Tag Archief: Toon Tellegen

Wolkenatlas en brieven aan Doornroosje

Boeken in het hoofd.Bij het begin van een nieuw jaar maken sommige mensen goede voornemens. Anderen kijken uit naar de boeken die ze in 2014 allemaal gaan lezen – Lilith van “Tussen droom en daad” is zo iemand. Zoals ik daar al vertelde in een reactie is het lezen bij mij de laatste jaren sterk afgenomen. (Of ja, ik lees natuurlijk veel voor mijn onderzoek, maar juist omdat ik overdag zo veel informatie moet verwerken, heb ik het moeilijk om ’s avonds rustig te lezen en helemaal op te gaan in een verhaal.)

Vroeger was het anders. Toen had ik een boekenwensboekje: een notitieschrift met daarin alle boeken die ik wou hebben. Ik plakte er recensies in uit tijdschriften of schreef titels op van boeken die ik juist wel al had. Dat was handig om bij me te hebben als ik aan het snuisteren ging in een winkel voor tweedehandsboeken (lees: in de zomer met de trein naar Antwerpen gaan en dan uren in De Slegte doorbrengen), want op den duur wist ik niet meer precies welke boeken van Asimov ik enkel uit de bibliotheek had geleend en welke ik al eens eerder voor een schijntje op de kop had kunnen tikken.

In mijn boekenwensboekje stond er een titel die ik nooit gevonden heb: “Skyscapes“, een salontafelboek met foto’s van de lucht, want wolken zijn inspirerend mooi. (Het is trouwens werk van de Duitse fotograaf Jean Odermatt en de Duitstalige versie van het boek heet “Himmelsland“.)

Cloud Atlas.Mede hierdoor sprak de titel “Cloud Atlas” me meteen aan en toen ik deze roman van David Mitchell (uit 2004) in de winkel opensloeg, leek het me een boek dat ik graag zou lezen. Ik kocht het en begon eraan, maar ik raakte slechts een paar pagina’s ver. Dat is niet erg: boeken zijn geduldig en staan probleemloos jaren op de plank.

Enkele jaren later zag ik “Wolkenatlas”, een vertaling van “Cloud Atlas“. Misschien zou het in het Nederlands beter vlotten, dacht ik. Het boek kopen deed ik wel, maar erin beginnen lezen niet.

Toen kwam de film uit (in 2012) en die hebben Danny en ik ergens midden 2013 bekeken. Daarna was ik er klaar voor: ik las “Wolkenatlas” (geen goede vertaling volgens mij, maar het lijkt me ook een moeilijk boek om goed te vertalen) en mijn lief las “Cloud Atlas“.

Ik wil de laatste twee zinnen met jullie delen (geen zorgen, het verpest niets als je het boek nog wil lezen of de film nog wil bekijken):

“‘[…] & only as you gasp your dying breath will you understand, your life amounted to no more than one drop in a limitless ocean!

Yet what is any ocean but a multitude of drops?

En in de Nederlandse vertaling wordt dit:

“[…] & pas bij het uitblazen van je laatste ademtocht zul je begrijpen dat je leven alles bijeen niet meer is geweest dan een druppel in een eindeloze oceaan!

Maar, wat is een oceaan anders dan een massa druppels?”

Eentje is nooit geentje, dat zei ik toch al! :-)

De eekhoorn schrijft een brief aan zijn vriend, de mier.Bij Lilith staat ook “Brieven aan Doornroosje” van Toon Tellegen op het literaire jaarmenu. Dat ik van het werk van Toon Tellegen hou, dat kon je al vermoeden. En dat ik Doornroosje een interessant personage vind, dat weet je ook. Het zal je dan wellicht niet verbazen dat “Brieven aan Doornroosje” mijn favoriete bundel van Tellegen is.

In 2007 had ik nog geen blog. Anders had ik dit zeker even gemeld: ik ben met mijn lief Danny naar een voordracht geweest van “Brieven aan Doornroosje”. De voorstelling vond plaats in Huis Vanstraelen in Hasselt. Doornroosje van dienst was Rebecca Stradiot: zij las enkele brieven voor (mijn dictie-hart jubelde) en wisselde af met accordeonintermezzo’s, die wonderwel bij de sfeer pasten van een prins die slechts tergend langzaam opschiet. Het zelfbeklag van de prins (uit de brief van “23 juli”) bleek een echte oorwurm: het “allerallerarmste ik” zit tot op heden – zeven jaar later dus, hè – nog vaak in mijn hoofd!

Daarna gaf Danny me “Brieven aan Doornroosje” cadeau en sindsdien verhuist deze bundel geregeld tussen de boekenkast en het nachtkastje. Ik vind het een heel origineel concept én perfect uitgevoerd, dus ik wil het eigenlijk nooit helemaal uitgelezen hebben en daarom lees ik er maar heel zuinig in.

Ook in 2008 had ik nog geen blog. Anders had ik dit toen wel verteld: op maandagavond 8 september 2008 gingen we naar een voorstelling op de universitaire campus in Enschede (waar Danny toen nog werkte). Op het programma stond “Het Wisselend Toonkwintet”, waarbij Toon Tellegen dierenverhalen en gedichten voorlas onder muzikale begeleiding. Hoewel de soundscape me soms eerder stoorde dan dat hij iets toevoegde, zaten er ook wel leuke vondsten in. Het was dus een heerlijke luisteravond in het Amphitheater van het Vrijhof.

Toon Tellegen en Het Wisselend Toonkwintet.

Toon Tellegen en Het Wisselend Toonkwintet in Enschede (september 2008).

Op het einde van mijn zwangerschap las ik ’s avonds soms een dierenverhaaltje voor uit “Misschien wisten zij alles”, in de hoop dat mijn zoontje mijn stem zo beter zou herkennen. Op dit moment heeft ons kleintje voorkeur voor prenten- en flapjesboeken, maar hopelijk kunnen de korte verhaaltjes van Tellegen snel weer in het repertoire opgenomen worden. ;-)

Eekhoorn schrijft een brief

Deze grijze eekhoorn is een leuke spring-in-'t-veld.De fauna hier in Oxford mag dan vooral uit studenten, professoren en andere boekenwurmen bestaan, er zijn ook andere diersoorten te bespeuren. Mijn kamer kijkt uit over een tuin, die vrijwel naadloos overgaat in een groot park. Het eerste dier dat ik zag toen ik hier aankwam, was een eekhoorn.

Waar een eekhoorn zit, kan de mier niet ver zijn, dacht ik, want ik heb de dierenverhalen van Toon Tellegen gelezen. Toch vond ik geen mier. Wel lieveheersbeestjes, die op de vlucht voor de koude massaal voor onze flat kiezen. Er zitten ook vogels in de tuin: duiven, kraaien, eksters en zelfs een Vlaamse gaai. Op zondagavond zag ik zelfs een vos. Maar geen mier. Toen bedacht ik dat het wel paste dat er hier geen mier in de buurt zit: die is natuurlijk aan het oefenen om de eekhoorn te missen. Zo schreef Toon Tellegen het:

De eekhoorn schrijft een brief aan zijn vriend, de mier.Op een ochtend klopte de mier al vroeg op de deur van de eekhoorn.
‘Gezellig,’ zei de eekhoorn.
‘Maar daar kom ik niet voor,’ zei de mier.
‘Maar je hebt toch wel zin in wat stroop?’
‘Nou ja… een klein beetje dan.’
Met zijn mond vol stroop vertelde de mier waarvoor hij gekomen was.
‘We moeten elkaar een tijdje niet zien,’ zei hij.
‘Waarom niet?’ vroeg de eekhoorn verbaasd. Hij vond het juist heel gezellig als de mier zomaar langskwam. Hij had zijn mond vol pap en keek de mier met grote ogen aan.
‘Om erachter te komen of we elkaar zullen missen,’ zei de mier.
‘Missen?’
‘Missen. Je weet toch wel wat dat is?’
‘Nee,’ zei de eekhoorn.
‘Missen is iets wat je voelt als iets er niet is.’
‘Wat voel je dan?’
‘Ja, daar gaat het nou om.’
‘Dan zullen we elkaar dus missen,’ zei de eekhoorn verdrietig.
‘Nee,’ zei de mier, ‘want we kunnen elkaar ook vergeten.’
‘Vergeten! Jou?!’ riep de eekhoorn.
‘Nou,’ zei de mier. ‘Schreeuw maar niet zo hard.’
De eekhoorn legde zijn hoofd in zijn handen.
‘Ik zal jou nooit vergeten,’ zei hij zacht.

Deze esdoorn is de favoriete chillout-plek voor de hangjongeren onder de eekhoorns.De tuin en het park hier zijn een waar paradijs voor eekhoorns: de bomen staan precies op zo’n afstand van elkaar dat de dieren van de ene naar de andere kruin kunnen springen, zonder ooit langs de grond te moeten – wat ze overigens wel doen, als ze eten zoeken. De eekhoorns hebben niet zo’n roodbruine vacht als de pluimstaartjes bij ons, maar zijn grijs. Als je de grijze eekhoorn enkel kent uit grote steden, zoals Londen, denk je misschien dat deze soort minder schuchter is dan onze inheemse eekhoorn. Zo vreesde mijn moeder in New York even dat een grijze eekhoorn, die ik van dichtbij probeerde te fotograferen, mij ging aanvallen.

In de parken van Oxford zijn de grijze eekhoorns niet op mensen aangewezen voor hun eten; hier zijn de grijze eekhoorns dan ook net zo mensenschuw als de rode eekhoorns bij ons. Als je je een tijdje gedeisd houdt, klimmen ze wel uit de boom en kun je ze van relatief dichtbij observeren. In de tuin zie ik soms twee eekhoorns samen ravotten. Eekhoorns zijn normaal solitaire dieren, maar deze zijn kleiner en speelser dan andere exemplaren die ik al gezien heb, dus ik neem aan dat het jongen zijn uit hetzelfde nest. (Een koppeltje zou natuurlijk ook kunnen, maar het schijnt het seizoen niet te zijn.) Soms zie je eekhoorns ook met elkaar communiceren: dat doen ze met krassende geluiden (zoals een kraai) en door hun staart op-en-af te rollen.

Er is nog een andere aanwijzing dat de schuchterheid van eekhoorns minder afhangt van de precieze soort dan van hun leefomgeving: in Warschau zag ik een rode eekhoorn uit een meisje haar hand eten. Even later liep er een rood exemplaar nagenoeg tegen de lens van mijn camera. Het enige dat ik moest doen om een YouTube-hit te creëren was op het knopje voor ‘opnemen’ drukken. Pas toen de nieuwsgierige eekhoorn al lang weer uit het zicht was verdwenen, drong het tot me door dat ik deze cruciale stap vergeten was.

Dit is een kort filmpje van mijn twee favoriete eekhoorns hier in Oxford, waarbij ze vechten om de grote esdoorn in de tuin. (Het filmpje is drie weken geleden gemaakt, intussen is de kruin van de boom al bijna helemaal kaal.)

De allerleukste actie die ik al gezien heb van dit duo, heb ik helaas niet op film (en dat vind ik nog spijtiger dan die gemiste kans in Warschau). Eén eekhoorn hing ondersteboven tegen de stam van de esdoorn uit bovenstaand filmpje, te doen of hij me niet zag. De andere eekhoorn nam een aanloop van aan de overkant van het gras en klom ook in de esdoorn. Daarna hoorde ik geritsel van bladeren: de eekhoorn rende naar het uiteinde van een tak en liet zich dan pardoes uit de boom vallen, waarna de twee eekhoorns het samen op een lopen zetten. (Ik ben achteraf nog onder die tak doorgewandeld en die hing zeker meer dan twee meter hoog.) Puur herfstplezier!