Wetenschap maakt macht

Dit stukje is in licht gewijzigde vorm als een column verschenen in Eos.
(Jaargang 30, nummer 6, rubriek “Scherp gesteld”.)

Elio Di Rupo in labojas aan de UHasselt.Wat heeft Elio Di Rupo gemeen met Angela Merkel? Zijn politieke strekking is alvast geen juist antwoord, want Di Rupo is socialist en Merkel christendemocraat. Wel hebben deze Europese leiders allebei een doctorstitel in de wetenschappen op zak. Belgisch premier Di Rupo studeerde scheikunde aan de universiteit van Mons en behaalde ook een doctoraat in dit vakgebied. De Duitse bondskanselier Merkel studeerde fysica aan de universiteit van Leipzig en behaalde vervolgens een doctoraat in de kwantumchemie.

Wat heeft Angela Merkel gemeen met Margaret Thatcher, die op 9 april van dit jaar overleed? Je weet wellicht dat Thatcher de eerste (en vooralsnog enige) vrouwelijke eerste minister van Groot-Brittannië was en dat ze de bijnaam “The Iron Lady” kreeg. Merkel is de eerste vrouwelijke bondskanselier van Duitsland en zij wordt zelfs de Duitse Iron Lady genoemd. Op deze vraag zijn er dus veel goede antwoorden mogelijk.

Laten we het een beetje moeilijker maken. Wat had Margaret Thatcher gemeen met zowel Elio Di Rupo als met Angela Merkel? Het is een minder bekend aspect van Thatchers leven, maar net als Di Rupo en Merkel was ze wetenschapper van opleiding. In 2011 zette de Britse wetenschapshistoricus Jon Agar haar carrière als scheikundige op een rij in zijn artikel “Thatcher, Scientist”. Hieruit blijkt dat Margaret Thatcher (of eigenlijk Roberts, zoals ze voor haar huwelijk heette) gedurende vier jaar chemie studeerde aan de Universiteit van Oxford. Ze behoorde tot Somerville College, dat toen nog exclusief voor vrouwen was voorbehouden.

In die tijd was ook Dorothy Hodgkin aan Somerville College verbonden. Hodgkin was een chemica die röntgendiffractie gebruikte om onderzoek te doen naar de structuur van biomoleculen, zoals insuline, penicilline en vitamine B12. Ze zou voor haar werk de Nobelprijs Scheikunde ontvangen in 1964. Thatcher schreef haar afstudeerscriptie in het labo van Hodgkin gedurende het academiejaar 1946-’47. Daarbij deed ze onderzoek naar de kristallografische structuur van Gramicidine S (een antibioticacocktail).

Thatcher in het lab.Hoewel Thatcher al tijdens haar studies actief was in een conservatieve vereniging, bleef ze vooralsnog bij de wetenschap: ze werkte gedurende drie jaar voltijds op de onderzoeksafdeling van een bedrijf dat plastics produceerde, vermoedelijk aan de kwaliteitscontrole van het verlijmen van PVC met metaal. Daarna werkte ze als scheikundige in de voedingsindustrie aan verzepingsreacties. In 1951 hing ze haar labojas definitief aan de kapstok: ze was dat jaar gehuwd, haar politieke carrière liep steeds vlotter en daarom ging ze ook fiscaal recht bijstuderen.

Naar verluidt was Thatcher dol op de volgende anecdote over natuurkundige Michael Faraday (al is de herkomst van deze anecdote twijfelachtig). Toen de toenmalige minister van financiën Faraday ontmoette rond 1850, vroeg de minister hem of zijn werk aan elektriciteit ook nuttige toepassingen had. “Jawel, mijnheer”, zou Faraday gezegd hebben, “op een dag zult u er een belasting op heffen.”

Al deze bedenkingen over Di Rupo, Thatcher en vooral Merkel herinneren me aan een voorval dat ik zelf heb meegemaakt. Toen ik eens aan een Duitse arts vertelde dat ik fysica zou gaan studeren, reageerde hij met: “Aha, dan kun je nog in de politiek gaan.” Wat hebben quarks en de oerknal met politiek te maken, vroeg ik me verbaasd af.

Inmiddels begrijp ik zijn reactie beter, want blijkbaar stappen er in Duitsland inderdaad meer wetenschappers in de politiek dan in ons land. Merkel zelf spant natuurlijk de kroon, maar ook haar huidige minister van onderwijs en onderzoek, Johanna Wanka, is doctor in de wiskunde. (Wanka volgde in februari van dit jaar Annette Schavan op, die net daarvoor haar doctorstitel in de pedagogie had moeten inleveren, nadat een anomieme blogger plagiaat ontdekt zou hebben in haar proefschrift.)

Kennis mag dan macht zijn, de machthebbers in ons land hebben vooral kennis van recht en economie. Als je even stilstaat bij de enorme rol die wetenschap en technologie in ons dagelijks leven spelen – bijvoorbeeld in onze voeding, communicatie en energie – is een gebrek aan wetenschappelijke geletterdheid bij onze politieke leiders toch wel zorgwekkend. Misschien kan onze huidige premier meer wetenschappers inspireren om de stap te overwegen?

Aanvulling:

Twee dagen nadat ik mijn column had ingestuurd, verscheen er bij Wetenschap 101 ook een filmpje over dit onderwerp. Scooped! :-)

Gelijkaardige berichten:

Facebooktwitterredditpinteresttumblrmail

3 Reacties

  1. PJ Swinkels

    Het is iets wat ik me al lange tijd afvraag: waarom zie je zo weinig wetenschappers in de politiek, en zo veel juristen en economen. Een van de redenen zou kunnen zijn dat juristen kunnen praten als Brugman (en ik heb iemand politiek ooit horen omschrijven als ‘met lullen je zakken vullen’) en economie eigenlijk niet zo veel voorstelt als discipline: je bent er snel in uitgepionierd. Je kunt wel je hele ziel en zaligheid in natuurkunde of scheikunde stoppen, maar in economisch onderzoek? Maar waarom vind je bijvoorbeeld wel veel wetenschappers in de literatuur? Maarten ’t Hart, Midas Dekkers, Koos van Zomeren, WF Hermans, Simon Vestdijk, Dick Hillenius, Gerrit Krol, Douwe Draaisma. De lijst is ongetwijfeld onvolledig. Maarten ’t Hart schrijft ergens dat wetenschappers volgens hem niet erg in politiek zijn geïnteresseerd, ze kijken er een beetje op neer. Politiek is iets wat kan worden beoefend zonder er specifiek voor te hebben gestudeerd, je hoeft er geen diploma voor te hebben, en dat is iets wat wetenschappers tegen de borst stuit. Voorts mag wetenschap dan wel belangrijk voor ons leven zijn, maar je kunt er in politieke debatten niet veel mee, die gaan namelijk meestal over juridische en/of financiële kwesties. Als je graag spreekt over wetenschappelijke zaken, kun je beter gewoon wetenschapper blijven, of schrijver worden. Waarom in Duitsland meer wetenschappers voor een politieke carrière kiezen? Dat is weer een andere vraag. Misschien heeft het Wirtschafswunder er iets mee te maken. Ik heb vaak de indruk dat wetenschappers, ingenieurs, industriëlen enzovoorts in Duitsland in hoger aanzien staan.

    Reageren
    1. Sylvia Wenmackers (Auteur bericht)

      Simon, bedankt voor je uitgebreide bespiegeling.
      Ja, schrijvende wetenschappers, dat is natuurlijk ook een mooi onderwerp! Als uitbreiding van jouw lijst zou ik nog twee namen willen noemen: Rutger Kopland en Leo Vroman.
      Over Kopland, psychiater en dichter, schreef ik al eerder een stukje.
      Vroman is hematoloog en dichter; ik las zijn autobiografie “Warm, rood, nat & lief” toen ik zelf nog in het lab werkte. Bepaalde aspecten van zijn leven waren erg herkenbaar (zijn ervaringen als wetenschapper), andere juist helemaal niet (zijn leven in jappenkampen). In mijn eerste proefschrift staan er enkele (vertaalde) citaten uit dit boek, maar ook een referentie naar een wetenschappelijk artikel van Vroman over ellipsometrie.

      Reageren
  2. Pingback: Jaaroverzicht 2013 » Sylvia's blog

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

− 4 = 4