar de Clifton Suspension Bridge: het was avond en de negentiende-eeuwse hangbrug van ingenieur Brunel leek onheilspellend te hangen over een kloof gevuld met het Absolute Niets.

Deze keer had ik mijn reisschema iets ruimer gepland om toch iets meer te kunnen zien van de achtste grootste stad van het Verenigd Koninkrijk (zesde grootste van Engeland). We kwamen zondagavond toe en hadden na de lange treinreis nog net genoeg fut voor een avondwandeling. De hangbrug lag er ditmaal zonovergoten bij en we konden zelfs het water van de rivier (de Avon) in de diepte zien stromen. Het was erg druk op de weide vanwaar je een panoramisch zicht hebt op de constructie. Er zaten groepjes mensen te picknicken en anderen stonden met grote camera’s op statief naar de brug gericht. Vlakbij zagen we kinderen spelen en van de rotsen glijden – blijkbaar een populaire bezigheid op deze plek, want de rotsen zijn er helemaal glad door afgesleten. Er heerste een soort festivalsfeer, maar er was geen plaats voor een podium.

We kwamen er pas de volgende ochtend tijdens het ontbijt achter dat het zondag de laatste dag was van een internationaal festival met heteluchtballons dat jaarlijks in Bristol wordt gehouden. Aha, dus vandaar de grote toeloop en al de camera’s! :-)

Bristol 2012.

Bristol. Linksboven: de tolbrug in Clifton (stadswijk in het noordwesten van Bristol). Rechtsboven: eenhoorn op het dak van het raadshuis (Council House). Linksonder: kinderen gebruiken de rotsen als glijbaan met uitzicht op de hangbrug. Rechtsonder: detail van de overkapping van een waterpomp.

Bristol is ook bekend vanwege zijn graffiti: sinds de jaren negentig is Banksy hier actief. Zijn stijl is heel herkenbaar: hoofdzakelijk zwart-wit met een beetje kleur, gebruik van stencils (naar verluidt slim gepikt van Blek le Rat) en vooral de satirische boodschap. Op een blinde gevel aan Park Street, schuin tegenover het Council House, vind je de naakte man die uit het raam hangt. Jammer genoeg is deze klassieker intussen met blauwe verf bekogeld, al zijn de vlekken buiten de beschilderde oppervlakken wel weer schoongemaakt. Banksy is bekend genoeg dat het stadsmuseum (Bristol City Museum and Art Gallery) in 2009 een tentoonstelling aan hem wijdde. Als aandenken staat er in de inkomhal van het museum een beeld van een engel met een pot roze verf over het hoofd en in de vaste collectie spotte ik nog een originele Banksy: een doek van het type dat speciaal wordt gemaakt voor graffiti-verzamelaars (bandwerk van het duurdere type).

Bristol 2012.

Banksy. Links: graffiti van Banksy aan Park Street. Rechtsboven: beeld van Banksy in de inkomhal van het stadsmuseum. Rechtsonder: doek van Banksy.

We zagen in Bristol nóg een bekende stijl: graffiti van grote beesten en skeletten in zwart-wit, dat moet ‘onze’ ROA zijn! Ik ken ROA niet persoonlijk, maar hij is afkomstig uit Gent en we zijn dus vertrouwd met zijn vogels op diverse plekken in de stad en met de buffel aan het Spaanskasteelplein. (Ze zijn even herkenbaar als maar wel compleet verschillend van de kleurrijke stijl van zowel Bue The Warrior als Chase “Remember who you are”.) Toen ik voor het eerst een werk van hem zag, deed het me denken aan een houtskooltekening vanop de tekenacademie. Ook het feit dat hij vaak skeletten afbeeldt doet me aan academisch werk denken. Daarmee bedoel ik helemaal niet dat het niet origineel zou zijn: hij verkrijgt dit effect met heel andere materialen (verf op steen, geen houtskool op papier) en op een zeer groot formaat. Bovendien weet hij zijn werk vaak op een originele manier in de beschikbare ruimte in te passen. Intussen is ROA’s werk dan ook geheel terecht over heel de wereld te vinden.

Op internet had ik al voorbeelden gezien van werken waarbij hij gebruikt maakt van bewegende onderdelen (bijvoorbeeld een poort) waardoor je als het ware het inwendige van een dier kunt zichtbaar maken. In Bristol heb ik eindelijk zelf zo’n voorbeeld kunnen fotograferen. Blijkbaar was ROA vorige maand in Bristol en liet hij er twee werken achter. Het eerste werk dat we zagen bevindt zich boven de ingang van de Royal West of England Academy (RWA) en maakt deel uit van hun huidige tentoonstelling “Unnatural natural history“: een dode vogel ligt bovenop een dood gordeldier. De kop van de vogel is op een paneel geschilderd dat kan draaien in de wind; aan de achterkant zie je dat de kop van de vogel is afgehakt en dan ligt er enkel de doodskop. Het tweede werk bevindt zich op een muur in Nelson Street. Deze vos was de eerste bijdrage voor “See No Evil” editie 2012; er staan nu stellingen voor omdat andere artiesten daar nu druk aan het werk zijn, waarover meer in mijn volgende blogpost. (Klik hier voor foto’s van tijdens het werk aan de vos en foto’s van net na de voltooiing. En dit is de korte bio van ROA op de website van See No Evil: niets dan lof.)

Bristol 2012.

Bristol 2012. Linksboven: werk van ROA boven de ingang van het RWA. Linksonder: als het centrale paneel gedraaid is, blijft er van de vogelskop enkel een doodskop over. Rechts: vos van ROA in de Nelson Street, onderdeel van het “See No Evil” festival.

Rond de ingang van het RWA staat er trouwens nog meer graffiti opgesteld: een werk van de Duitse graffiti-kunstenaar Case, een kakelvers werk van een Australische kunstenaar (gemaakt op 15 augustus; sorry, de naam weet ik niet) en “Impossible is possible” van Pure Evil.

Bristol 2012.

Bristol 2012. Linksboven: Case. Rechtsboven: vers werk van een Australische graffitikunstenaar. Onder: “Impossible is possible” van Pure Evil.

Aanvulling (17 augustus 2012):

de Australische kunstenaar is Reka One zo ontdekte ik via deze bron.

Moment van ontroering

Het mechaniek van de ontroering.Rudi van den Hoofdakker is eerder deze week overleden en met hem mijn favoriete dichter: Rutger Kopland. Ik hoorde het nieuws vandaag op de radio. Het spijt me dat ik niet eerder een stukje over hem geschreven heb. Hij stond nochtans hoog op mijn lijstje met dichters die (ook) over wetenschappelijke onderwerpen schreven. Rudi van den Hoofdakker was hoogleraar psychiatrie aan de Rijksuniversiteit Groningen en die achtergrond klinkt geregeld door in het werk dat hij onder zijn pseudoniem Rutger Kopland publiceerde.

Ik zou vandaag maar wat graag zijn beschouwingen over poëzie en herinnering herlezen in “Het mechaniek van de ontroering”, maar helaas heb ik dat boek hier niet bij de hand. Dit vaak geciteerde stuk uit de bundel plukte ik dan maar van internet:

Wat is het toch dat een grap, een vondst, een gebaar, een foto, een schilderij, een paar regels, dat die iets teweeg kunnen brengen, iets onverhoeds kunnen laten gebeuren dat lijkt op het losspringen van een slot. Een op het eerste gezicht onbetekenende sleutel past op een slot waarvan je niet wist dat je dat in je omdroeg. Ik ben al lang nieuwsgierig naar die sleutels en die sloten, dat mechaniek van de klik.

Een boek dat ik wel bij de hand heb is een bloemlezing met Koplands gedichten. Daarin staat natuurlijk “Jonge sla”. Dit gedicht weerklonk ook bij het radiobericht over zijn overlijden, maar het is intussen zo’n cliché geworden, dat ik haast niet meer kan geloven dat het ooit oprecht bedoeld is geweest. Daarom plaats ik een ander gedicht, “De laatste bevindingen”, dat meteen een goede illustratie is van wetenschappelijk geïnspireerde poëzie.

De laatste bevindingen

 

Er waren zoals we dachten te weten twee werelden –

de echte en die andere

 

dit onderscheid is onlangs bij nader onderzoek

een overbodige illusie gebleken: deskundigen

hebben in menselijke hersenen gezocht

en geen verschillen gehoord of gezien

 

integendeel, wat zij vonden was met geen pen

te beschrijven, zo ongelooflijk eenvoudig

zo mooi

 

zij noteerden:

 

‘De nacht viel in de ramen van ons instituut,

maanlicht streek over de jonge borsten

van onze vrouwelijke proefpersoon

 

en ja, de door haar hersencellen aangedreven apparaten

zuchtten en in onze microscopen zagen we

in haar moleculen melkwegen van verlangen.

 

Wij zoeken nog koortsachtig naar formules.’

 

Aldus enkele opgetogen, onbedoeld lyrische citaten

uit hun verslag

Als je niet vertrouwd bent met het werk van Kopland, leen dan zeker eens een dichtbundel bij de bibliotheek of lees als opwarming deze korte bespreking van zijn werk.

Beroepsmisvorming in Rome

SPQR: Senatus PopulusQue Romanus of De Senaat en Het Volk van Rome.Dit is het derde en laatste deel van mijn reisverslag over Rome. Hoewel ik al schreef van onze puur toeristische reis naar Rome (deel 1 en deel 2), sloegen ook daar soms enige vlagen van beroepsmisvorming toe. Vandaag dus nog enkele foto’s van deze momenten.

Bij gebrek aan regen kon ik mijn favoriete optische effect niet waarnemen, maar op schilderijen zag ik wel halo’s en regenbogen. Ook aan spiegelende oppervlakken was er geen gebrek.

Optica in Rome.

Optica in Rome. Linksboven: een fresco van Ludwig Seitz in de Galleria dei Candelabri. (Ik hoop dat dit een halo moet voorstellen en geen regenboog, want anders zit het rood aan de verkeerde kant.) Rechtsboven: Schilderij van de Poolse kunstenaar Jean Matejko in de Sobieski-kamer. Bij deze regenboog staan de kleuren in elk geval in de juiste volgorde, maar de lucht buiten de boog is donkerder dan erbinnen – dat kan niet dat is goed gezien van de schilder! [Correctie juni 2014; zie commentaar van Drabkikker.] Linksonder: De achterkant van de spiegel van een mooi opgeblonken taxi doet dienst als bolspiegel. Rechtsonder: In de zonnebril van Danny zien we het huis van de Vestaalse maagden (in het Forum Romanum) weerspiegeld.

Het Sint-Pietersplein in Vaticaanstad heeft de vorm van een ellips. Het plein en de colonnade eromheen zijn ontworpen door Bernini. Als je in één van de brandpunten van deze ellips gaat staan, lijkt de colonnade uit slechts één rij zuilen te bestaan, terwijl er in werkelijkheid vier rijen zuilen achter elkaar staan.

Verder zagen we tijdens onze reis ook een mooi voorbeeld van een anamorfose.

Gezichtsbedrog in Rome.

Gezichtsbedrog in Rome. Linksboven: een brandpunt van het ellipsvormige Sint-Pietersplein wordt aangegeven met deze steen. Rechtsboven: Vanop deze steen zie je enkel de eerste rij van de vier rijen zuilen van de colonnade. Linksonder: als je de Sant’Ignazio di Loyola binnenkomt, lijkt de kerk een koepeldak te hebben. Rechtsonder: Als je er pal onder staat zie je echter dat het plafond vlak is – een slimme toepassing van een anamorfose.

Vorige keer toonde ik al enkele foto’s van glasramen, maar ook de kerkvloeren zijn het bewonderen waard. In Rome ontwikkelde de Cosmati familie vanaf de twaalfde eeuw een bijzondere techniek waarbij stukjes marmer in geometrische patronen worden gelegd. Hieronder enkele mooie voorbeelden van dit cosmatenwerk.

Cosmaten in Rome.

Cosmatenvloeren in Romeinse kerken. Linksboven: basiliek van Santa Maria in Trastevere, oudste Mariakerk van Rome. Rechtsboven: de basiliek van Santa Maria Maggiore. Links- en rechtsonder: Sint-Jan van Lateranen.

Vóór het Palazzo di Montecitorio staat de obelisk van Montecitorio. Dit is een rood-granieten obelisk uit het oude Egypte waar bovenop een bal met een opening is geplaatst zodat het geheel dienst zou kunnen doen als puntzonnewijzer. Een dergelijke zonnewijzer dient niet om het uur van de dag aan te wijzen, maar duidt op de middag een punt aan op de meridiaan: dit punt varieert met de hoogte van de zon in de loop van het jaar. Helaas is de bijbehorende meridiaan, die naar de ingang van het Palazzo di Montecitorio loopt, niet juist georiënteerd waardoor de obelisk zijn functie als puntzonnewijzer hier niet kan vervullen. (De obelisk gaat terug op het horologium van Augustus en heeft al in diverse hoedanigheden op verschillende plaatsen in Rome gestaan.)

Een tweede meridiaan voor een puntzonnewijzer treffen we aan in de Santa Maria degli Angeli; deze “Linea Clementina” uit 1702 is juist georiënteerd en werkt dus wel nog, al waren we er niet op het juiste uur om de datum (en het bijbehorende sterrenbeeld) te kunnen aflezen.

Zonnewijzer en meridiaan in Rome.

Puntzonnewijzers en meridianen in Rome. Boven: de obelisk van Montecitorio met (fout georiënteerde) meridiaan. Onder: meridiaan van de puntzonnewijzers in de Santa Maria degli Angeli.

Mijn favoriete kunstwerk in de Vaticaanse musea is het fresco van Rafaël dat de School van Athene afbeeldt – hét symbool van de wijsbegeerte. Op het plafond boven dit werk is er een rond fresco dat de woorden “causarum cognitio” bevat. Dit verwijst naar de leer van Aristoteles die het kennen van oorzaken (het weten waarom) benadrukte; Aristoteles staat natuurlijk rechts van Plato centraal afgebeeld in de School van Athene.

Het olifantje van Bernini, dat ik in het eerste deel al vermeldde, komt nog eens aan bod vanwege de inscriptie: “Robustae mentis esse solidam sapientiam sustinere“, wat zoiets betekent als “Het vereist een sterke geest om de last van wijsheid te dragen”. :-)

Wijsbegeerte in Rome.

Wijsbegeerte in Rome. Links: School van Athene met detail van het plafond. Rechts: het olifantje van Bernini met inscriptie.

Hoewel Leonardo Da Vinci niet echt thuishoort in Rome (eerder in Firenze) bezochten we toch de tentoonstelling in de kanselarij met machines gebaseerd op zijn tekeningen. De tentoonstelling is ingedeeld volgens de vier elementen en laat toe een deel van de opstellingen zelf uit te testen. Ideaal dus voor kinderen of twee fysici. :-)

Tentoonstelling van Da Vinci's machines.

Tentoonstelling van Da Vinci’s machines. Bij het element lucht zie je deze studies van vliegmachines.

Wat kansrekening betreft heb ik geen bijzondere connecties gevonden in Rome, maar we wandelden wel voorbij het Nationale Bureau van de Statistiek.

Bureau van de Statistiek in Rome.

Nationaal Bureau van de Statistiek in Rome.

Ik ben zeker niet de enige die last heeft van beroepsmisvorming op vakantie. Dat blijkt wel uit het (getekende) reisverslag van Jorge Cham van PhD Comics: deel 1, deel 2 en deel 3.

Zo, hiermee sluit ik mijn drieluik over onze inspirerende reis naar Rome af. Vanavond eten we spaghetti. En daarna een Italiaans ijsje van bij Nonno. :-)

Rariteiten in Rome

SPQR: Senatus PopulusQue Romanus of De Senaat en Het Volk van Rome.In het eerste deel van mijn verslag van onze Rome-reis besteedde ik vooral aandacht aan de grote klassiekers. In dit tweede deel toon ik foto’s van de kleinere merkwaardigheden en aparte details.

Naast majestueuze beelden viel ons oog ook op grappige gevelstenen en expressieve maskers. Deze versteende grimassen inspireerden ons tot een potje gekke-bekken-trekken in de metro.

Maskers en grimassen in Rome.

Maskers en grimassen in Rome. Linksboven: schattige gevelsteen (nabij het theater van Marcellus). Rechtsboven en linksonder: grimassen in de Vaticaanse musea. Rechtsonder: gekke bekken in de metro.

Zoals de meeste grootsteden heeft Rome geen grote biodiversiteit. Op het vlak van fauna zagen we duiven, meeuwen, katten (bij het kattenopvangcentrum op de Largo di Torre Argentina, ook bekend als ‘Kattenforum’) en enkele vlinders. Rome is daarentegen wél rijk aan fabeldieren.

Fabeldieren in Rome.

Fabeldieren in Rome. Linksboven: Er zijn veel draken en andere fabeldieren te zien op de maniëristisch versierde randen rond ramen en deuren in de galerie met de geografische kaarten in de Vaticaanse musea. Rechtsboven: Deze rare snuiter zit op de zuil vóór de basiliek van Santa Maria Maggiore. Linksonder: Dit exemplaar zit verscholen in de Vierstromenfontein. (Volgens Danny is het een krokodil, maar ik zie er een waterdraak in.) Rechtsonder: Als Disney nog eens een sidekick zoekt, stel ik voor dat ze inspiratie opdoen bij deze mozaïek in de Vaticaanse musea.

In de Vaticaanse musea is er zo veel kunst te zien, dat je het risico loopt al na enkele gangen niets meer te zien… Toch was ik meteen gecharmeerd door deze sprookjesachtige schilderijen. Ik wist niet wie ze geschilderd had of wat ze precies voorstelden, maar ze zagen er bijzonder fris uit (waarschijnlijk door de combinatie van heldere kleuren in de voorgrond en het grisaille van de achtergrond) en je kon er zo een heel verhaal bij bedenken. Aan de hand van de tekst boveaan vond ik intussen deze link met een beetje uitleg over het bovenste schilderij; deze en enkele andere allegorische fresco’s van de hand van Ludwig Seitz bevinden zich in de Galleria dei Candelabri.

Sprookjesachtige schilderijen in Rome.

Twee sprookjesachtige schilderijen van Ludwig Seitz. Boven: engel en oude man onder inscriptie “Gratia Dei et contentione voluntatis excellentiam virtutis adipiscimur“. Onder: ridder en engel onder inscriptie “Est Rosarium praecipue implorando Matris Dei patrocinio adversus hostes Catholici nominis institutum (Leo XIII)”.

Sticker-graffiti zie je overal – van Gent tot in Rome. Hieronder een kleine collectie van – al dan niet gemodificeerde – Romeinse borden.

Borden in Rome.

Borden in Rome. Linksboven: toepasselijk is deze sticker-graffiti wel in een stad die zo veel kerken telt. Rechtsboven: Rome sweet home. Linksonder: het is verboden te zitten op de treden van de basiliek van Santa Maria Maggiore. Rechtsonder: een veel-voorkomende sticker graffiti.

Als het na dit tweede deel nog niet duidelijk is dat we als echte toeristen in Rome waren, dan voer ik nog deze foto’s aan als bewijs.

Toeristen in Rome.

Toeristen in Rome. Linksboven: Danny in het Colosseum. Rechtsboven: om de cosmatenvloer in de Santa Maria in Cosmedin te bewonderen, moest ik wel mijn schouders bedekken… met een doorzichtige sjaal – tja! Linksonder: Danny gaat op zoek naar een nieuw aureooltje bij Gammarelli, de hofleverancier van de paus. Rechtsonder: ik rust even uit in de schaduw bij de ‘fontein van de lekkende boot‘ vóór de Spaanse trappen.

Binnenkort plaats ik hier het derde en laatste deel met foto’s uit Rome die verwijzen naar fysica en filosofie.

Rome van fontein tot fontein

SPQR: Senatus PopulusQue Romanus of De Senaat en Het Volk van Rome.Ik droom al van Rome van bij de eerste les Latijn (rosa, rosam, rosae). Toch was ik nog nooit in de eeuwige stad aan de Tiber geweest: onze laatstejaarsreis destijds ging naar Barcelona in plaats van naar Rome en er kwam ook maar geen interessant congres in het vizier. Zo kon het niet langer en dus pakten wij deze week onze koffers en vlogen naar Italië. Niet voor een werkbezoek zoals eerder dit jaar (Pisa), maar voor een echte vakantie!

We hebben op vijf dagen tijd veel moois gezien, dus doe ik hier verslag met extra veel foto’s.

We boekten een groepsreis en hadden het grote geluk dat we een zeer bekwame gids troffen en een leuke groep medereizigers. Op het plaatje hieronder zie je enkele ingrediënten die onze reis helemaal geslaagd maakten.

Benodigdheden voor een geslaagde reis naar Rome.

Dit is wat je nodig hebt voor een geslaagde reis naar Rome. Linksboven: een bekwame gids en fijne reisgezellen. Rechtsboven: een ontvanger met een oortje zodat je vrij kunt rondlopen en toch geen woord van de uitleg hoeft te missen. Linksonder: een weekkaart voor de metro. Rechtsonder: een hotel voor een goed bed in een koele kamer.

We bezochten natuurlijk alle grote klassiekers, dus laten we daarmee beginnen in onderstaand overzicht van twee keer vier foto’s.

Klassiekers in Rome - deel 1.

Klassiekers in Rome – deel 1. Linksboven: het Pantheon. Rechtsboven: zicht op het Colosseum vanop de Via dei Fori Imperiali, die ’s zondags autovrij is. Linksonder: het Forum Romanum. Rechtsonder: de Laocoöngroep in de Vaticaanse musea.

Klassiekers in Rome - deel 2.

Klassiekers in Rome – deel 2. Linksboven: la Bocca della Verità (Mond der Waarheid). Rechtsboven: detail van de Vierstromenfontein (god van de Nijl) voor de basiliek Sant’Agnese in Agone op de Piazza Navona. Linksonder: de Sint-Pietersbasiliek in Vaticaanstad. Rechtsonder: plafondschildering van Michelangelo in de Sixtijnse Kapel.

Het was erg warm tijdens ons verblijf: de eerste thermometer die we zagen gaf 37°C aan. Op het warmste moment van de dag zou het tot 41°C zijn geweest (in de schaduw uiteraard) en ’s nachts koelde het niet af onder de 20°C. Het werd dus een zoektocht naar schaduwplekken en een tocht van fontein naar fontein. Gelukkig heeft Rome een fantastisch systeem van gratis, koel drinkwater: de nasoni. ‘Nasone‘ is Italiaans voor ‘dikke neus’ en slaat op de vorm van de tuit waar het water uitstroomt. Op deze kaart staan alle nasoni aangeduid, maar met dit weer zijn ze gemakkelijk te vinden: er staan altijd wel mensen te drinken of hun flesje op te vullen.

Het water is afkomstig uit de Apennijnen (via oud-Romeinse aquaducten die weliswaar in verval raakten, maar later gerestaureerd zijn) en wordt opgevangen in een ondergronds reservoir op 130 km buiten het centrum. Aangezien dit water een gratis stadsdienst is, wordt het wel ‘acqua del sindaco‘ (‘water van de burgemeester’) genoemd. De eerste nasoni werden geïnstalleerd in 1872 om de markten van water te voorzien. Tegenwoordig zijn er 2500 fonteintjes, die beheerd worden door ACEA, dat ook de waterkwaliteit bewaakt. In tegenstelling tot het kraantjeswater bevat het gratis water geen chloor en juist wel veel calcium: extra gezond dus. Dagelijks stroomt er 16 000 kubieke meter uit deze drinkfonteinen. Het is wel wat vreemd om te zien dat dit water blijft stromen, dag en nacht, ook als niemand ervan drinkt. Het lijkt een enorme verspilling, maar blijkbaar wordt dit water opgevangen en gebruikt voor irrigatie, industriële schoonmaak en dergelijke. (Bronnen voor dit stukje: NYTimes, Wikipedia.)

Rome van fontein tot fontein.

Water in Rome. Linksboven: één van de vele drinkfonteintjes die de stad rijk is. Rechtsboven: de Trevifontein. Linksonder: de Schildpaddenfontein. Rechtsonder: ook dieren hebben dorst.

Op de foto’s hierboven zag je al de Vierstromenfontein en de Trevifontein; hieronder nog drie andere beeldhouwwerken van Bernini en zijn graf.

Beeldhouwwerken van Bernini in Rome.

Beeldhouwwerken van Bernini in Rome. Linksboven: het bronzen baldakijn in de Sint-Pietersbasiliek. Rechtsboven: één van de engelen (met fiere meeuw) op de Engelenbrug. Linksonder: het olifantje dat een obelisk torst op het plein vóór de basiliek van de heilige maagd, gebouwd over de tempel van Minerva. Rechtsonder: inscriptie op de trede naast het graf van Bernini in de basiliek van Santa Maria Maggiore.

Naast drinkfonteintjes en schaduwrijke terrassen biedt het zomerse Rome ook verkoeling in de vele kerken. Hieronder enkele glasramen van Romeinse kerken.

Glasramen in Romeinse kerken.

Glasramen in Romeinse kerken. Linksboven: glasraam in de basiliek van Santa Maria Maggiore. Rechtsboven: glazen koepel van de Santa Maria degli Angeli in de voormalige thermen van Diocletianus. Links- en rechtsonder: de mooiste glasramen zag ik in de basiliek van de heilige maagd, gebouwd over de tempel van Minerva.

We brachten ook een bezoek aan de catacomben, maar daar mochten geen foto’s gemaakt worden. En nog een belangrijk aspect dat ontbreekt op de foto’s: de vele lekkere ijsjes! :-)

In de komende dagen volgen nog twee delen van dit verslag: eerst één met kleinere rariteiten en dan nog één met wetenschappelijke en filosofische connecties.

Creatief flipperen

Melvin is een Rube-Goldbergmachine die een zegel op een postkaartje plakt.Zoals je weet uit het stukje over onzinmachines hou ik van mechanisch speelgoed en andere leuke mechaniekjes zoals knikkerbanen, flipperkasten en Rube-Goldbergmachines. Vandaag drie nieuwe tips in deze richting.

(1) Ten eerste wil ik zeker deze Nederlandse kortfilm een plaats geven op mijn blog: in de hoofdrol schittert een draagbare Rube-Goldbergmachine, die de makers “Melvin the Machine” gedoopt hebben. Melvin werkt niet alleen zeer soepel, hij is ook tot in de details mooi afgewerkt met als thema “Nederland”. Een leuke bonus bij het project is dat Melvin een eigen website heeft, met onder andere een interactief schema van hoe de machine werkt.

(2) Uit eigen ervaring weet ik dat zelf een flipperkast maken veel leuker is om te doen, dan om er achteraf ook effectief mee te spelen. Toch is het enthousiasme van de jonge flipperkastbouwer in het onderstaande filmpje heerlijk om te zien. :-)

Een magneettoren uit Snowball waarmee je ballen rondjes kunt laten draaien of wegslingeren.(3) Soms post ik al eens over grappige online spelletjes met een leuk fysica-element, zoals Shaun the sheep. Intussen heb ik nieuw vertier gevonden in deze categorie: de online flipperkast genaamd Snowball. Belangrijke waarschuwing: begin er niet aan als je het komende uur nog iets anders te doen hebt.

Natuurlijk is mijn fascinatie met flipperkasten grotendeels te wijten aan het mechanische, fysische aspect ervan en juist dat valt weg bij flipperprogramma’s. Snowball compenseert dit gebrek echter ruimschoots: de gewone mechanica van stuiterende ballen is voldoende realistisch geprogrammeerd én er wordt gebruik gemaakt van fysische principes die bij een gewone flipperkast uitgesloten zijn. Mijn favoriete element zijn de twee magneettorens, waarmee je de bal op een ellipsbaan kunt laten draaien of juist een andere kant uit katapulteren.Het enige onrealistische hieraan is dat de bal waarmee je speelt een sneeuwbal is en het is me niet duidelijk waarom die zo sterk op een magneetveld zou reageren. Verder is het thema van sneeuw en winter trouwens wél consequent uitgewerkt. Zo kun je extra sneeuwballen vrijmaken door een sneeuwman te rak en worden de kleinere ballen geleidelijk aan groter door over de sneeuw te rollen.

Het speelveld is een stuk groter dan bij een echte flipperkast en er zitten mini-spelletjes in verwerkt, zoals een kleine versie van Breakout. Je kunt dus wel een paar keer spelen voor je alle speciale effecten hebt ontdekt. Mijn persoonlijke topscore is meer dan vierhonderdduizend punten, maar dat zijn apennootjes vergeleken met de echte topscore van bijna zeventwintig miljoen punten. Ik wil zelfs niet weten hoeveel uur (of zijn het dagen?) je daarvoor moet spelen. Voor tips voor een redelijke score kun je eens spieken bij de commentaren van deze review. Zelf ga ik niet meer spelen, want dat fanatieke geflipper is duidelijk niet goed voor de pijltjestoetsen van mijn laptop. ;-)

Kunst met kleuren die niet bestaan

Een lichtrode panter is hetzelfde als een min groene luipaard.Roze” is een synoniem voor lichtrood. Het feit dat we daar een speciaal woord voor hebben, suggereert dat lichtrood zelf iets bijzonders zou zijn. Pakweg lichtblauw en lichtgroen krijgen geen speciale naam, dus lichtrood is naast zijn schoenen gaan lopen.

Roze is niet alleen snobistisch, maar ook een ambigu begrip. Het wordt voor flets rood gebruikt, maar ook om een verzadigde kleur aan te duiden, namelijk magenta (fuchsia voor de vrienden). Minute Physics brengt korte YouTube-filmpjes over fysica – een beetje zoals ViHart doet over wiskunde. In één van hun filmpjes leggen ze uit dat roze (in de betekenis van magenta) niet voorkomt in de regenboog. In deze context kun je roze net zo goed “min groen” noemen, omdat het wit licht is waaruit het groen is weggefilterd.

Ze zeggen in het filmpje niet dat roze niet bestaat (al staat dit wel in de beschrijving onder het filmpje), enkel dat het geen spectrale kleur is. Er zijn nog een heleboel andere “extraspectrale kleuren” zoals bruin en mauve. Toch maken sommige bloggers zich al een beetje zorgen dat roze niet echt bestaat en vinden anderen het nodig om te argumenteren dat roze wél een echte kleur is.

Net als “roze” is ook “kleur” een woord met meerdere betekenissen. In feite wordt hier het misverstand tussen Newton en Goethe, die elk hun eigen kleurenleer hadden, nog een dunnetjes overgedaan. Kleur wordt in de fysica gebruikt om specifieke golflengten aan te duiden (Newtons optica), maar kleur wordt ook gebruikt om een aspect van de menselijke waarneming te vatten (Goethes kleurenleer). In dat tweede geval gaat het zelden om één specifieke golflengte, tenzij je een regenboog ziet, of als je in een laser kijkt – wat sowieso geen goed idee is! Er is wel een link tussen fysische spectra enerzijds en menselijke kleurwaarneming anderzijds, maar dit verband is alles behalve eenvoudig uit te leggen. (Al wil ik dat in een volgend stukje wel graag eens proberen.)

Met deze bril lukt het vast om imaginaire kleuren te zien. Als je toch eens een kleur wilt zien die echt niet bestaat  (en dat zonder hallucinoge middelen), dan heb ik drie methodes voor je.

Ten eerste kun je dit proberen: zeer lang naar een vlak van verzadigd groen kijken en dan naar een rood voorwerp kijken. De groengevoelige kegeltjes zijn door het intense groen tijdelijk verblind en hierdoor zou je een tint rood ervaren, die intenser is dan spectraal rood.

Ten tweede kun je een minuut naar de bovenste helft van het prentje bij deze link staren en daarna naar de onderste helft, voor een soortgelijk effect.

Ten derde kun je ook naar het museum gaan. Dit soort waarnemingsexperimenten zijn immers een bron van inspiratie voor kunstenaars, zeker voor makers van minal art. Mijn eerste bewuste kennismaking met minal art was toen ik samen met Machteld naar een tentoonstelling ging in Duitsland. Er lagen enkele stenen op wat zand, er stonden woorden op de muur in meerdere talen, er waren grote en kleine oranje kubussen met een glad oppervlak en er was een grote spiraal waar je in mocht wandelen: smalle gangen van hoge witte muren zijn altijd goed voor een beetje zintuiglijke deprivatie. Er waren ook instructies om gekleurde lijntjes op de muur te zetten, waardoor de illusie ontstond van andere kleuren, al is dat laatste weinig vernieuwend voor een publiek dat vertrouwd is met de rasterdruk van kranten. Het leukste vond ik een installatie (mogelijk was het de Green Light Corridor van Bruce Nauman) waarbij je traag door een smalle gang moest wandelen die helgroen verlicht was. Als je uit de gang kwam en om je heen keek, leek bijna alles roze – al lijkt “min groen” hier echt de perfecte omschrijving. Helaas heb ik toen niet geprobeerd om specifiek naar een helrood voorwerp te kijken, dus die kans om imaginair rood te zien heb ik aan me voorbij laten gaan.

Dit viooltje is paars, de kleur van tovenaars.Nog een leuk weetje van het Engelstalige Wikipedia-artikel over paars: “Like orange and silver, purple has no true word that rhymes with it.” In het Nederlands hebben we wel voor de hand liggende rijmwoorden op ‘paars’ (maar daarmee ga ik deze post niet afsluiten). Trouwens, ‘mauve’ rijmt op ‘filosoof’. :-)

 

Als slot lijkt deze stelling me wel toepasselijk:

“Over kleur valt weldegelijk te twisten.”

Het SMAK verklaart musea dood

Het SMAK richt eigen grafzerk op.In de grasveldjes van het Citadelpark staan er sinds eind vorige week enkele grafzerken – een vreemd gezicht. Zijn de gemeentelijke begraafplaatsen overbezet en wordt er daarom naar het park uitgeweken? Er liggen nog stenen opgestapeld en met touwtjes zijn de nieuwe rijen rustplaatsen al aangegeven. Passerende studenten en wandelaars blijven vertwijfeld staan. Valt Halloween uitzonderlijk vroeg dit jaar?

Er staan namen op de stenen, maar niet van overleden mensen, wel van een hele rits internationale musea. Op één steen prijkt het logo van het SMAK, wat duidelijk maakt dat we hier een project-in-aanbouw zien van het Stedelijk Museum voor Actuele Kunsten, dat ook in het park ligt.

Op 12 mei begint TRACK, een internationaal kunstproject op verschillende locaties in Gent. Boven de ingang van het SMAK zijn de letters tijdelijk vervangen door “TRACK”. Er begint iets te borrelen, we zijn benieuwd!

Grafzerken in het park.

De voorbereidingen voor TRACK, de stadstentoonstelling van het SMAK zijn volop bezig. (Rechts van de vlaggen staat het beeld “De man die de wolken meet” van Jan Fabre.)

Volgens punt 8 van het manifest gaat TRACK “op zoek naar de veelzijdige identiteit van een plek en legt [het] onverwachte, verrassende, vergeten en nieuwe invalshoeken, inzichten en perspectieven bloot over de kunst en de tijd waarin we leven.” Met andere woorden: zet wat grafzerken in een park en kijk of mensen er vanzelf stiller gaan praten en of ze hun hond nog op gras laten plassen.

Het museum is dood. Lang leve het museum.

Aanvulling (27 april 2012):

Meer uitleg over Leo Copers, de kunstenaar die de grafstenen installeerde, vind je op gentblogt.be.