🏠
🐘
🎞
👥
🎓
🏛
📡

Sylvia’s blog

Stukjes onderzoek

Twee eeuwen eeuwigheid

19 mei 2023

De tiende column van mijn reeks ‘GROOT & klein’.

Verschenen in Eos Wetenschap (juni 2023).

 

Het schouwtooneel van het Leven.

Het schouwtooneel van het Leven: illustratie van Hendrik van Loon voor zijn kinderboek De Geschiedenis der Menschheid (1923).

 

‘Ver weg in het Hooge Noorden, in het land genaamd Svithjod, staat eenzaam en verlaten een rotsblok. Het is honderd mijlen hoog en honderd mijlen in omtrek. Eenmaal in elke duizend jaar komt een kleine vogel aangevlogen en wet zijn snavel aan deze steenrots. Wanneer het rotsblok hierdoor geheel afgesleten zal zijn — dan zal een enkele dag van de eeuwigheid voorbij zijn gegaan.’

Zo opende Hendrik van Loon De Geschiedenis der Menschheid. Het kinderboek van deze Nederlands-Amerikaanse historicus verscheen in 1923. Na een eerdere Engelstalige editie was het vertaald door de toenmalige rector van het Amsterdamse lyceum.

Het beeld dat van Loon hier gebruikt is afkomstig uit Het herdersjongetje, een sprookje uit Beieren dat opgetekend werd door de broeders Grimm en gepubliceerd in 1819. De koning stelt drie moeilijke vragen aan het jongetje: hoeveel druppels water er in de wereldzee zitten, hoeveel sterren er aan de hemel staan en hoeveel seconden de eeuwigheid telt. De herdersjongen weet telkens verstandige antwoorden te geven, die hem een plaatsje aan het paleis opleveren. Op de derde vraag antwoordt hij dat er een Diamantberg is van een uur hoog, een uur breed en een uur diep. Een keer in de honderd jaar komt een vogel zijn snaveltje slijpen en als de hele berg is afgeslepen, dan is de eerste seconde van de eeuwigheid voorbij.

Van Loon ging al even beeldend verder:

‘Aan het begin en aan het einde van den ontwikkelingsgang der menschheid staat een groot vraagteeken.
Wie zijn wij?
Waar komen wij vandaan?
Waarheen gaat onze reis?’

Hij gaf toe dat we nog niet heel ver gekomen zijn met deze grote vragen, vooral wat het diepe verleden betreft. Hij schetste de geschiedenis van de planeet en het ‘het groote wonder’: hoe deze omgeving het eerste leven voortbracht, dat vervolgens evolueerde.

De illustratie die aan de tekst voorafgaat en die Het schouwtooneel van het Leven heet, plaatst de mensheid ook ruimtelijk in een groter perspectief: heel de geschiedenis speelt zich af op een van de planeten in ons zonnestelsel, terwijl de zon krachtig stralend bovenaan in beeld prijkt. Achteraan het boek komen we aan de weet dat van Loon alle tekeningen zelf heeft gemaakt. Bovendien geeft hij een didactische wenk mee aan leerkrachten: ‘laat Uw jongens en meisjes hun eigen geschiedenis teekenen, juist zooals zij zelf willen.’

Over zijn vakgebied en het thema van zijn boek schreef Hendrik van Loon in het voorwoord: ‘Geschiedenis is de machtige Toren van Levenservaring, opgericht door den Tijd te midden van de eindelooze uitgestrektheden der verloopen eeuwen.’ Dit beeld ontleende hij aan een bezoek aan de Sint-Laurenstoren in Rotterdam. Die had hij als jonge snaak beklommen met zijn oom, die bij het uitzicht vertelde over historische gebeurtenissen in en rond de stand: ‘daar stak de Prins van Oranje de dijken door om Leiden te ontzetten’.

Maar voor ze de top bereikten, passeerden ze het torenuurwerk.

‘Ik zag het hart van den tijd. Duidelijk kon ik hier de zware polsslagen van de snelle seconden hooren — een — twee — drie — tot zestig toe. Dan was het of er opeens een sidderring door al de raderen ging en een volgende minuut was afgekapt van de eeuwigheid.’

En zo viel op de toren in zijn herinnering een schaduw van het vogeltje, op weg naar die grote berg.