Over mijn deelname aan FameLab eerder dit jaar heb ik verschillende blogposts geschreven. Ook de opnames van de Belgische finale staan al enige tijd online. Maar blijkbaar ben ik vergeten de opname van mijn pitch ook hier te plaatsen.
Terwijl ik tijdens de voorrondes uitlegde hoe zeepbellen aan hun kleuren komen, deed ik in de finale een poging om in drie minuten antwoord te geven op volgende vraag:
“Wat is waarschijnlijkheid?”
Geen sinecure, gezien ik vorig jaar een heel vak heb gegeven over deze en aanverwante vragen uit de filosofie van de kansrekening. ;-)
Het was in het Engels, maar er staan Nederlandse ondertitels bij. Bij deze dus, mijn drie minuten over kansrekening:
[error]Opgelet, de ondertitels zijn niet door mij gemaakt en er zit een cruciale fout in. Ik zeg “70 trillion“, maar ik gebruik short scale. In het Nederlands correspondeert dat niet met “70 triljoen”, maar ‘slechts’ met “70 biljoen” (70*10^12)![/error]
Onze faculteit organiseert een Junior College Filosofie. Daarbij gaan er verschillende klassen middelbare scholieren aan de slag met lesmateriaal en filmpjes over een bepaald thema. Per thema worden er ook twee bijeenkomsten georganiseerd in een aula aan de KU Leuven. Op 24 september gaf ik zo’n inleidend college over het thema Waarheid. Het was een introductie over een aantal thema’s uit de filosofie en de kenleer in het bijzonder.
Om het een beetje origineel aan te pakken, gebruikte ik verwijzingen naar een aantal films; natuurlijk komt ook Inceptionter sprake. ;-) Verder waren er enkele demonstraties van optische illusies en één auditieve illusie.
Het college vond plaats in een aula met videoregistratie, zodat de klassen die niet aanwezig konden zijn het achteraf konden nabekijken. De opname van dit college plaats ik nu ook hieronder.
Wat mensen met enige achtergrond in de kenleer wellicht zal opvallen is dat ik in dit college erg onzorgvuldig omspring met de termen ‘kennis’, ‘zekerheid’ en ‘waarheid’: ik gebruik ze door elkaar, terwijl deze woorden natuurlijk niet hetzelfde betekenen. Voor dit inleidende college leek enige slordigheid op dit vlak me echter een verdedigbare keuze, omdat het me toeliet om in een relatief korte tijd (van twee keer vijftig minuten) heel wat grond te bestrijken.
Wat mij dan weer vooral opvalt is een nieuw stopwoord, waarvan ik me nog niet bewust was. Oeps! (Ik ga niet zeggen welk het is, want dan gaat het al van het begin af aan storen.) Er zitten ook stukjes in waar ik achteraf gezien niet zo blij mee ben, maar dat is altijd zo. Volgend jaar beter. :-)
Met de respons van de leerlingen was ik trouwens wel heel tevreden: ze kwamen met relevante en vaak originele antwoorden. Deze interactie is precies wat doceren zo boeiend maakt (al blijft juist van dat aspect weinig over in een videoregistratie).
Mijn presentatie voor de FameLab heat in Gent ging over licht en kleuren. Omdat ik geen video heb van die avond, heb ik besloten om de vorige presentatie zelf eens op te nemen. Zonder trillende handen deze keer. ;-)
Het resultaat zie je hieronder: een filmpje met drie minuten over optica (in het Engels).
Dit zijn de tien finalisten die aantreden bij de nationale finale in Leuven. Daar zal ik trouwens een volledig nieuwe presentatie geven. :-)
Wil je erbij zijn op dinsdag 12 mei (18u STUK)? Dat kan! Het is gratis, maar je moet je wel aanmelden op de website. (De hele voorstelling is het Engels.)
De acht finalisten uit Gent mochten samen met twee finalisten uit de heat in Namen een MasterClass volgen. Deze tweedaagse vond vorig weekend plaats in The Leuven Institute for Ireland in Europe. Een verborgen pareltje in het centrum van Leuven met binnenpleinen en -tuinen.
Binnenplein.
Onze trainer was Timandra Harkness en ze zorgde ervoor dat het weekend een topbelevenis werd! We kregen van bij het begin kleine opdrachten en gaven elkaar voortdurend feedback. We leerden er onder andere vijf manieren om een verhaal te beginnen. De eenvoudigste tip was – en ik denk dat ik er hier wel eentje mag prijsgeven – letterlijk beginnen met: “Dit is een verhaal over…” Een aantal van ons mochten het meteen uitproberen en inderdaad: het werkte. :-) Het was lang geleden dat ik nog eens zo intensief met creatieve dingen bezig heb kunnen zijn. Het was ook fijn om tijdens de pauzes de andere deelnemers te leren kennen.
Na de eerste dag nam ik de trein terug richting Gent. Ik zag een halo naast de ondergaande zon. Ook toen de zon onder was bleef de inspiratie maar kolken waardoor ik nauwelijks kon slapen.
Hallo, halo!
Zonsondergang Gent (West)
Zonsondergang Gent (Oost)
De tweede dag kregen we informatie over omgaan met journalisten en media en dit rechtstreeks van de bron: VRT-journalist Katleen Bracke. Daarna deden we een opdracht waarbij we per twee een alternatieve versie gaven van de presentatie van een andere deelnemer. Dat was bij momenten hilarisch! :-D Hieronder een foto van de voorbereiding, gemaakt door onze docent Timandra.
Tot slot nog een groepsfoto van de tien deelnemers aan de MasterClass en Timandra.
Groepsfoto Famelab 2015 MasterClass in Leuven. (Bron foto.) Van links naar rechts: Sylvia, Niek, Ehsan, Ben, Timandra (onze trainer), Hetty, Laurent, Daniel, Katrien, Francesco en Sébastien.
We zien elkaar terug op 12 mei (op mijn verjaardag!) voor de finale in het STUK in Leuven. Wil je erbij zijn? Dat kan! Het is gratis, maar je moet je wel aanmelden op de website. (De hele voorstelling is het Engels.)
—
Aanvulling (10 juni 2015)
Nee, ik heb niet gewonnen.
De nationale finale is gewonnen door Hetty Helsmoortel met een Griekse tragedie waarin ze opriep voor Open Science. De publieksprijs ging naar Daniel Pérez met een presentatie over supergeleiders.
Hetty verdedigde intussen de Belgische kleuren bij de internationale FameLab rondes in Cheltenham (UK) (hier is haar act te herbekijken). Helaas mocht ze niet meedoen aan de allerlaatste finale ronde (hier te herbekijken), die gewonnen werd door Oskari Vinko.
De voorbije twee maanden had ik geen tijd voor mijn blog. Af en toe een berichtje op Twitter lukte nog wel. Dit is deel 1 van een overzicht van de voorbije periode: over spelen met blokjes, de volle maan, logica en het werken aan een cursus.
“.@frankdeboosere Met compactcamera kwamen we vanavond niet verder dan deze foto (bijgeknipt).”
~
Bij het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte (HIW) van de KU Leuven werden er een aantal filmpjes gemaakt om toekomstige studenten te informeren over onze expertise. Samen met enkele collega’s werd ik geïnterviewd over mijn logica-gerelateerd onderzoek (filmpje in het Engels).
Verder gaf Lorenz Demey, één van de postdocs aan het HIW, een inleidingsles over logica (filmpje ook in het Engels).
~
Intussen werkte ik naarstig verder aan de cursus voor mijn nieuwe vak in het tweede semester. Ook op dat vlak vond ik steun op Twitter dankzij de account Dr Academic Batgirl. :-)
“For all the January syllabus makers, data crunchers, and writers. Respect.”
“Eén zwaluw maakt de lente niet.”
– Aristoteles, Ethica Nicomachea, Boek I
(Link naar de passage in een Engelstalige versie)
Huiszwaluw vliegt aan bij de nesten van een kolonie.
Soms voel ik me een huismus. Knus tussen mijn boeken, knuffelen met mijn zoon, of in de tuin zitten met mijn lief. Maar ik ga ook graag op congres en dat betekent: reizen. Dus misschien is de huiszwaluw een betere totem voor mij. Ik vind zwaluwen alleszins prachtige vogels, met hun dubbele staart, altijd netjes in rokkostuum. :-)
Vroeger bouwden er huiszwaluwen onder de spits van het dak aan het huis van mijn ouders, precies boven de trap aan de deur. Dat was niet altijd zo handig. ;-) Tien dagen geleden zag ik een huis waar een hele kolonie huiszwaluwen nesten gebouwd had onder de dakrand.
Zwaluwen zijn ook populair bij sprookjesschrijvers. Denk maar aan het sprookje van Oscar Wilde over “De gelukkige prins“. Maar ook in de zesde eeuw voor Christus inspireerde de zwaluw al meerdere fabels van Aesopus. Eén van deze fabels illustreert de spreuk dat één zwaluw de lente niet maakt: “De jongeman en de zwaluw”, wat in de Victoriaanse tijd “De verkwister en de zwaluw” werd.
Aangezien deze fabel bij ons niet zo bekend is, geef ik hieronder mijn versie van het verhaal:
De brasser en de zwaluw
Er was eens een onbezonnen jonge kerel. Hij verbraste het fortuin van zijn overleden vader aan feesten en gokken. Na een avond zwaar doorzakken bezat hij niets anders meer dan de kleren aan zijn lijf.
De volgende ochtend brak een zachte lentedag aan. Hij zag een zwaluw overvliegen en het vrolijke gekwetter van de vogel klonk als muziek in zijn oren. “De zomer is in aantocht,” besloot de brasser en hij verkocht zijn winterjas, zodat hij letterlijk in zijn hemd stond.
Later die week begon het echter opnieuw te vriezen en de zwaluw bevroor. “Dwaze vogel,” sakkerde de brasser, “je bent veel te vroeg uitgevlogen. Hierdoor heb je niet alleen je eigen trieste lot bezegeld, maar ook mij te gronde gericht!”
Moraal van het verhaal:
Eén zwaluw maakt de lente niet.
Onderstaand liedje is opgedragen aan al mijn collega’s die aan het zwoegen zijn op hun FWO-aanvraag voor een doctoraats- of postdoc-project. (Als je ook zo iemand kent: geef hem of haar een extra knuffel!) De laatste loodjes wegen ook hierbij het zwaarst: de karakterlimiet van het elektronische aanvraagformulier is onverbiddelijk, dus aan het einde is het wikken en wegen om de beschikbare tekens zo efficiënt mogelijk in te vullen. Er is nauwelijks plaats voor grote ideeën of wetenschappelijke nuance in die kleine vakjes. De deadline is maandag om 17u, maar met wat geluk raakt alles het vanavond af, zodat iedereen een rustig weekend tegemoet gaat.
Het liedje heet “Sollicitere” en het is van de Janse Bagge Bend, een groep uit Susteren (Nederlands Limburg) die carnavalsmuziek veredeld heeft tot ‘dialectpop’. (Dit is de link naar onderstaande video, alsook naar een live-versie uit 2010.) Het nummer was geïnspireerd op het invoeren van de solliciatieplicht in Nederland. In 1982 haalde het de achtste plaats in de Nederlandse top-40 en de 15de plaats in de Vlaamse hitlijst. Hoewel ik het liedje als kind vaak op de radio heb gehoord, dringt de tekst nu pas tot me door en die blijkt bijzonder toepasselijk te zijn – voor de huidige pre- en postdoctorale sollicitanten van het FWO, en bij uitbreiding voor alle postdocs, die quasi permanent moeten solliciteren (zoals ik).
Dit is de originele tekst van deze visionaire song (eerste strofe en refrein):
Hey!
De perspektieve veur de toekoms die zeen nul komma nul
Al höbse noa veul zjweite enne universitaire bul
Al böste ongerwiezer, bankwirker of psycholoog
De komende joare böste waarsjienlik wirkeloos
Doe mos sollicitere, sollicitere!
Höbste al gesjreve?
Viefensevetig breeve!
Höbste al gesjreve?
Viefensevetig breeve!
Höbste al gesjreve?
Den sjrief mer opnuuj!
Volgens sommige mensen is het universum precies afgestemd op het ontstaan en het onderhouden van leven. Want – zo gaat de redenering – als één van de fundamentele natuurconstanten maar een tikkeltje anders zou zijn, dan zou het leven (zoals we dat nu kennen) onmogelijk worden. Er zouden bijvoorbeeld geen sterren zijn, of geen koolstofchemie – in elk geval zou er niet voldaan zijn aan minstens één noodzakelijke voorwaarde voor het ontstaan van leven. Ons universum is precies goed voor ons bestaan. Je zou voor minder een schepper vermoeden.
Vrouwen weten al langer dat onze lichamen niet meteen blijk geven van intelligent design, maar hoe zit dat met het ontwerp van het universum als geheel? In onderstaande tirade over ‘stupid design‘ (link filmpje) gaat de Amerikaanse astrofysicus en wetenschapspopularisator Neil deGrasse Tyson stevig in tegen een al te rooskleurig beeld van het universum als een menslievende omgeving. (Dit is een fragment uit deze lezing die Neil deGrasse Tyson gaf op een conferentie over wetenschap en religie in 2011.)
Een andere vraag die zowel wetenschappers als niet-wetenschappers boeit, is of er nog (meercellig) leven in het universum is buiten dat op de Aarde. Is het feit dat we nog geen buitenaards leven gevonden hebben, een signaal dat het er gewoon niet is? Neil deGrasse Tyson lijkt te denken van niet, zoals blijkt uit onderstaand citaat. Het heelal is zo groot en we hebben er nog maar zo weinig van geëxploreerd.
Citaat van Neil deGrasse Tyson over leven in het universum: “Er bestaat nergens leven behalve op Aarde? Dat is alsof je een beker water uit de oceaan schept en daaruit concludeert dat er geen walvissen in de oceaan zwemmen.”
Het is beslist: als ik 79 mag worden, dan wil ik zijn zoals (wijlen) Grace Hopper! Dan haal ik ook een busseltje nanoseconden uit mijn handtas en na de reclame nog een zakje picoseconden erbij.
Het filmpje hieronder is een interview dat ze gaf in 1986 bij David Letterman, kort nadat ze door de marine op rust gesteld werd (via). Ze was toen 79 jaar, maar begon nog een nieuwe carrière bij een privé-bedrijf. Ze overleed in 1992.
Vorige week raakte ik met een collega aan de praat over presentatietechnieken. Spreken voor publiek is voor veel mensen een grote angst. Toch ben ik over het algemeen niet erg zenuwachtig als ik een presentatie moet geven.
Vermoedelijk zit podiumervaring er voor iets tussen: als kind was ik bij een dansgroep en ik heb ook jaren toneel gespeeld. Bij het dansen gold: wat er ook gebeurt, blijven lachen! Bij toneel gold: wat er ook gebeurt, niet de slappe lach krijgen! In beide gevallen was het duidelijk dat je veel langer moet oefenen, dan de eigenlijke voorstelling duurt. Danspassen worden gedrild tot ze een automatisme zijn en bij toneel moet je oefenen tot je je tekst achterstevoren kunt opzeggen terwijl je ondersteboven in een achtbaan hangt.
Je eigen werk presenteren is nog iets anders natuurlijk: je speelt geen rol, maar staat er als jezelf. Je stelt jezelf kwetsbaar op en aan het einde kun je openlijke kritiek verwachten. In de loop van de jaren heb ik verschillende strategieën ontwikkeld om met de spanning om te gaan. Er is geen geheim recept dat voor iedereen werkt, maar misschien kun je er toch iets uit leren.
Daarom formuleer ik tien tips:
(1) Aanvaard dat het normaal is om zenuwachtig te zijn.
Het is normaal om zenuwachtig te zijn! Voel je daar dus niet slecht om. (Anders heb je twee problemen: dat je nerveus bent en dat je je daar slecht om voelt.) Iedereen is het (enkel de mate waarin verschilt) en die adrenalinestoot kan je juist helpen om je beter te concentreren en het extra goed te doen. Na verloop van tijd leer je ook wat er met je lichaam gebeurt als je zenuwachtig wordt en hierop te anticiperen. Een voorbeeld: als je handen gemakkelijk gaan trillen, ga dan niet met een laserpointer staan mikken (lukt toch niet) en zorg ervoor dat je je glas met twee handen vasthoudt als je even een slok water neemt.
(2) Oefening baart kunst.
Situaties waar je weinig ervaring mee hebt, zijn automatisch enger. Er zijn voorbeelden genoeg: een eerste school- of werkdag, de eerste keer alleen met de auto rijden, enzovoort. Dus ligt de remedie voor de hand: grijp elke kans om voor een groep een aankondiging te doen, of iets te presenteren.
Je kunt enkele medestudenten of collega’s vragen om eens te luisteren naar een oefenpresentatie. Dit kan ook eng zijn om te doen, maar het is beter om constructieve feedback te vragen aan een kleine groep mensen die je goed kent, dan af te gaan voor een volle zaal, niet?