Daarnet ging het op radio (bij Hammertime op Studio Brussel) over opgroeien in armoede (naar aanleiding van de Panorama-reportage hierover vanavond op Canvas). Een beller vertelde dat hij, toen hij een jaar of veertien was, met zijn ouders in de Aldi was. Daar kreeg hij een stoere jas, maar toen hij met zijn nieuwe jas op de speelplaats verscheen, werd hij ermee uitgelachen.
Mijn ouders waren niet echt arm, maar ze waren wel selectief in waar ze geld aan uitgaven. Ik zou boeken een luxeproduct noemen, maar daar maakten ze bijvoorbeeld nooit een probleem van.
Ergens in de vroege jaren negentig kwam ik op zekere dag thuis van school en hing er een nieuwe jas op de keukenstoel. Mijn moeder vroeg of ik het een mooie jas vond en ik zei “ja”, want het was een paarsblauwe jas met rode voering. Op de speelplaats de dag nadien sloeg mijn initiële enthousiasme voor de nieuwe jas echter snel om in schaamte, want het bleek een jas “van den Aldi” te zijn. Dan kun je nog beter in een juten zak op school verschijnen! Ik wou die jas niet meer aan, maar ik moest wel, want ik had hem toch mooi gevonden… Ik heb die jas gehaat en me elke dag dat ik hem aan moest geschaamd. En waarvoor eigenlijk? Dat is me nog steeds niet zo duidelijk.
Voor er überhaupt sprake was van enige discountwinkel in ons dorp, maakte mama vaak zelf kleren voor me, altijd met bijpassende knopen – in de vorm van vogels of ijsjes. Kijk, dan kun je trots zijn op je kleren. :-)
Als ik nu goedkope kleren zie, maak ik me soms zorgen over de omstandigheden waarin ze gemaakt zijn. Vooral als er veel kraaltjes of pailletjes op zitten, vraag ik me af er arme kinderen aan hebben zitten zwoegen (naar aanleiding van een BBC-reportage hierover uit 2008). Helaas is een duurder prijskaartje nog geen garantie dat dit niet het geval is.
Tot op de dag van vandaag koop ik liever geen kleren waar merken opstaan, ongeacht of het van een duur merk is of niet. Uit eigen ervaring weet ik dat er al meer dan genoeg onzichtbare labels op mensen hangen – dus daar hoeven er wat mij betreft geen meer bij. Uit de aankondiging voor de reportage vanavond: “Eén op de tien Vlaamse kinderen en jongeren groeit op in armoede.” Hopelijk kan de reportage en de discussie errond helpen om enkele vooroordelen uit de weg te ruimen. Arm zijn is al lastig genoeg, pestgedrag en misprijzen maken het alleen maar erger.
Aanvulling (21 juni 2013):
Ik heb naar de reportage gekeken gisteravond en vond de verhalen aangrijpend. Je kunt het programma hier online herbekijken.