Tag Archief: feest

Dit blog is twee jaar

Happy birthday, dear blog!Eerder deze maand werd ik 100 001 jaar oud (in binair dan toch), maar vandaag is het mijn blog dat een verjaardagstaartje verdient met daarop 10 kaarsje (ook in binair dan).

Hoe het begon: naar aanleiding van het afronden van mijn tweede doctoraat op 2 mei 2011 trakteerde ik mezelf op een eigen domeinnaam en op 30 mei 2011 zette ik mijn eerste blogpost aller tijden online. Ik koos voor de blogsoftware van WordPress, omdat die gratis is, geschikt voor beginners en toch zeer flexibel. Daar ben ik nog steeds erg tevreden over.

In die twee jaar werd mijn blog één keer gehackt. Dat was een spannende ontdekking, maar gelukkig was het snel weer opgekuist. Ik wist niet goed of ik ongelukkig moest zijn of trots dat mijn blog deze stap naar volwassenheid had gezet. In elk geval bekijk ik sindsdien al eens vaker de error-logs. ;-)

Intussen telt dit blog honderdtachtig gepubliceerde berichten en nog een twintigtal concepten, die ik nog moet afwerken. Het lijkt er dus op dat dit blog ook met het uitblazen van het tweede kaarsje nog niet aan zijn laatste adem toe is. Je kunt hier dus ook in de toekomst nieuwe stukjes onderzoek komen lezen. Tot binnenkort!

Welkom, kleine jongen!

Fragment van het geboortekaartje.Het was hier even stil, maar je weet: geen nieuws is goed nieuws – heel goed nieuws, in dit geval. Precies een week geleden ben ik bevallen van een gezond jongetje. Hij is heel lief en geduldig met zijn ouders. Wij zitten hier dus blij en trots te zijn met ons eerste kindje. :-)

Hij is superschattig en zou de aaibaarheidsfactor van dit blog een stevige boost kunnen geven, maar ik heb besloten om geen foto’s van hem online te zetten. Kleine kinderen worden immers groot en dan moeten ze zelf kunnen beslissen over wat ze openbaar willen maken over zichzelf en wat niet. Ook zijn naam blijft hier onvermeld. Op het plaatje hiernaast zie je wel een fragment van het geboortekaartje.

Natuurlijk is ons kindje deze dagen nooit ver weg uit mijn gedachten. Het zou dus kunnen dat de eerstvolgende berichten wel iets met baby’s te maken hebben… Ik was voor zijn geboorte al van plan om iets te schrijven over wetenschappelijke feitjes die ik heb bijgeleerd tijdens mijn zwangerschap, dus dat zie je hier de komende dagen verschijnen.

Gelukkige Ada-Lovelace-dag!

Ada Lovelace.Vandaag staat in het teken van Ada Lovelace en met haar alle vrouwen in de technologie. In de eerste plaats zijn dit informatici en ingenieurs, maar bij uitbreiding is dit ook de feestdag voor vrouwen in exacte vakken: wiskundigen en natuurwetenschappers.

Ada Lovelace werd geboren in 1815. Ze was de dochter van Lord Byron, die echter haar moeder verliet kort na Ada’s geboorte. Ada kreeg privéonderricht en haar moeder zorgde ervoor dat haar leraren haar vooral onderwezen in wiskunde en natuurwetenschappen. Op deze manier hoopte ze te voorkomen dat Ada, net als haar vader, dichter werd.

Eén van haar docenten was Mary Sommerville, met wie ze een sterke band opbouwde. Mary moedigde Ada aan om wiskunde te studeren en stelde haar in 1833 voor aan Charles Babbage, die in die tijd een analytische machine ontwikkelde, de voorloper van de moderne computer. Ada ging met hem samenwerken en in 1843 noemde hij haar “The Enchantress of Numbers (“de tovenares van getallen”). Vaak wordt gezegd dat zij het allereerste computerprogramma schreef, al is de machine waarop dit programma zou kunnen draaien niet gerealiseerd. Bekijk hier een TED-praatje over de machine van Babbage en de rol die Lovelace erbij speelde.

Rond 1980 werd de programmeertaal ADA naar haar vernoemd. Dit heeft er vermoedelijk sterk toe bijgedragen dat Ada Lovelace geleidelijk aan een bekend symbool is geworden voor vrouwelijke informatici en wiskundigen. De historische Ada vormde ook de inspiratie voor 2D Goggles, de webcomic van Sydney Padua waarin Ada Lovelace wordt voorgesteld als een steam-punk-heldin: lees zeker de biografische introductie. Intussen is ze bekend genoeg om te bestaan als Lego-versie en als kostuum voor Little Big Planet.

(Het portret toont Ada in 1838.)

16 oktober 2012 is Ada-Lovelace-dag.

16 oktober 2012 is Ada-Lovelace-dag

Meedoen aan de Ada-Lovelace-dag is eenvoudig: praat vandaag over vrouwen in exacte vakken! Als je een blog hebt, kun je bijdragen door een bericht te posten over zo’n rolmodel en je blogpost dan aan te melden bij “Finding Ada” (hier registreren). Tweeten mag ook; gebruik dan hashtag #ALD12. Verder kun je meedoen aan een Wikithon (via), waarbij het de bedoeling is om nieuwe pagina’s aan te maken over belangrijke vrouwen uit de wetenschapsgeschiedenis en bestaande pagina’s te verbeteren. Als iemand zich geroepen voelt, maar geen inspiratie heeft, dan hierbij een suggestie: Mary Somerville heeft nog geen Nederlandstalige Wikipedia-pagina.

De Ada-Lovelace-dag werd voor het eerst gevierd in 2009. We zijn dus al aan de vierde jaargang toe, maar de dag heeft (nog) geen vaste datum. Initiatiefneemster Suw Charman-Anderson haalde haar inspiratie voor deze dag uit een onderzoek van psychologe Penelope Lockwood uit 2006 (bron): zij toonde aan dat vrouwen meer nood hebben aan vrouwelijke rolmodellen dan mannen nood hebben aan mannelijke rolmodellen. Vorig jaar werd de dag gehouden op 7 oktober en toen schreef ik over hoe moeders, die zelf niet in de wetenschappen werken, een rolmodel kunnen zijn voor hun dochters die wel deze weg kiezen.

Wie heeft die lippenstift in mijn wetenschap gezet?Uiteraard is het nefast om vrouwelijke wetenschappers als een soort laboratoriumprinsessen te profileren (link). Het was in juni van dit jaar dan ook behoorlijk schrikken toen de Europese Commissie de lanceringsvideo voor haar campagne “Science: It’s a Girl Thing!” op de wereld losliet. De videoclip was bedoeld om meisjes warm te maken om wetenschappen te gaan studeren, maar sloeg de plank volledig mis en werd op unaniem boe-geroep onthaald bij vrouwelijke wetenschapsbloggers. Enkele reacties:

  • Martha Gill: “This kind of campaign insults women who are interested in science already and can more than hold their own with the boys.” (“Dit soort campagnes beledigt vrouwen die al geïnteresseerd zijn in wetenschappen en die zichzelf meer dan staande kunnen houden tussen de jongens.”)
  • Olivia Solon: “Who put this lipstick in my science?” (“Wie heeft die lippenstift in mijn wetenschap gezet?” Dit is een verwijzing naar het logo van de campagne, waarbij een lippenstift de letter i vervangt in het woord science, dat trouwens ook met lippenstift geschreven staat.)
  • Anna Leach: “Sigh. This is kind of like putting a croissant next to a circuit board in an attempt to get more French people into electrical engineering.” (“Zucht. Dit is als een croissant naast een printplaat leggen met als doel meer Fransen geïnteresseerd te krijgen in elektrotechniek.”)
  • Maryn McKenna verzamelde scherpe Twitter-reacties.
Marie Curie ontdekte radium in haar handtas toen ze naar lippenstift zocht.

Marie Curie ontdekte radium in haar handtas toen ze naar lippenstift zocht. (Bron afbeelding.)

De gewraakte clip werd snel offline gehaald (al is hij op YouTube nog te bekijken, als je écht zou willen) en vervangen door een veel betere reeks video’s. Door telkens een levensechte onderzoeker centraal te stellen, in plaats van een (slechte) muziekvideo te immiteren, krijg je automatisch meer nuance. Dit soort video’s geeft niet alleen een goed beeld van vrouwelijke wetenschappers, maar van de veelzijdigheid van een wetenschappelijke carrière tout court. In het voorbeeld uit de reeks dat ik hieronder heb ingevoegd, vertelt Joanna Zmurko over haar doctoraatsonderzoek in de virologie. We zien dat deze Poolse doctoraatsstudente tijdens de opnames aan de KU Leuven was voor haar onderzoek, wat ook meteen duidelijk maakt dat wetenschap een internationale onderneming is.

Vrouwen en technologie is op meer vlakken een moeilijke combinatie, niet enkel op het vlak van carrièrekeuze. Veel bedrijven volgen de “pink it, shrink it“-strategie, zegt Belinda Parmar: ze menen dat ze hun technologische snufjes enkel aan de vrouw kunnen brengen in de vorm van een speciale versie die roze is en iets kleiner.

Pink it, shrink it.

“Pink it, shrink it”: illustratie van Belinda Parmar. (Bron afbeelding.)

Ik heb weinig sympathie voor roze in het algemeen en evenmin voor roze speelgoed voor meisjes. We kunnen echter niet alles ineens veranderen. Daarom toch een bonuspunt voor deze zelfverklaarde “Zweedse geek” die een Ada-rugzak voorstelt. In het roze, dat wel, maar dat is voorlopig de enige manier om ongemerkt in de speelgoedwinkel tussen de concurrerende rolmodellen te staan.

Ada-rugzak.

Betere rolmodellen voor meisjes. (Bron afbeelding.)

Wetenschappen en technologie hebben een onvrouwelijk imago, hetgeen deze studiekeuzes minder aantrekkelijk maakt voor meisjes. Dit is dubbel jammer, want enerzijds lopen sommige vrouwen hierdoor hun droombaan mis (wat jammer is voor deze individuen) en anderzijds blijft er zo veel potentieel onderzoekstalent onbenut (wat jammer is voor de maatschappij als geheel). Het is dan ook begrijpelijk dat bijvoorbeeld de Europese Commissie hier iets aan wil doen, maar het is onmogelijk om het over “vrouwen in de wetenschappen” te hebben zonder in stereotypen te vervallen, want dit is precies een stereotype! De enige uitweg is om het niet over deze groep in het algemeen te hebben, maar juist individuele verhalen te brengen van vrouwen uit deze diverse groep. De Europese Commissie heeft dit intussen ingezien met haar video’s en ook de Ada-Lovelace-dag volgt dit formaat.

Toch blijft het een moeilijke evenwichtsoefening: volgens dit onderzoek van Diana Betz en Denise Sekaquaptewa kan het aanbieden van succesvolle vrouwelijke rolmodellen voor wetenschappelijke vakken juist demotiverend werken, vooral bij jonge meisjes! Maar wetenschap ‘opleuken’ met roze lippenstift werkt in elk geval niet en ziet er alleen maar potsierlijk uit.

Er zijn verhoudingsgewijs weinig vrouwen in de wiskunde.

Probleem: er zijn verhoudingsgewijs weinig vrouwen in de wiskunde. Verstandige oplossing: “Kunnen we het stigma van wiskunde als onvrouwelijk proberen opheffen?” Gebruikelijk idee: “Kunnen we wiskunde ROZE maken?” (Cartoon van Saturday Morning Breakfast Cereal.)

Aanvulling (16 oktober 2012):

Ook bij Wetenschap 101 verscheen er een filmpje naar aanleiding van deze Ada-Lovelace-dag.

Proficiat, dr. dr. Danny!

Dit hoedje is hét symbool is bij doctoraten.Danny heeft gisteren zijn doctoraat in de chemie behaald. Hoewel ik er natuurlijk geen moment aan getwijfeld heb dat hij dit driejarige project tot een goed einde zou kunnen brengen, blijft het een kwestie van het ook effectief te doen. Daarom wens ik hem van harte proficiat met het voltooien van zijn proefschrift en het behalen van zijn nieuwe doctorstitel.

Samen hebben we nu vier doctorsgraden vergaard, dus vanaf heden kunnen we thuis kwartetten. :-) Bij deze gelegenheid zal ik eens een overzicht geven van al onze doctoraten/promoties (in chronologische volgorde).

Doctoraat 1

  • Wie: Sylvia
  • Wat: Doctoraat in de Wetenschappen – Fysica
  • Wanneer: 2008
  • Waar: Universiteit Hasselt, België
Doctoraat 1.

Linksboven: In België mag de doctorandus aan de meeste faculteiten eerst een presentatie geven waarin je je onderzoeksresultaten van de voorbije jaren toelicht. Rechtsboven: DNA-strengen worden minder plooibaar als ze aan elkaar binden en zo een dubbele helix vormen. Dit kun je begrijpen aan de hand van worm-like chain theory. Ik illustreerde deze theorie van ‘wormachtige kettingen’ met behulp van speelgoedslangen. Linksonder: De jury in toga. Rechtsonder: De receptie achteraf.

Doctoraat 2

  • Wie: Danny
  • Wat: Doctoraat in de Wetenschappen – Fysica
  • Wanneer: 2009
  • Waar: Universiteit Twente, Nederland
Doctoraat 2.

In Nederland is de presentatie geen onderdeel van de promotieplechtigheid. Danny maakte wel gebruik van de optie om vrijwillig een inleiding te geven voor het publiek. De juryleden (of ‘opponenten’) beginnen dus meteen met vragen stellen en deze ondervraging wordt abrupt beëindigd zodra de pedel de zaal binnenkomt en met zijn staf op de grond tikt. Hier krijgt Danny zijn bul (doctoraatsdiploma) overhandigd door zijn promotor.

Doctoraat 3

  • Wie: Sylvia
  • Wat: Doctoraat in de Filosofie
  • Wanneer: 2011
  • Waar: Rijksuniversiteit Groningen, Nederland
Doctoraat 3.

Linksboven: In Groningen neemt de jury eerst plaats in de aula en is er voor de promovendus dus helemaal geen mogelijkheid om een inleiding te geven. Hier een foto van tijdens de verdediging. Rechtsboven: Een vreugdekreet met de bul op de trappen van het Academiegebouw. Linksonder: Samen met Danny tussen mijn paranimfen, Sander en Karolina. Hoewel het voor vrouwen optioneel is, kozen we ervoor om alle drie in rokkostuum (pitteleer) te gaan. Rechtsonder: Het etentje achteraf.

Doctoraat 4

  • Wie: Danny
  • Wat: Doctoraat in de Wetenschappen – Chemie
  • Wanneer: 2012
  • Waar: Universiteit Gent, België
Doctoraat 4.

Danny tijdens zijn verdediging aan de UGent. Hij mocht eerst veertig minuten presenteren en werd dan gedurende ongeveer een uur ondervraagd. Hij kon alle vragen vlot beantwoorden en na een korte beraadslaging achter gesloten deuren kwam de jury terug met de verlossende woorden: Danny mag zich vanaf nu ‘doctor in de chemie’ noemen. Proficiat!

Tot slot nog twee weetjes.

Traditioneel zegt de pedel in Nederland “Hora est!” (Het is tijd!) als de tijd voor de ondervraging van de promovendus door de jury verstreken is. Hierop wordt er slechts uitzondering gemaakt aan juist de twee Nederlandse universiteiten waar Danny en ik zijn gepromoveerd: in Twente weerklinkt aan het slot “Mijnheer de rector, de tijd is verstreken”, terwijl het in Groningen “Hora finita!” is.

Als je één doctoraat behaald hebt, mag je zowel in België als in Nederland de titel ‘dr.’ voor je naam zetten (zonder hoofdletter). Als vrouw mag je jezelf ook ‘doctrix’ noemen in plaats van ‘doctor’, al blijft de afkorting daarbij onveranderd. Als je meerdere doctoraten behaald hebt, zou je ook ‘dr.mult.’ als titel mogen voeren (althans in Nederland, of dit in België ook mag weet ik niet), hetgeen staat voor ‘doctor multiplex’ (meervoudig doctor). In Duitsland mag ‘multiplex’ maar vanaf drie doctoraten en wordt voor twee doctoraten de titel ‘DDr.’ gebruikt (daar dus wel met hoofdletters).

Is getekend,

doctrix multiplex Sylvia. :-)

Internationaal Puppetbuskersfestival 2012: terugblik met foto’s

Wanneer de beroemde marionet Pulcinella overlijdt, gaan alle poppen aan het dansen.Zoals beloofd in mijn terugblik op de voorbije Gentse Feesten, doe ik ook een nabeschouwing van het poppentheater op het Internationale Puppetbuskersfestival. Voor poppentheater moet je tijdens de Gentse Feesten in het Patershol zijn, want daar ligt het Europese Figurentheatercentrum (EFTC). Wij kochten een kaartje voor de binnenkoer aan de Trommelstraat en zagen er onder andere: Elvis, l’explorateur” van Compagnie Ki (bevreemdend), Trogloditas” van Tanxarina (drie drukke Spaanse rotsbewoners in zeer levensechte outfits en decor, die – helaas – zelf meer plezier hebben met hun act dan het publiek) en Humpty Dumpty” van Drolatic Industry (visueel zeer mooi en technisch waarschijnlijk de moeilijkste voorstelling die we zagen, maar – helaas – ook niet erg meeslepend).

Op een andere, regenachtige dag zagen we in winkelcentrum Zuid de poëtische voorstelling “La vieille et l’oiseau” van La Compagnie Imaginaire.

Puppetbuskersfestival 2012.

Puppetbuskersfestival 2012. Linksboven: “Humpty Dumpty” van Drolatic Industry. Rechtsboven: “Trogloditas” van Tanxarina. Linksonder: “La vieille et l’oiseau” van La Compagnie Imaginaire. Rechtsonder: “Elvis, l’explorateur” van Compagnie Ki.

Onze favoriete voorstelling op het Puppetbuskersfestival was Citizen P” van La Mandale, het Waalse duo (of beter gezegd: Frans-Belgisch-Italiaanse duo) bestaande uit Silvia Di Placido en Hugo Quérouil. Het is een moordmysterie met een hoog tempo vol humor. Wanneer de beroemde marionet Pulcinella overlijdt, gaan alle poppen aan het dansen… Pulcinella is “Citizen P” uit de titel, die verwijst naar de film “Citizen Kane“. Pulcinella’s laatste woorden (“Rosbif!“) roepen grote vragen op, die enkel beantwoord kunnen worden (of niet?!) door middel van een reconstructie van zijn leven en dood. De poppenspelers spelen zowel in onder als naast hun poppenkast, waarin ze zich om de haverklap verkleden om zo van rol en stemming te veranderen. (Zie hier en ook hier voor verslagjes met foto’s.)

La Mandale.

La Mandale. Boven: Danny steekt een handje toe tijdens de voorstelling. Onder: Prijsuitreiking van de Luk Vincentprijs 2012. Het duo van La Mandale tussen jurylid Donald Hendrickx (links), EFTC-voorzitter Freddy Claeys (achteraan links) en feestenburgemeester Lieven Decaluwé (rechts).

Er was tijdens “Citizen P” een mooi rolletje weggelegd voor Danny en ik kreeg naar mijn voeten omdat ik hem niet geleerd had sneller de was af te nemen… Wij waren dan ook helemaal niet verrast toen de winnaar van de Luk Vincentprijs bekend werd gemaakt: die prijs ging dit jaar geheel terecht naar het duo van La Mandale.

En Danny kan op zijn CV zetten: “participation in award winning show“. :-)

Gentse Feesten en MiramirO 2012: terugblik met foto’s

Straf straattheater op de Gentse Feesten 2012.Ook dit jaar pikten wij tijdens de Feesten al eens een optreden mee op de Gentse pleinen of een straattheatervoorstelling van MiramirO en natuurlijk waren we present voor het vuurwerk op 21 juli aan de Watersportbaan. Hoewel de zon pas tijdens het laatste weekend van de tiendaagse van de partij was, heb ik toch heel wat mooie foto’s teruggevonden op het geheugenkaartje van mijn camera. Hier dus een terugblik op de Gentse Feesten 2012. (In een aparte post doe ik straks nog verslag van het poppentheater op het Internationale Puppetbuskersfestival.)

Het eerste optreden dat we dit jaar zagen was van Eva De Roovere op het Sint-Baafsplein. Hoewel het stuk voor stuk mooie liedjes waren, werd er meer gebabbeld dan geluisterd om ons heen. Het was misschien ook niet zo’n strategische keuze om liedjes over de Antwerpse Boerentoren te staan zingen op een plein tussen twee Gentse torens (Belfort en Sint-Baafs). ;-) Zodra “Slaap lekker ding” weerklonk, leek eindelijk iedereen wakker te worden (o, ironie) en werd er enthousiast meegezongen. Hieronder zie je een foto die ik maakte tijdens haar soundcheck; foto’s van tijdens het optreden zelf vind je hier.

Gentse Feesten 2012.

Gentse Feesten 2012. Linksboven: Eva De Roovere. Rechtsboven: Piv Huvluv. Linksonder: Argentijnse straatacrobaten. Rechtsonder: Mr. Pettersen & goudvis.

Piv Huvluv durfde het aan om de Korenmarkt op te warmen met zijn stand-up comedy. Zijn vorige carrière als leerkracht op de lagere school zorgt nog steeds voor voldoende inspiratie. Hij vertrok van heel alledaagse situaties, die net zo goed over onze eigen schooltijd konden gaan (toch al even geleden) en ik heb tot tranen toe moeten lachen. De toekomstdromen van de brutale kinderen op de eerste rij werden genadeloos de kop ingedrukt. Er werd al eens een vinylplaatje opgelegd en hij sloot af met zijn liedje tegen zinloos geweld (lees: vóór zinvol geweld) met als refrein: “klop-klop-kloppen op de directeur” (een vrije interpretatie dus van Bob Dylan’s “Knockin’ on Heaven’s Door“). Daarna was er nog een bis-nummer op accordeon: een tranentrekker over een dood konijntje. Het is altijd lachen met West-Vlamingen in Gent, maar met Piv kon dat eindelijk openlijk.

Tijdens de Feesten komen er ook altijd straatartiesten naar Gent die niet bij één of ander festival onder contract staan. De Belfortstraat is een goede plaats om hen aan het werk te zien. We blijven niet meer staan bij die goochelaar die al minstens drie jaar rondtoert met dezelfde act, maar voor nieuwe dingen leggen we al eens geld in de hoed. Dit jaar zagen we een try-out van een Argentijns koppel. Hoewel het (nog?) geen mooi opgebouwde show was, waren we toch onder de indruk van zoveel kracht en souplesse.

Bij Sint-Jacobs gingen we kijken naar Mr. Pettersen & Mr. Lebreton (wel opgenomen in het programma van MiramirO). Het bleek echter dat Mr. Lebreton gekewetst was en dat hij niet zijn kat had gestuurd, maar een goudvis. Zo kregen we toch een show met acrobatie op de slappe koord van Mr. Pettersen en een visbokaal.

Op weg naar dit optreden vingen we een glimp op van de geïmproviseerde dansvoorstelling “Le parfum des pneus“; achteraf hoorden we dat de dansers later nog zijn opgepakt door de politie omdat ze verkeersborden hadden verplaatst! Naast een strafblad houden deze artiesten trouwens ook 5000 € over aan hun bezoek aan Gent, want zij hebben De Grote Prijs MiramirO gewonnen. En de politieagenten kregen een eervolle vermelding van de jury. :-)

The Gaiety Engine.

Strangelings spelen “The Gaiety Engine“. Boven: Fakirtje pesten. Onder: Kan de sterkste man ter wereld deze bokaal augurken openen?

Onze favoriet van MiramirO dit jaar was de voorstelling “The Gaiety Engine” van het Britse duo Strangelings, die we zagen op de Korenmarkt. (Zoekplaatje: op de foto’s bij GentBlogt zie je mij in het publiek staan.) De twee vreemde figuren – Isaiah Crank en Tolley-boy – lijken uit een andere tijd en misschien wel uit een ander universum te komen. Het uitgangspunt – een Victoriaans rariteitenkabinet – is een dankbare kapstok om een hele reeks mini-acts aan op te hangen. Mij deed de voorstelling denken aan een toverbal, waarbij je geen idee hebt wat de volgende kleur zal zijn. Visueel heel mooi, inhoudelijk verrassend en onweerstaanbaar grappig. Kortom, straattheater op zijn best!

De Propere Fanfare van de Vieze Gasten.

De Propere Fanfare van de Vieze Gasten.

Onder het afdak voor het Sint-Pietersstation zagen we nog een act uit het MiramirO-programma: De Propere Fanfare van de Vieze Gasten. Het is een grote bende waar je niet snel bij uitgekeken raakt. Iedereen heeft een andere outfit: van de man onder de vergiethoed met zijn cimbalen tot het Sinterklaasmeisje met haar gitaar. Er is het inwonende showballet. Er zijn de veranderende formaties. En er is natuurlijk de wervelende muziek, die aanhoudend wordt opzweept door de energieke dirigent.

Ze zijn een uur blijven spelen, tot de zon zo zot was dat ze opkwam in het Westen!

Van wachtmerrie tot droomjob

Veni.Woensdag schreef ik al dat ik een Veni-subsidie heb gekregen van het NWO. Vandaag gun ik jullie een blik achter de schermen, waar de Veni-kandidaten op hun nagels bijten van de spanning. Onderzoek is mijn passie en ik zou het zeker niet willen missen, maar het leven als onderzoeker is er ook één van grote onzekerheid. Dan heb ik het nog niet eens over de twijfels die horen bij periodes waarin de gewenste resultaten uitblijven, maar over de grote onrust die hoort bij het leven van tijdelijke contracten. Welkom in de schaduwwereld die ‘postdoc’ heet.

Een postdoc (of voluit: postdoctoraal onderzoeker) is iemand die zijn of haar proefschrift verdedigd heeft en met dit doctoraatsdiploma op zak nog langer als onderzoeker aan de universiteit wil blijven werken. Een postdoc is dan wel geen groentje meer, maar hij of zij heeft ook nog geen eigen onderzoeksgroep of vaste aanstelling zoals een professor. Zie de figuur hieronder voor een visueel overzicht.

Postdoc.

Postdocs: wie zijn ze en wat doen ze? In een vorig bericht had ik het over stereotypen rond onderzoekers. Daarin ontbrak nog dit treffend overzicht rond postdocs – al denk ik dat het echte probleem met de beeldvorming rond postdocs is dat er buiten de universiteit haast niemand weet dat ze bestaan… (Bron afbeelding.)

Als onderzoeker aan de universiteit kun je twee kanten uit: ofwel solliciteer je voor een positie bij een bestaand project, ofwel schrijf je zelf een onderzoeksvoorstel en probeer je daar financiering voor te vinden. (Vandaar het plaatje met de bedelaar in de afbeelding hierboven.)

Ik heb beide gedaan: bij mijn eerste doctoraatsproject in de materiaalfysica voerde ik een bestaand project uit, terwijl ik voor mijn tweede doctoraatsproject over de filosofie van kansrekening zelf besliste over mijn onderzoeksvragen en -methode. Als je nieuw bent in het onderzoek heeft het zeker voordelen dat iemand met meer ervaring de planning opstelt. Je hebt dan immers nog niet veel benul van wat een goede vraag is, of wat er haalbaar is in een bepaald aantal jaren. Na verloop van tijd krijg je hier meer inzicht in en wordt het des te leuker om je eigen neus te volgen op zoek naar interessant en onontgonnen terrein.

Het is een groot voorrecht om onderzoek te kunnen doen naar iets waar je effectief van wakker ligt, waar je ook over zou nadenken als helemaal niemand je ervoor betaalde, of als er geen gespecialiseerde tijdschriften bestonden waarin je je bevindingen zou kunnen neerschrijven. Dit kun je enkel doen als je zelf een project schrijft en hier geld voor aanvraagt. De Veni’s zijn een systeem om dit soort dromen waar te maken.

Als je zelf een project aanvraagt, duurt het typisch meer dan een jaar voor je beurs daadwerkelijk kan ingaan – als het dan al lukt. Bij de Veni’s krijg je twee kansen. Daarna ben je als het ware uitgeprocedeerd en kun je hoogstens proberen om in een ander land aan een beurs te geraken. Je weet niet hoe lang je het moet zien te redden met andere, tijdelijke aanstellingen. Je weet zelfs niet op voorhand of het uiteindelijk een keer zal lukken, dus je vraagt je voortdurend af of je niet beter naar ander werk kunt uitkijken.

Dit jaar dienden er 939 onderzoekers een aanvraag in voor een Veni, waarvan er 147 ook daadwerkelijk financiering kregen (bron: NWO). De slaagkans was dus minder dan 16%. Besef daarbij goed dat ál de Veni-kandidaten mensen zijn met (minstens) een doctoraat op zak, die allemaal al op internationale conferenties hebben gestaan om over hun resultaten te vertellen, die allemaal een waslijst met wetenschappelijke publicaties kunnen voorleggen en die allemaal gepassioneerd zijn door hun onderzoek. Voor de juryleden is het geen kwestie van de rotte appels eruit te halen, want die zitten er gewoon niet meer tussen in dit stadium. Zij moeten proberen inschatten wie de komende jaren de beste en de talrijkste onderzoeksresultaten zal behalen. Voor de kandidaten zelf lijkt het vooral een kwestie van kalm te blijven, van niet uit het systeem te stappen voor de laatste ronde is ingegaan en intussen volop verder te doen met hun lopend onderzoek, om zo hun CV marktwaardig te houden.

Vooralsnog hebben wetenschappers nog geen geldboom kunnen kweken.Het mag duidelijk zijn: zelfs bij de Veni-droommachine krijg je niet zo maar geld voor drie jaar onderzoek. Voor mij begon het hele traject eind vorig jaar, met het schrijven van de aanvraag. Daarbij kwam het zeer goed uit dat ik in die periode in Oxford was voor een studieverblijf: in de seminaries over filosofie van de fysica (waar ik al over schreef) deed ik veel inspiratie op. Ook legde ik een aantal ideeën voor aan professor Harvey Brown. Hij reageerde alvast enthousiast, wat me natuurlijk vertrouwen gaf om het projectvoorstel verder uit te schrijven in de richting die ik toen voor ogen had.

Er zijn verschillende commissies die oordelen over projecten in verschillende takken van het onderzoek. Het is altijd mijn wens geweest om fysica en filosofie te combineren. Dit past niet goed in de klassieke opdeling van vakgebieden: fysica valt onder de exacte wetenschappen, terwijl filosofie bij de menswetenschappen hoort. Gelukkig heeft het NWO, net als het FWO trouwens, sinds kort een interdisciplinaire commissie. Begin januari diende ik mijn aanvraagdossier dus in bij deze commissie.

Na een eerste voorselectie was het een hele tijd wachten op de rapporten van twee externe referenten. Als kandidaat krijg je vervolgens de kans om een weerwoord te schrijven en dan is het weer wachten om te horen of je wordt uitgenodigd voor een interview met de selectiecommissie. Als je de e-mail krijgt waarin staat dat je inderdaad bent uitgenodigd voor zo’n gesprek lees je die niet één maar drie keer door en vraag je voor de zekerheid aan iemand anders om het ook nog eens te lezen.

Midden juni spoorde ik naar Utrecht om daar de jury te woord te staan. Hieronder zie je een foto die ik die dag maakte: het interview vond plaats in een vergadercentrum (achter de ramen tussen de groene pijlen), in het winkelcentrum dat naadloos overgaat in het centraal station. Het is een vreemd gevoel om naar één van de belangrijkste gesprekken van je professionele leven te wandelen tussen al die winkelende mensen. Anderzijds voelde het ook vertrouwd aan, omdat ik al zo vaak in het station van Utrecht ben overgestapt van de ene op de andere trein.

Achter deze ramen vond het interview plaats.

Achter deze ramen vond vorige maand het interview plaats.

De Nederlandse Spoorwegen hebben aangaande stiptheid geen al te beste naam. Toch is de slaagkans op aansluitingen bij de NS beduidend hoger dan de 16% bij het NWO. Ook weet je bij de NS tenminste metéén of je eindspurt succesvol was, terwijl ik bij het NWO nog meer dan een maand moest wachten voor ik te horen kreeg of ik de Veni-trein gehaald had. De uitslag werd verwacht voor “midden juli” en de spanning steeg hier met de dag. Je zou misschien denken dat een dergelijk belangrijk nieuws door een lakei wordt afgeleverd op een schoteltje onder een stolp, of desnoods per brief, maar tegenwoordig gaat dat natuurlijk allemaal per e-mail. Toen het bericht van het NWO dan eindelijk in mijn inbox zat, las ik de mail tussen mijn wimpers door – alsof dat zou helpen om eventueel slecht nieuws wat minder hard te laten aankomen.

Maar het was goed nieuws, zoals je weet: mijn project is goedgekeurd. Mijn nachtmerrie van het wachten (een wachtmerrie dus) zit erop en ik mag weer een paar jaar verder doen met mijn droomjob.

Venn-diagram over postdocs.

Wat houdt het midden tussen een zinvolle roeping en gelegaliseerde slavernij? Volgens dit Venn-diagram is het antwoord: een postdoc. (Ik dacht eerst dat er “zinvolle vakantie” stond – lol!) (Fragment van een grotere afbeelding van deze bron.)

Moraal van het verhaal. Sommige ouders maken zich zorgen als zoon of dochter bij het theater wil, omdat ze dan nooit zeker zullen zijn van brood op de plank, maar als postdoc sta je dezelfde angsten uit voor je passie. Alweer een bewijs dat kunst en wetenschap veel dichter bij elkaar staan dan vaak aangenomen wordt! :-)

Nieuwsflits: Veni toegekend

Veni.Vorige week kreeg ik heel goed nieuws: de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) heeft mijn Veni-project goedgekeurd. Dit betekent dat het NWO mij vanaf januari 2013 voor drie jaar zal betalen om te doen wat ik het liefste doe: mijn werk als postdoc verderzetten op het onderzoeksonderwerp van mijn eigen keuze – een combinatie van fysica en filosofie. De Veni’s zijn vergelijkbaar met de postdoctorale mandaten van het Vlaamse Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO), al zijn ze volgens sommigen nog net iets prestigieuzer.

Ik wou het nieuws natuurlijk het liefst meteen op mijn blog zetten, maar ik was niet zeker of het al openbaar mocht worden gemaakt. Gisteren zijn alle Veni’s bekendgemaakt op de website van het NWO, dus nu mag het zeker! (De namen staan alfabetisch, dus mijn project vind je redelijk naar het einde toe). Onze faculteit kreeg nog meer goed nieuws, want ook collega Sander de Boer heeft een Veni gekregen van de commissie voor menswetenschappen. In totaal gaan er dertien Veni’s naar onderzoekers in Groningen.

Concreet verandert er voor mij niet zo veel: ik blijf verbonden aan de Faculteit Wijsbegeerte van de Rijksuniversiteit Groningen, meer bepaald aan het departement Theoretische Filosofie. Wel start ik volgend jaar dus aan een nieuw project: “Speling in het wetenschappelijke raderwerk“, of in het Engels “Inexactness in the exact sciences“. Maar hierover lees je te zijner tijd zeker meer op dit blog!

Midzomervertellingen

Gisteren vond in het Citadelpark de zesde editie van Midzomervertellingen plaats.

Wij gingen vorig jaar al luisteren naar het avondprogramma. We nestelden ons toen op de kunstrotsen rond het voormalige van Bastion 5, onder de honingboom. Daar waanden we ons in een ver verleden zonder televisie, waarin mensen elkaar straffe verhalen vertellen om de lange zomeravonden aangenaam door te brengen. Er hoorden ook een wijntje of fruitsap van Oxfam bij, een kaasje en wat olijven. (Wonderlijk genereus voor een gratis evenement!) Ik herinner me een jaar later nog steeds het prachtige verhaal over de zoon van een herder die elders zijn geluk zocht en de mythische vertelling over waar kinderen vandaan komen.

Midzomervertellingen in het Citadelpark, editie 2011.

Midzomervertellingen in het Citadelpark, editie 2011

Dit jaar waren we weer van de partij, deze keer aan de voet van de rotspartij. Er waren nu ook tenten voorzien, wat geen overbodige luxe bleek vanwege de regen tijdens het namiddagprogramma. ’s Avonds klaarde het echter op en zo konden we in openlucht – onder het dak zonder pannen – luisteren naar de Grimm-sprookjes voor volwassenen. Het gras was natuurlijk nog nat, maar iedereen kon droog zitten op het plastic zeil, op de roze picknickbanken, of op zelf meegebrachte klapstoeltjes. Er waren ook weer drankjes en hapjes voorzien. Ideale omstandigheden dus om te luisteren naar drie vertellers – Frank Degruyter, Hilde Rogge en Don Fabulist -, die elk twee verhalen brachten.

Voor de pauze hoorden we over Griet en Hansje (in een soort Neder-Duits), over de ongelukkige zoon van de koning en over enkele xenotransplantaties… Na de pauze luisterden we naar het verhaal van de gans van Hans (een soort zwaan-kleef-aan met extra tongbrekers voor West-Vlamingen), Blauwkapje en de vegetarische wolf, het sprookje van de drie wensen en het lied van de gehangene in het Bargoens. Als afsluiter kregen we van Frank nog een levendige vertolking van Roodkapje in de versie van Roald Dahl, intussen zelf een terechte klassieker.

Midzomervertellingen in het Citadelpark, editie 2012.

Midzomervertellingen in het Citadelpark, editie 2012

Het was een zeer mooie avond en we hopen dan ook dat de Midzomervertellingen nog vele zomers mogen doorgaan.

P.S.: Vandaag voegde ik ook foto’s toe bij twee eerdere blogberichten (van de lezing in Amsterdam en het interview in Hilversum).

Gelukkige Alan Turing-dag!

2012 is het jaar van Alan Turing en vandaag is het precies honderd jaar geleden dat deze wiskundige en vader van de computerwetenschappen geboren werd. Tijdens het interview eerder deze week vermeldde ik een Lego-versie van de Turing-machine, die gebouwd werd door onderzoekers uit Amsterdam als onderdeel van een tentoonstelling over Turing. Hoewel de Turing-machine oorspronkelijk een gedachte-experiment was, gebaseerd op een oneindig lange band die fungeert als een oneindig groot geheugen, vind ik dit model met een bescheiden geheugenband van 32 bits toch een mooi eerbetoon. Daar is mijn fascinatie voor mechaniekjes (zie ook: hier en hier) natuurlijk niet vreemd aan.

Hier is dan de video van de Turing-machine in Lego (link):

Ik zag dit filmpje eerst via deze link, maar het doet volop de ronde op het internet.