De meeste Nederlandse universiteiten hebben een mooie traditie die we in Vlaanderen niet kennen: bij het afronden van een doctoraat moet de kandidaat er niet enkel een boekje schrijven, maar ook een aantal stellingen uit de hooggeleerde mouw schudden… Leuke stellingen worden verzameld in de online databank van Hora Est. Omdat ik graag stellingen bedenk, maar daarvoor niet nóg een heel doctoraat wil schrijven, verdedig ik vandaag blogsgewijs drie stellingen over Oxford.
Om te beginnen:
- Stelling I: Oxford is een soort Maastricht.
Een aantal gelijkenissen tussen Oxford en Maastricht springen meteen in het oog: beide steden hebben een compact centrum met een universiteit en mooie, historische gebouwen. Mijn interesse gaat echter vooral uit naar de verwantschap tussen de namen van deze plaatsen: terwijl ‘Maastricht’ zoveel betekent als ‘doorwaadbare plaats in de Maas‘, is ‘Oxford’ een oversteekplaats (‘ford‘ in het Engels) voor ossen (het Engels voor os is ‘ox‘). De oversteekplaats waar Oxford naar vernoemd is, verwijst natuurlijk niet naar de Maas, maar misschien wel naar de plaatselijke rivier, de Thames. In het Nederlands wordt een doorwaadbare plaats aangeduid met de uitgang -tricht, -trecht, -drecht of -voorde (waarbij die laatste optie nog het meest op het Engelse ‘-ford‘ lijkt). Dat brengt ons bij:
- Stelling II: Als Oxford in Vlaanderen of Nederland had gelegen, dan had het ‘Osvoorde’ geheten.
Ja, een stelling met een tegenfeitelijke voorwaarde erin (zoals in Oswald-zin [C]), probeer die maar eens te weerleggen! ;-)
In het midden van het wapenschild van Oxford staat er zo’n wadende os waar de stad naar vernoemd is. Dat wapenschild brengt ons bij de laatste stelling van vandaag. Eén zwaluw maakt de lente niet en net zo goed geldt:
- Stelling III: Eén os maakt het wapen niet.
Voor een respectabel wapenschild heb je minstens (a) één stoer fabeldier nodig, of anders (b) een zo vreemd mogelijk assortiment aan dieren. De stad Oxford opteert voor optie (b): links staat er een olifant, in het midden die Thames-doorwadende os, bovenaan een leeuwtje en rechts een dier waarvan ik aanvankelijk dacht dat het een mislukte leeuw was, maar het blijkt een bever te zijn (met veel goede wil te herkennen aan de platte staart). In en rond Oxford liggen er veel groengebieden en op de naamborden van de parken prijkt het wapenschild in al zijn kleuren:

Het wapenschild van Oxford met de Latijnse wapenspreuk: "Fortis est veritas" (Waarheid is kracht).
Het wapenschild van het Verenigd Koninkrijk demonstreert optie (a): een kleine leeuw in het midden, een grote leeuw links en rechts het stoere fabeldier, de eenhoorn. Een mooie versie van het schild siert de gevel van Brasenose College op High Street. Ik passeer dit gebouw bijna dagelijks en toch heb ik telkens weer de neiging om mijn fototoestel boven te halen voor nóg een plaatje van de toegangspoort:

Het wapenschild van het Verenigd Koninkrijk met de oud-Franse wapenspreuk (niet volledig zichtbaar): "Honi soit qui mal y pence" (Schande over hem die er kwaad over denkt).
Ook op de gevel van de bibliotheek staat het wapen van het Verenigd Koninkrijk gebeeldhouwd. Zo kwam het dus dat ik met eenhoorns in mijn hoofd zat, toen ik die eed moest afleggen om de bibliotheek binnen te mogen. Wat er ook mee te maken kan hebben, is dat ik kort tevoren een affiche had zien hangen waarop ‘filosofie’ en ‘eenhoorndans’ (zoiets als de Chinese drakendans) iets te comfortabel naast elkaar stonden. De combinatie ‘filosofie’ en ‘eenhoorndans’ scoort net zo hoog op de charlatan-schaal als het duo ‘kwantumfysica’ en ‘spiritisme’. Als ik mijn rantsoen van drie stellingen per dag nog niet had opgebruikt, zou ik hierover zeker nog een stelling hebben moeten afkondigen. Nu echter kan ik er mij met deze tegenfeitelijke voorwaarde vanaf maken en verder gewoon schrijven: tot de volgende keer!