Tag Archief: film

The Hunger Games nagespeeld met paaseitjes

Naar de film gaan voor Pasen kan ernstige gevolgen hebben.

Naar de film gaan vóór Pasen kan ernstige gevolgen hebben.

Moet ik het verhaal achter deze fotocompositie hier echt uit de doeken doen?

Wel, ik schreef toch al dat we naar “The Hunger Games” zouden gaan kijken? En dat het daarna Pasen was, heeft u ook gemerkt? Als ik eenmaal weet wat er in gevulde paaseitjes zit en ik vind die vulling erg lekker, leg ik er al eens eentje opzij. Dat beeld deed Danny denken aan “The Hunger Games“, want… [spoiler] die met de gekleurde papiertjes overleven het langst.[/spoiler]

Arme paaseitjes!

Aanvulling (12 april 2012):

Serieuze mensen zouden zoiets niet posten – die doen gewoon een statistische analyse van de overlevingskansen in de film! Alhoewel, echt serieuze wetenschapsblogs schrijven vandaag natuurlijk over de nieuwe aanwijzingen over Majorana-fermionen van een groep aan de TU Delft.

Aanvulling (16 april 2012):

Ook in Wired staat er een artikel over kansrekening en speltheorie in The Hunger Games.

Heksje met bezempech

Lente in de grot van Plato: schaduw van narcissen.Maart was een blogluwe maand en dat probeer ik op deze laatste dag nog enigszins goed te maken een beetje cultuur en enkele lentefoto’s.

We trapten deze maand af met de ANIMA-nacht in Gent, waarbij de kortfilms van het Internationaal Filmfestival voor de animatiefilm in Brussel ook in de Sphinx worden vertoond. Het was een zeer mooie selectie in drie gangen van ontroerende (Der Kleine und das Biest, winnaar van Cartoon d’Or), dromerige (Luminaris) en ronduit hilarische (Flamingo Pride) animatiefilms van een halve minuut tot een half uur. Helaas werd de magie wel verstoord door het haperend geluid. De films werden afgespeeld vanop een DVD en blijkbaar kon de installatie de hoge resolutie van sommige kortfilms niet aan, waardoor de soundtrack herleid werd tot een vreselijk gepiep. Ook de vertoning van “Het Monster van Nix“, dat dé grote afsluiter had moeten worden, werd hierdoor verstoord. Uiteindelijk (ongeveer in de helft van de film) werd het probleem verholpen door een versie met lagere resolutie te starten, maar op dat moment had de helft van de ANIMA-gangers het al voor bekeken gehouden. Volgens de Sphinx-website: “Oorzaak bleek na lang zoeken een defecte stekkerdoos te zijn die zorgde voor stroomuitvallen.”

Succesvoller verliep ons bezoek aan het Museum voor Schone Kunsten (MSK Gent), dat op zondagvoormiddag gratis toegankelijk is voor Gentenaars. De tijdelijke tentoonstelling verzamelt werken van de Engelse schilder Ford Madox Brown en is met zijn combinatie van frisse kleuren en excentrieke taferelen zeker een bezoekje waard! Naast zijn meesterwerk “Work“, een ode aan de arbeidsklasse waaraan hij meer dan tien jaar schilderde, worden er veel voorstudies getoond. Dit laat toe om te zien hoe Brown de compositie geleidelijk veranderde, waardoor zijn doek steeds levendiger werd. Tijdens ons bezoek werd een deel van de vaste tentoonstelling heropgebouwd, dus een weerzien met twee van mijn favoriete doeken zal voor een ander keertje zijn.

Op zoek naar het geluk met Maurice Maeterlinck.Een tijdje geleden gingen we ook naar de tentoonstelling over L’Oiseau Bleu van Maurice Maeterlinck, die nog tot 22 april te bezichten is in de Sint-Pietersabdij. Wij kenden het sprookje nog niet, maar dat is geen bezwaar: in het centrale deel van de tentoonstelling krijg je via een koptelefoon een ingekorte versie van het sprookje te horen, terwijl je door een aangepaste omgeving loopt, waarvan het ontwerp gebaseerd is op decorstukken van diverse theaterbewerkingen van het verhaal.

Helaas mochten er van de tentoonstelling zelf geen foto’s gemaakt worden, dus het enige plaatje dat ik hier kan plaatsen is van het spandoek boven de ingang. Op het geheugenkaartje vond ik wel nog volgende maartse foto’s terug:

Linksboven: Begin maart zagen we een heksje met bezempech: ze moest noodgedwongen op de fiets en heeft haar bezem dan maar onder de snelbinder gestoken. De foto is gemaakt vanuit een rijdende auto, dus helaas een beetje wazig. (Wees gerust, ik zat niet zelf aan het stuur.) Ik vind deze foto wel symbolisch voor deze maand, waarin ik zelf ook niet zo veel bijeengehekst kreeg als anders. ;-)

Maart 2012 in vier beelden.

Maart 2012 in vier beelden.

In maart begon natuurlijk ook de lente, vrij overtuigend zelfs, met heel veel zon. We deden ons eerste terrasje van het jaar en aten ons eerste ijsje bij Nonno. Het is dus officieel: de winter is voorbij.

Rechtsboven: Iemand heeft de cyclopenboom in het park van een bijpassende glimlach voorzien.

Linksonder: Witte ganzenmoeder toont trots haar gele kuiken.

Rechtsonder: En ook de bomen bloeien open. Het is natuurlijk veel mooier in het echt, maar ik heb toch een foto gemaakt van deze magnolia-variant, want de bloei duurt maar enkele dagen.

Vanavond sluiten we de maand af zoals we hem begonnen zijn, met een filmpje: The Hunger Games. Zevende kunst, hype, of puur amusement? Dat zullen we straks zien.

Aanvulling (8 april 2012):

Via Google Art Project kun je thuis enkele werken van Ford Madox Brown bekijken. Je kunt ook inzoomen en zo meer details zien dan in eender welk museum mogelijk is.

Winnaar van het boek

Ik geef een examplaar weg van het gloednieuwe boek Inception & Philosophy, waarvoor ik het eerste hoofdstuk schreef.Twee weken geleden vertelde ik dat het boek Inception and Philosophy uit is en dat ik een exemplaar zou weggeven.

Er kwamen acht reacties binnen en daar heb ik één winnaar uitgepikt. De prijs gaat naar: Theo Vanharen. En nu maar hopen dat de leeservaring van een boek over een film beter meevalt dan sommige boekverfilmingen. ;-)

Ik zal de winnaar per e-mail contacteren om het boek op het juiste adres te kunnen bezorgen.

Win een boek!

Ik geef een examplaar weg van het gloednieuwe boek Inception & Philosophy, waarvoor ik het eerste hoofdstuk schreef.Maak kans op een gratis exemplaar van “Inception and philosophy” door een reactie achter te laten onder dit bericht.

Zoals ik eerder al liet weten, heb ik het eerste hoofdstuk geschreven voor het boek “Inception and philosophy“. Intussen heeft ook mijn suggestie voor de ondertitel, “Ideas to die for“, de kaft gehaald. :-) Het boek is nu verschenen bij uitgeverij Open Court en is te koop als paperback en als e-book. Mooi meegenomen: omdat mijn hoofdstuk helemaal vooraan staat, kun je bijna alle pagina’s ervan in het gratis voorbeeld op Amazon bekijken.

Er is een Facebook-pagina voor Inception and Philosophy en zoals het een boek over een film betaamt, is er ook een trailer voor gemaakt:

Heb je Inception gezien, of ben je gewoon benieuwd naar het boek? Vertel het in een reactie en maak kans op een gratis exemplaar. Meedoen kan tot en met zondag 6 november; op maandag 7 november maak ik de winnaar van het boek bekend.

Inception en filosofie

Het boek Inception & Philosophy, waarvoor ik het eerste hoofdstuk schreef, wordt eind 2011 verwacht.Inception is een film uit 2010 van  Christopher Nolan (tevens regisseur van The Prestige en Memento). De film gaat over mensen die trachten in een droom iemands geheimen te ontfutselen of er een nieuw idee in te planten. Inception is niet enkel een actiefilm met sciencefiction-elementen, maar ook een interessant onderwerp voor filosofen. Voor wie de film nog niet gezien zou hebben: hij is zeker het bekijken waard. Eind van dit jaar verschijnt het boek “Inception and philosophy” met daarin een hoofdstuk van mijn hand. Zodra ik zelf een exemplaar in handen heb gekregen, geef ik hier zo’n boek weg.

Het boek “Inception and philosophy” is Engelstalig en het omvat eenentwintig hoofdstukken. Mijn hoofdstuk heet “How to keep track of reality” en staat als eerste in het boek; de inhoudstafel kun je hier alvast bekijken. De uitgeverij is Open Court: in 2000 zijn ze gestart met hun reeks “… and philosophy” waarin intussen al een zestigtal titels zijn verschenen. Ze zijn niet de enige uitgeverij met een reeks over filosofie en populaire cultuur: de voormalige hoofdredacteur van de reeks bij Open Court, professor in de filosofie William Irwin, stapte in 2006 over naar uitgeverij Blackwell, om daar een gelijkaardige reeks op te starten. Zo komt het dat er eind dit jaar twee boeken verschijnen met precies dezelfde titel, “Inception and Philosophy“, maar met een andere kaft errond en met andere hoofdstukken erin van andere schrijvers.

Sommige filosofen stellen zich vragen over dit soort boeken. (Maar ja, vragen stellen is dan ook ons beroep.) “The Simpsons and philosophy“, “Harry Potter and philosophy“, … : is het niet te plat, te simpel en te goedkoop allemaal? Ik vind van niet: als poging om filosofie toegankelijker te maken zijn dit soort initiatieven lovenswaardig. Als je de aandacht kunt trekken met een populair onderwerp moet je dat vooral doen, als je daarna maar iets zinnigs te vertellen hebt. (Lees hier William Irwins verdediging van de populariserende filosofieboeken: Fancy taking a pop?) Filosofie heeft het voordeel dat het geen onderwerp is, maar eerder een methode: kritische reflectie kun je op bijna ieder onderwerp toepassen. Sommige onderwerpen lenen zich er natuurlijk gemakkelijker toe dan andere. Sommige films, zoals The Matrix bijvoorbeeld, bevatten zelf al een filosofische kernvraag. Ook Inception bevat duidelijk filosofische elementen, daarom leek het me leuk om aan een populariserend boek over deze film mee te werken. Dit is onze trailer voor het boek:

In Inception kunnen meerdere mensen dezelfde droom delen. Ook komen er dromen in dromen voor: zo ontstaan er verschillende levels of niveaus. Het hoogste niveau is de werkelijkheid die we in wakende toestand ervaren en het bodemniveau wordt ‘limbo’ genoemd. De personages en ook de toeschouwers moeten voortdurend bijhouden op welk droomniveau bepaalde gebeurtenissen plaatsvinden om zo de werkelijkheid niet uit het oog te verliezen.

De film roept vragen op als: (hoe) kan ik ooit zeker weten dat ik wakker ben of dat ik droom? Wellicht twijfel je er niet aan dat je wakker bent terwijl je dit leest, maar weet je het echt zeker? Dit soort twijfel aan zaken waaraan geen zinnig mens lijkt te twijfelen is het handelsmerk van de sceptische filosofie. Mijn hoofdstuk geeft hier een inleiding over, beginnend met Zhuang Zi, de Oud-Chineese filosoof die droomde dat hij een vlinder was. Of was het een vlinder die droomde dat hij een filosoof was…? Dan komt Plato aan de beurt met de gevangenen in de grot, een verhaal dat Plato zijn leermeester Socrates in de mond legt. Ook René Descartes passeert de revue en heel even de hersenen-in-een-vat-hypothese die bekend is geworden door Hilary Putnam.

De totem van Ariadne is een loper, die van Arthur een dobbelsteen en die van Cob een tol.De personages in Inception trachten werkelijkheid en droom van elkaar te onderscheiden met behulp van een totem: een klein voorwerp dat ze bij zich dragen en waarvan alleen zijzelf de precieze eigenschappen kennen. Als ze in de droom van iemand anders zitten, zullen ze dit kunnen merken, doordat de dromen zich de eigenschappen van het voorwerp verkeerd voorstelt. Het hoofdpersonage Dom Cobb, gespeeld door Leonardo DiCaprio, gebruikt een draaitol als totem. Als fysicus vind ik deze totem een heel vreemd gegeven. Ofwel ontgaat er mij hier iets, ofwel rammelt het verhaal op dit punt. In werkelijkheid is er altijd wrijving, dus als je een tol laat draaien, zal die door wrijving vertragen en uiteindelijk omvallen. Nu denk je wellicht: dat weet toch iedereen, daar hoef je geen fysicus voor te zijn! Dat is dan ook precies mijn bezwaar, want in de film is het zo dat de tol niet omvalt als Cobb ermee in iemands droom zit. Als het de bedoeling is om mensen te doen geloven dat ze wakker zijn, terwijl ze eigenlijk dromen, dan begrijp ik niet welke dromer zo’n evidente fout zou maken tegen de fysica. Op dit vlak zijn de rode dobbelsteen van Arthur (vertolkt door Joseph Gordon-Levitt), die verzwaard is maar op een onbekende manier, en het schaakstuk van Ariadne (gespeeld door Ellen Page), een loper waarin ze een gat heeft geboord om het zwaartepunt te verhogen, meer realistische hulpmiddelen om de werkelijkheid te achterhalen.

Het is overzichtelijk om een verhaalstructuur uit te tekenen aan de hand van een diagram. Dat is dan ook wat ik in mijn hoofdstuk doe: het begint eenvoudig, met een diagram van Zhuang Zi’s vlinderdroom en de gevangene die uit Plato’s grot ontsnapt. Dan maak ik soortgelijke diagrammen voor een aantal films. Zo heeft The Matrix precies dezelfde structuur als Plato’s verhaal. The Thirteenth Floor heeft een ingewikkelder schema en dat van eXistenZ is nog complexer. Uiteindelijk komen we bij het vloerplan van Inception en de vraag wat het einde van de film betekent.

Infographic over Inception.

Mijn schema’s voor het boek zijn eenvoudiger, maar hopelijk ook iets duidelijker dan deze infografiek van Shahed Syed op deviantART. (Bron: http://dehahs.deviantart.com/gallery/#/d2unnlj)

Zonder stotteren de oorlog in

In 'The King's Speech' moet koning George VI zijn angst voor de microfoon overwinnen.Studio Skoop in Gent is een heerlijke bioscoop om retro-films in te bekijken. De infrastructuur is misschien niet zo hi-tech als bij Kinepolis, maar de prijzen zijn er lager en de oude, geschilderde filmaffiches in de zalen geven meer sfeer. Een prima plek dus om (eindelijk) “The King’s Speech” te zien.

Toegegeven, ik was niet wild enthousiast om naar deze film te gaan. “The King’s Speech” won in 2010 weliswaar de oscar voor Beste Film en nog drie andere oscars, maar een echte kwaliteitsgarantie is dat niet. Het verhaal is ook niet spectaculair, maar juist dat laat toe er een mooie film van te maken: een geloofwaardig plot, met nadruk op de karakters en hun onderlinge relaties. Ik had nog nooit iets over het verhaal van de Britse koning George VI gehoord; na afloop had ik dan ook geen enkel idee of de film al dan niet historisch correct was. (Volgens de Engelstalige Wikipedia valt dat goed mee.) Ik had vooral het gevoel een degelijke film gezien te hebben. Als je de film nog wilt gaan bekijken, kun je de volgende twee paragrafen beter niet lezen. (Anderzijds is de film zeker nog de moeite waard ook als je het verhaal al kent.)

Het verhaal gaat over de Britse prins Albert (later koning George VI). Hij stottert, wat hem hindert bij het geven van speeches. Nochtans wordt van hem verwacht dat hij het Britse volk toespreekt, ondermeer via de radio – in die tijd een nieuw medium. De prins komt in behandeling bij Lionel Logue, een logopedist die er onconventionele, maar effectieve methodes op nahoudt. Hoewel prins Albert graag wat afstand houdt, spreekt Lionel hem steevast aan met “Bertie”, een koosnaam die eigenlijk enkel diens vrouw mag gebruiken.

Therapeut Lionel (rechts) vraagt aan prins Albert (links) om een stuk voor te lezen uit Hamlet.De therapeut wedt voor een stuiver dat de prins wél kan praten zonder stotteren. Daartoe zet hij hem een koptelefoon op met heel luide muziek, zodat hij zichzelf niet kan horen praten, en vraagt aan de prins om een stuk voor te lezen uit Hamlet (jawel, de bekende monoloog met de frase “to be, or not to be”). Om te bewijzen dat de prins dit kan voorlezen zonder haperen, neemt Lionel zijn stem op, op plaat. De prins begint er wel aan, maar gelooft er niets van en trapt het af. Pas later beluistert hij de plaat en hoort zichzelf voor het eerst praten zonder stotteren. Dit wekt een indruk van hoe zijn leven zou kunnen zijn, wat hem motiveert om de therapie te hervatten.

Hoe dit verder afloopt kun je beter zelf gaan bekijken. Hier wil ik het liever hebben over die platenspeler. Tegenwoordig is zo’n pick-up niet bepaald vooruitstrevend, maar roept het eerder nostalgische gevoelens op. In de context van de film echter zijn radio’s, koptelefoons, microfoons, platenspelers en -recorders moderne, hoog-technologische apparaten. Ook nu nog blijf ik het concept achter de platenspeler een fantastisch idee vinden.

Lange tijd was geen mens bij machte om geluid te bewaren. We konden teksten noteren in schrifttekens, maar als iemand de taal niet sprak, wist hij ook niet hoe de woorden moest klinken. (Bij dode talen, zoals het oud-Egyptisch, is dat een probleem: we kunnen de betekenis van hiërogliefen nu wel ontcijferen, maar hoe de taal klonk is grotendeels giswerk, waarbij de hiaten worden opgevuld met klanken uit het Arabisch.) Zelfs als je weet hoe de taal klinkt, zegt een geschreven tekst niet hoe een specifieke stem klonk, of hoe een bepaald citaat op een historisch moment werd uitgesproken. Bij muziek is de situatie vergelijkbaar: je kunt het ritme en de melodie noteren met behulp van notenbalken, maar daarmee weet je nog niet hoe die ene opvoering door die ene organist precies klonk in die ene kerk. Dat we geluid kunnen opnemen en later opnieuw afspelen lijkt heel gewoon, maar wat een wonder der techniek was het: die eerste keer dat een stem op plaat werd opgenomen en daarna opnieuw weerklonk.

(meer…)