Dit opiniestuk verscheen vandaag op de website van De Morgen.
Wat voorafging: er verscheen een open brief “Recht op menselijkheid gevraagd”, die ik mee ondertekende. Maarten Boudry reageerde hierop met een opiniestuk (DM 11 juni 2018). Dit is mijn antwoord op zijn argumenten.
“Ik ben van afstamming een Jood, van staatsburgerschap een Zwitser en van gezindheid een mens en enkel een mens, zonder bijzondere voorliefde voor eender welke staats- of nationale structuur.” Na deze obligate opening met een citaat van Einstein uit 1918, wil ik reageren op Maarten Boudry.
Primigravida is medisch jargon voor een vrouw die voor het eerst zwanger is. Toch zou het bevreemdend zijn als een arts een aanstaande moeder zo aansprak. Evenzo is er een verschil tussen het gebruik van “migratoire stromingen” in een wetenschappelijke context of het occasionele gebruik van “golf” om mensen te beschrijven enerzijds en het systematische gebruik van collectieve benamingen om een sterk geëxternaliseerd perspectief te creëren anderzijds.
Dat “de becijfering van het kostenplaatje van migratie ‘dehumaniserend’ zou zijn” noemt Boudry belachelijk: “Als dat klopt, dan worden ook senioren ‘ontmenselijkt’ in het debat over de ‘kosten’ van de vergrijzing”. Terwijl hij het argument in het absurde wil trekken, legt hij hier het onderliggende probleem bloot. Ja, het is courant om vraagstukken tot een financiële dimensie te reduceren, maar dat maakt het niet correct. Als fysicus verbaas ik er me voortdurend over dat in discussies over multidimensionale fenomenen – van energie tot gezondheidszorg – alles tot één dimensie wordt herleid. En als het over mensen gaat, doet énkel vragen wat dat gaat kosten (of opbrengen) inderdaad afbreuk aan de menselijke waardigheid. Of het nu jongeren of ouderen betreft, of vluchtelingen.
Boudry kaart aan dat er ergere vormen van dehumanisatie zijn – wat niemand ontkent en wat we ook juist willen voorkomen – en dat een specifieke vorm ervan via salafistische schoolboeken en radicale predikers geïmporteerd wordt. Radicale ideeën kunnen zich verspreiden zonder dat individuen migreren, online sneller dan ooit, dus dat probleem is er in elk geval. Polarisatie werkt radicalisering in de hand, dus dat kan alvast niet de oplossing zijn.
Onze open brief waarschuwde voor een “nieuw normaal waarin academici onder druk geen standpunten meer durven in te nemen”. Boudry vindt deze claim zelf-ondermijnend: meer dan duizend hebben getekend, volgens hem “zonder enige angst voor repercussies.” Als het feit dat we geen mazelen krijgen bewijst dat vaccinatie overbodig was, dan klopt zijn redenering. Bovendien meent Boudry de emoties van meer dan duizend collega’s feilloos te kunnen navoelen. Als ervaren polemist onderschat hij de angst. Pas na initiële terughoudendheid, besefte ik: als wij al niet meer durven schrijven over iets, waar ook Boudry van vindt dat je er moeilijk tégen kan zijn, dan wordt het hoog tijd om het juist wel te doen.
Bedrijfsleiders hebben gemiddeld andere politieke opvattingen dan verpleegkundigen, dokwerkers of academici. Deze correlaties zijn begrijpelijk, maar kunnen soms kwalijke gevolgen hebben. Stel dat politicus worden sterk zou correleren met één politieke strekking, dan was er te weinig oppositie, wat de democratie verzwakt. Boudry poneert dat een analoog probleem zich daadwerkelijk stelt in de humane en sociale wetenschappen. Er loopt onderzoek naar de mogelijke ondervertegenwoordiging van bepaalde socio-economische ideeën in specifieke onderzoeksgebieden – moeizaam, omdat het zelf niet zonder bias kan worden uitgevoerd. Ik ben het met Boudry eens dat dit aandacht verdient, al zie ik hier voortschrijdend inzicht binnen de wetenschappelijke wereld.
Tot slot is de open brief geen wetenschappelijk rapport en staat het voor veel ondertekenaars los van hun specialisme. Boudry’s suggestie dat deze ideeën courant zijn onder academici verklaart mogelijk dat uitgerekend zij met deze boodschap komen. Uit hun instemming met deze brief volgt echter niet dat de ondertekenaars in hun werk te homogeen zouden denken. En het toont al helemaal niet aan dat deze boodschap niet relevant zou zijn voor de bredere maatschappij, integendeel.