Tag Archief: eten

Spruitjes in een saus van kansrekening

Het cliché wil dat kinderen geen spuitjes spruitjes [met dank aan een oplettende lezer!] lusten. Bij ons zit het anders: ons zoontje eet juist graag spruitjes, net als zijn papa. Ik ben thuis de enige die bij de geur van spruiten alleen al op de vlucht slaat. Natuurlijk word ik hier wel eens mee geplaagd, maar dat vind ik onterecht. En de wetenschap steunt me daarin: ik ben gewoon erfelijk belast!

Stelling van de dag:

Het is helemaal niet stoer om te zeggen dat je spruitjes lust. Sommige mensen proeven niet hoe bitter die zijn: ze missen daartoe de werkzame variant van een bepaald gen (TAS2R38-gen).

Spruitjes.Waarom ik op een zondagavond over spruitjes en genetische aanleg voor het proeven van bitter begin? Welnu, in de Nationale WetenschapsQuiz 2014 zat er een vraag hierover en dat in combinatie met kansrekening (zie vraag 11). Ha, spruitjes in een saus van kansrekening, dat is dan weer wel spek naar mijn bek! :-)

Uiteraard blogde ik hier al eerder over, maar het verhaal kreeg een staartje in de commentaren. Voor wie het gemist heeft: iemand betwijfelde of de modeloplossing van NWO wel juist was, maar ik kon hem overtuigen. Ook Mark Peeters – Vlaanderens zelfverklaarde nieuwe Copernicus – dacht aanvankelijk dat er iets mis was met de modeloplossing, maar gaf uiteindelijk zijn fout toe.

Nu is hij echter van mening dat weinig mensen de uitleg die tot de juiste oplossing leidt écht begrepen hebben. Daarom daagt hij de lezers van zijn blog uit om (nogmaals) uit te leggen waarom zijn initiële redenering (die tot een fout resultaat leidt bij de originele opgave) niet werkt.

Hij stelt de volgende variant van de opgave voor (hier uitgeschreven om misverstanden te vermijden):

Een stel heeft twee kinderen. Moeder vindt spruitjes niet bitter, vader wel. Het proeven van bitter is een dominante eigenschap van één gen. De werkzame en de niet-werkzame versie van dit gen komen even vaak voor. Wat is de kans dat beide kinderen de spruitjes wel bitter vinden smaken?

(Voor de volledigheid: in de originele opgave werd er gevraagd naar de kans dat beide kinderen de spruitjes niet bitter vinden smaken. Marks initiële idee was 1/3 x 1/3 = 1/9, terwijl de juiste oplossing 1/6 was.)

Marks initiële redenering levert als antwoord op bovenstaande variant 2/3 x 2/3 = 4/9 op.

Hij vraagt wie met hem wil wedden voor 100€. Nu, wedden doe ik niet, uit principe, maar ik wil wel met alle plezier een poging doen om uit te leggen waarom het antwoord op deze variant van de opgave niet 2/3 x 2/3 is.

In deel 1 zal ik uitleggen hoe de berekening dan wel verloopt (of althans één manier geven om het uit te leggen) en in deel 2 zal ik verduidelijken wat er mis gaat bij “als voor één kind de kans 2/3 is, dan is voor twee kinderen de kans 2/3 x 2/3”. (meer…)

Brownie uit de microgolfoven

Chocoladecake in een mok.Gelukstip voor zoetebekken, ideaal voor deze tijd van het jaar: een warm vieruurtje. :-)

Dit jaar maakte ik voor het eerst in mijn leven een brownie in a mug of dus een chocoladecake in een mok. Het recept was eenvoudig en zelfs haalbaar voor mij. (Koken is niet mijn sterkste kant, zoals je je misschien herinnert.) Het resultaat was snel klaar en zeer lekker. Daarom wil ik het hier met jullie delen.

Het idee om een brownie te maken in de microgolfoven was ik al meermaals tegengekomen op het internet. Ik ging aan de slag op basis van dit recept, enigszins aangepast op basis van deze reactie.

Ingrediënten

2 eetlepels bakboter

2 eetlepels melk

4 eetlepels bloem

3 eetlepels suikers

2 eetlepels pure cacao*

1 snuifje zout

Optioneel:

– voor in het beslag: 1 teelepel gevriesdroogde koffie (versterkt de chocoladesmaak!) of vanille of kaneel of …

– om er achteraf bij te doen: schepijs, slagroom, chocoladesaus, pepernoten, …

*Poeder voor chocolademelk bevat meer suiker (en andere ingrediënten) dan cacao. Voor dit recept kun je de juiste verhouding dus enkel bekomen als je pure cacao gebruikt.

Werkwijze

– Neem een mok.

– Doe eerst de boter erin en laat die smelten (zo’n 20 seconden in de microgolfoven**).

– Voeg de melk toe.

– Voeg dan één voor één alle droge ingrediënten toe en roer tussendoor telkens met een vork.

– Uiteindelijk heb je een zeer dik beslag. Zet dit gedurende 1 minuut in de microgolfoven op de hoogste stand**.

Dat is alles! Natuurlijk kan je daarna nog extra zoetigheid toevoegen.

**De vereiste tijd hangt uiteraard af van het vermogen van de microgolfoven, maar ook van het materiaal van de mok. Als de mok erg heet wordt, moet de boter langer staan en het baksel juist iets minder lang. Kijk of het goed is na de aangeduide tijd en laat telkens 10 seconden extra staan indien dit nog niet zo is.

Smakelijk!

Je moet niet alles geloven wat je leest

De stelling van vandaag is: “Je moet niet alles geloven wat je leest.” Inspiratie hiervoor vond ik op onderstaand etiket op het broodje dat ik deze voormiddag in Antwerpen kocht, als lunch voor de lange reis naar Groningen. Ik zei toch al dat ik alles lees, inclusief wat er op de doos ontbijtgranen staat? ;-)

Dit was mijn lunch.

Oud brood.

Als we dit etiket mogen geloven, was mijn broodje al meer dan tien jaar oud geleden bereid. Ofwel is de diepvries van de Pano een wonder der techniek (want het broodje smaakte als nieuw) en is hun logistieke planning hun tijd ver vooruit, ofwel is hun etiketeercomputer daar juist voor het weekend gecrasht en hebben ze datum nog niet opnieuw ingesteld.

Andere speculatieve verklaringen zijn natuurlijk altijd welkom in de commentaren. :-)

Filosofie van de fysica en smout in Oxford

Als Maxwells demon durft binnenkomen in de les filosofie van de fysica, wissen we meteen zijn geheugen. Entropiemaniak!Zolang ik op school zat varieerde mijn favoriete dag van de week naargelang mijn lessenrooster. Nu ik hier in Oxford ben, komt dit oude gevoel weer terug: donderdag is beslist mijn favoriete weekdag, want dan vinden de lessen en lezingen over filosofie van de fysica plaats. De lessen zijn vooral bedoeld voor Master-studenten (maar als bezoeker ben ik ook welkom) en worden gegeven door professor Simon Saunders en professor Harvey Brown.

Geloof het of niet, maar met mijn aanwezigheid in de les heb ik het gender-evenwicht met een factor oneindig veranderd. Niet één meisje zit er tussen de studenten filosofie van de fysica en beide proffen zijn ook mannen. In de andere lessen, zoals philosophy of mind en epistemologie, lijken er nochtans ongeveer evenveel vrouwelijke als mannelijke studenten in de les te zitten. Hoe komt het toch dat fysica telkens weer voor een quasi-perfecte seksescheiding weet te zorgen?

Behalve dat het jongens zijn, deden de studenten in filosofie van de fysica me ook op andere vlakken denken aan het typische publiek in een fysica-opleiding: gemotiveerd, nerdy en verlegen (maar dat groeit er wel uit). Die motivatie heeft trouwens ook een schaduwzijde: sommige deelnemers zijn een beetje té enthousiast en hun interpelaties houden het risico in dat we niet ver zullen komen met de voorziene leerstof. Tot nu toe wist de prof het allemaal vriendelijk op te vangen en toch wat vaart te houden in de les.

Danny moest aan deze comic denken toen ik hem over mijn dag vertelde:

The odds are good, but the goods are odd.

Deze klassieker van PhD-comics stamt uit 1997, maar is nog steeds van toepassing – ook in de lessen filosofie van de fysica. (Bron van de afbeelding: http://www.phdcomics.com/comics/archive.php?comicid=8)

Vorige week ging de les over een paradox uit de thermodynamica en de statistische fysica: de Gibbs paradox. Een variant van de Gibbs paradox – die eenvoudiger is om uit te leggen – is de mengparadox en deze heeft te maken met de toename in entropie wanneer twee gassen gemengd worden. De entropietoename heeft een vaste waarde, ongeacht hoe sterk de gasdeeltjes in de twee samples op elkaar lijken, maar is exact nul voor identieke gassen.

De lessenreeks is amper begonnen of we hebben het geheugen van de duivels van Maxwell al gewist om niet in de knoei te komen met entropie. Dus je begrijpt (of niet?!) dat ik al een week uitkijk naar de les van morgen! Als kers op de taart is er op donderdagavond ook nog een presentatie over recent onderzoek, iedere week van een andere spreker.

'Hm, die boter is wit,' dacht ik nog.Van Maxwells demon over naar Lyra en haar dæmon. Ik ben Northern Lights van Philip Pullman beginnen herlezen en dit is wat Lyra denkt over onderzoekers die, zoals ik, naar Oxford komen voor een studieverblijf (citaat van p. 35):

[S]he regarded visiting scholars and eminent professors from elsewhere with pitying scorn, because they didn’t belong to Jordan and so must know less, poor things, than the humblest of Jordan’s Under-Scholars.

Zielig ben ik niet, alleen een klein beetje misschien als ik in de supermarkt sta zonder woordenboek. Hoewel mijn Engels ruimschoots genoeg is om over filosofie te praten, schiet mijn culinair vocabulaire tekort. Dit levert problemen op tussen de winkelrekken, in de keuken en uiteindelijk op mijn bord. ‘Hm, die boter is wit,’ dacht ik nog, om vervolgens vast te stellen dat mijn stukje kip verdacht veel naar spek smaakte. ‘Lard‘ blijkt geen gewone braadboter te zijn, maar is 100% varkensvet. Het Nederlandse woord hiervoor, ‘reuzel‘ of ‘smout’, kende ik niet eens, tot ik het hier dus opzocht. (En nu zullen smoutebollen me nooit meer zo smaken als voorheen!) Vanwege het hoge aandeel aan verzadigde vetten (voornamelijk triacylglycerol) verdween reuzel van de markt, maar de laatste vijf jaar raakte het product in Engeland terug in zwang, vooral bij aanhangers van de traditionele Britse keuken. Nu ligt reuzel hier dus weer gewoon in de supermarkt, tussen de smeer- en braadboters, tot verwarring van buitenlanders zoals ik… Hoed je voor de dag dat Jeroen Meus van Dagelijkse Kost aan de reuzel begint! Als iemand het ondanks mijn waarschuwingen toch eens wil proeven: je moet dat niet zelf maken, je mag mijn pakje gerust hebben. ;-)

Een woord dat ik ook niet kende was ‘gooseberries‘, hetgeen zich letterlijk als ‘ganzenbessen’ laat vertalen. Op goed geluk koos ik voor ‘goosberry yoghurt‘ als dessert en dat bleek heerlijk te zijn! Na een eerste hapje had ik geen woordenboek meer nodig, want de onmiskenbaar friszure smaak verraadt meteen dat het om kruisbessen of stekelbessen gaat (aan de Maaskant beter bekend als ‘kroonsjele‘ – kijk maar eens op deze kaart voor alternatieve benamingen).

Gelukkig geldt voor mij de regel: “Dessert goed, alles goed”. En zo liep het toch nog goed af.