Tag Archief: foto

Nieuwsflits: Betoging in Oxford

Stakers betogen in Oxford.Mijn woorden, dat dit mijn laatste blogpost was vanop deze locatie, waren nog niet koud of ik kwam in een demonstratie terecht. Dat vraagt natuurlijk om een extra aflevering. :-)

Tijdens een weekend in Gent zag ik aan het Zuidpark (een bescheiden poging tot) Occupy Ghent en zelfs in Bristol hadden de Occupy-ers hun tenten opgeslagen – zo zag ik toen ik daar eerder deze maand passeerde. In Oxford had ik echter nog geen acties gezien (al schijnen die er wel geweest te zijn). Vanochtend stonden er  – eindelijk zou je haast zeggen – een vijftal studenten te demonstreren voor Examination Schools (waar ik op maandag les volgde: zie foto’s onderaan bij Thema 1 van mijn vorige post). Ze riepen iets (“Come out, the 1 percent“?) en zongen (op de melodie van ‘Mary had a little lamb‘):

Education is a right, is a right, is a right.
Education is a right, not a privilege.

Even verderop, bij een straathoek, stonden drie vrouwen met petjes op. Zij riepen of zongen niets, maar bliezen op fluitjes en zwaaiden met vlaggetjes. Ze deden dit heel serieus, alsof als ze maar hard genoeg zouden zwaaien alles goed zou komen met de wereld. (Het Vlaamse woord dat daarbij spontaan bij me opkwam was ‘amechtig‘.) Er stonden ook mensen, gewoon te staan, op plaatsen waar er normaal geen mensen staan. (Zie ook hier voor foto’s van stakersposten.) Helemaal verbaasd was ik hier niet over, want deze sticker met de stakingsaanzegging hing al weken op ooghoogte op mijn weg naar huis:

Aankondiging van de nationale staking.

Aankondiging van de nationale staking.

Er was mij verteld dat het onmogelijk zou zijn vandaag in of uit het land te raken omdat er ook op Heathrow gestaakt zou worden (maar dat lijkt mee te vallen) en dat de scholen vandaag zouden sluiten (dat gebeurde wel). Ook in de ziekenhuizen wordt de staking goed opgevolgd. Waar ik echter geen erg in had, was dat er een betoging door Oxford zou trekken. En toen zag ik dit (rond half drie vanmiddag):

Nationale staking in het Verenigd Koninkrijk op 30 november 2011.

Nationale staking in het Verenigd Koninkrijk op 30 november 2011: demonstratie in Oxford.

Ik heb er ook bewegend beeld van (gefilmd op High Street, tegenover Logic Lane):

Volgens dit bericht schatte de politie het aantal demonstranten op 3000. De BBC sprak blijkbaar met een andere agent, want zij melden een politieschatting van 4000. Om alles in goede banen te leiden waren er alleszins heel wat agenten opgedaagd, waaronder politie te paard:

Politie te paard begeleidde de demonstranten.

Politie te paard begeleidt de demonstranten in Oxford.

In Oxford zijn er twee universiteiten: de oude “Oxford University” (waar ik te gast ben) en de jongere “Oxford Brookes University“. Aan de vlaggen te zien deden er heel wat personeelsleden en studenten mee van die laatste universiteit. Voor zover ik gezien heb deed Oxford University niet mee; zijn zij misschien “the 1%”?! In elk geval is het zo dat Brookes een openbare instelling is, terwijl dit bij Oxford University minder duidelijk is.

De stakers protesteren tegen het verhogen van de pensioenleeftijd en voor een betere sociale zekerheid. Op de spandoeken las ik onder andere: “68 is too late” (uitspreken met het juiste Engelse accent en dan rijmt dat). Veel mensen hadden ook een bordje bij met daarop: “Honk if you support the strike.” Nu ja, buschauffeurs toeteren altijd als er mensen voor hun bus lopen, maar enkel vandaag werden ze daarbij op gejuich onthaald. Ik liep naast een bus en kon net de blik van de chauffeur opvangen. He was not amused. Maar ik wel. :-)

Een terugblik op Oxford: 4 x 4 foto’s

Deze lilligaf was een week later al wit-overschilderd.Het regenseizoen is dan toch aangebroken in Engeland en ondanks al mijn mijmeringen over regenbogen is dat toch niet zo’n pretje. Zelfs de eekhoorns blijven liever in hun warme nestjes liggen. Voor mij wordt het stilaan tijd om mijn koffers te pakken, maar eerst nog een paar foto’s posten die zonder duidelijke reden nog niet tot hier waren geraakt. Om het een beetje overzichtelijk te houden, heb ik ze gerangschikt volgens vier thema’s: vier keer vier foto’s van acht weken in flat acht.

Thema 1 gaat over muren. Dat is ook symbolisch bedoeld natuurlijk, want ik heb gedurende acht weken een kijkje mogen nemen achter de muren van Oxford.

Een blik op en achter de muren van Oxford.

Thema 1: De muren van Oxford. Linksboven: Graffiti heb ik hier weinig gezien, maar iets buiten het historisch centrum zijn er wel winkels met dit soort muurschilderingen. Rechtsboven: Anderzijds is graffiti ook niet nodig bij gebouwen met dit soort karakterkoppen! Onder: Als je de pijl volgt naar de 'South Writing Schools' dan kom je in dit lokaal, waar ik 's maandag les volgde. (Foto's nemen was er eigenlijk verboden, dus dit is een clandestien plaatje met de webcam.)

Thema 2 is Bonfire Night. Het Verenigd Koninkrijk heeft geen officiële feestdag, maar Guy Fawkes Night of Bonfire Night komt aardig in de buurt. Op deze avond leerden we hoe je een fles ontkurkt als je geen kurkentrekker hebt. (Hier staan een paar leuke ideetjes, maar we zijn gewoon bij de buren gaan aankloppen.)

Bonfire Night in Oxford.

Thema 2: Bonfire Night in Oxford. De onmisbare ingrediënten zijn: een middelgrote kermis (linksboven), een groot vuurwerk (rechtsboven) en een gigantisch vreugdevuur (linksonder), dat de dag nadien nog nasmeult (rechtsonder). (En dat allemaal in het park, vlak voor het raam van mijn flat!)

Ik kwam naar hier voor de filosofie, maar ook de wetenschap is overal aanwezig in Oxford, dus dat is Thema 3.

Wetenschap in Oxford.

Thema 3: Wetenschap in Oxford. Linksboven: Het museum voor geschiedenis van de wetenschap. Rechtsboven: Een gedenkplaat voor Robert Boyle en Robert Hooke. Linksonder: Dawkins wordt uitgedaagd voor een debat. (Dit is een parodie op Dawkins eigen reclameaffiches op bussen, met de leuze: 'There probably is no God. Now stop worrying and enjoy your life.') Rechtsonder: Met de taxi naar het Wetenschapspark? Reis dan wel in stijl!

Thema 4 ten slotte: een stad is niets zonder haar inwoners.

Bewoners van Oxford.

Thema 4: Bewoners van Oxford. Boven: Eekhoorns, veel eekhoorns. Linksonder: Studenten die niet sportief genoeg zijn om aan roeiwedstrijden mee te doen, kun altijd nog rustig gaan 'punten'. Rechtsonder: De winter wordt hier vast beregezellig!

Zo, dat waren al mijn achterstallige foto’s. Om af te sluiten nog een stelling die mooi aansluit bij Thema 4:

De eekhoorn is het beste voorbeeld van de golf-beestjes-dualiteit.

Kwantumbiologie van de hoogste plank? Of de hoogste tijd om naar huis te gaan en het allemaal een beetje te laten bezinken…? Ik hou het bij dat laatste. ;-)

Ik kan niet beloven dat ik de komende weken niets meer over mijn verblijf hier zal schrijven, maar dit was wel mijn laatste blogpost vanop deze locatie.

Regenboog bij heldere hemel

Het cliché wil dat het in Engeland altijd regent. Hoewel de meeste mensen dat een somber vooruitzicht zouden vinden, keek ik ernaar uit om hier talloze regenbogen te kunnen waarnemen. Aan de overkant van het park had ik al het plekje uitgezocht waar ik van onder mijn paraplu het perfecte shot zou kunnen maken. Het zou bijna avond zijn en ik zou met mijn rug naar de zon staan, die van laag aan de hemel de regendruppels tegenover me van onderaf zou verlichten. In de druppels zou het licht breken en dan nog eens, waarbij de kleuren uiteen zouden waaieren. Dan zou de regenboog in al zijn kleurenpracht mijn kant uit stralen, in een halve cirkel boven het park, boven het groene gras en de oranje bomen (herfst, weet u wel). Ik zou mijn camera bovenhalen, het diafragma zou zich kortstondig openen en het licht zou – netjes gesorteerd op kleur – op de pixels van mijn CCD-camera invallen. Zo zou ik de regenboog in een doosje vangen om er later de muren van mijn blog mee te behangen.

Alle vooroordelen over het Engelse weer ten spijt, heeft het tot nu toe niet veel geregend terwijl ik in Oxford ben. Net als in België was oktober hier uitzonderlijk warm en zonnig, zodanig zelfs dat de Engelse kranten schreven over “Hotober“. November was iets grijzer en mistiger, maar toch vooral droog en dus bleef mijn blog regenboogloos (op die vlag na dan).

Eén keer echter druppelde het, net toen ik helemaal vooraan boven in een dubbeldekker zat. (Ja, gelukkig zijn er clichés over Engeland die wel nog kloppen!) Vlak voor me zag ik het grootste cliché van een regenboog dat ik ooit zag. Het was niet de regenboog van de fysicus, zoals je erover leest bij mijn held en natuurkundige van ’t vrije veld, Marcel Minnaert: met een dramatisch donkere hemel buiten en een heldere lucht binnen de hemelsbrede boog; met nog een tweede boog eromheen met de kleuren in precies de omgekeerde volgorde. Nee, het was de regenboog van het kind dat – met de punt van de tong iets uit de mond – eerst een perfect blauwe hemel tekent en vervolgens met pastelkleurtjes een stukje van een boog recht naar de wolken laat schieten. Het is het moment juist voor het kind een troetelbeer van de boog laat glijden, of er een gevleugeld paardje tegenaan laat galopperen.

Dat ene perfecte moment, dat was het.

We reden er recht op af. Enkel de druppels op de ruit beletten me om ook het perfecte shot te maken.

De enige regenboog die ik zag tijdens twee maanden in Engeland.

De enige regenboog die ik zag tijdens twee maanden in Engeland.

Tja, de regenboog kan niet altijd gespannen staan. Soms wil hij ook wel eens gewoon lekker in het zonnetje hangen.

Nieuwsflits: Regenboogvlag in Oxford

Uiteindelijk gaat het om diversiteit.Wat wij nu geschiedenis noemen was voor sommige mensen gewoon het heden. Ik heb al vaak gedacht dat de meeste mensen er helemaal geen erg in hadden dat zij erbij waren op een historisch moment. De geschiedenis gebeurt gewoon en zegt niet: “Hé, mensen, er is hier iets bijzonders aan de gang, merk mij op!” Ja, journalisten, die hebben een neus voor dat soort dingen. Ik vreesde al dat ik geen goede journalist zou zijn en nu staat het vast: ik ben langs een primeur gelopen. Ik ben er bij blijven stilstaan en heb er zelfs een foto van gemaakt, maar besefte niet dat het om een nieuwsfeit(je) ging. Ik kan nog geen nieuws ruiken als ik er tot aan mijn middel in sta!

Het was vorige week vrijdag. Ik wandelde naar een lezing over kwantuminformatie op de wetenschapscampus van Oxford. Aan Parks Road, een straat waar ik nog niet eerder was geweest, kwam ik langs een college met een kasteelachtige voorgevel. Boven de kantelen wapperde er een regenboogvlag. Het was een mooi beeld: de goudgele collegemuren, de blauwe lucht en de zeven regenboogkleuren vrolijk wapperend in de wind. Enig puntje van kritiek was dat de rode kant van de regenboog aan de onderkant hing, wat volgens de optica niet helemaal klopt (tenzij het een secundaire boog betreft). Op de terugweg besloot ik toch een foto te maken van de mooie vlag, ook al hing die dus ondersteboven.

De regenboogvlag wappert vrolijk boven Wadham College.

De regenboogvlag wapperde vorige week vrolijk boven Wadham College.

Natuurlijk vroeg ik me ook af of dit college bekend was omwille van zijn grote holebi-gemeenschap, maar dat vermoeden nam af door de volgende gebeurtenis.

Terwijl ik mijn fotoapparaat wegstopte, passeerde er een man die tegen me zei (in het Engels, met een Italiaans accent):
– “Die vlag hoort daar niet thuis!”
Ik keek hem vertwijfeld aan: stoorde het hem dat die vlag daar hing, of vond hij het enkel ongewoon?
– “Ik weet het niet,” zei ik (in het Engels, met een Vlaams accent), “maar ik vind het een prachtig zicht.”
Daarmee liet ik in het midden of ik de kleuren of de betekenis van de vlag bedoelde. (Het was beide.)
– “Het is een grap, snap je,” zei de man en hij lachte.
Maar ik snapte het niet. Was zijn eerste opmerking dan ironisch bedoeld (en stoorde de vlag hem dus niet), of zag hij in de vlag een studentengrap? Ik denk dat de man het allemaal positief bedoelde, want vervolgens haalde ook hij zijn camera uit om er een foto van te maken.

Door deze ontmoeting had ik moeten beseffen dat het verschijnen van een regenboogvlag in het Oxfordse straatbeeld een nieuwsfeit is. Ik was echter onwetend – even onwetend als de gevangenen in de Bastille, toen de bestorming al onderweg was en de Franse Revolutie dus in gang was gezet. Ik besloot de foto niet meteen te plaatsen: ik wil volgende week iets schrijven over mijn eerste waarneming van een regenboog hier in Oxford (ja, een echte!) en daar past deze foto ook prima bij.

Daarnet zocht ik alvast op Google Maps op welk college dit was. ‘Wadham College‘ staat er bij de kaart naast Parks Road. Vervolgens zocht ik naar Wadham College op het internet en leerde zo dat het om een zeventiende-eeuws gebouw gaat én dat er deze maand een holebi-bijeenkomst gehouden wordt in het college. Bovendien blijkt het hier om de allereerste regenboogvlag ooit boven een gebouw van de Universiteit Oxford te gaan. Dit bericht kwam pas vandaag online (eerst hier, toen ook hier), dus ik had de primeur kunnen hebben. Naast mijn gemiste scoop vind ik het natuurlijk ook jammer dat zoiets überhaupt nog nieuws is in Oxford. Voor diversiteit geldt echter “beter laat dan nooit”, dus bij deze: proficiat aan Wadham College. Van harte welkom in de eenentwintigste eeuw. Vermoedelijk gaat het zelfs om het eerste holebi-symbool tout court aan een universiteitsgebouw in Oxford en er wordt hier toch al van in de elfde eeuw les gegeven – van een primeur gesproken!

Van in het begin heb ik beslist om met mijn blog niet het laatste nieuws te proberen volgen en nu weet ik weer precies waarom dat een goede beslissing was: ik deug gewoon niet als verslaggever ter plaatse!

Dit was Sylvia, live vanuit Oxford, terug over naar de studio.

Over fractals, Engelse gotiek en een dwaaltuin

Het paleis van Blenheim is een voorbeeld van de Engelse Gotiek.Fractals zijn figuren waarvan de onderdelen op het geheel lijken. De takken van een boom lijken bijvoorbeeld op een verkleinde kopie van de volledige boom. Bij een wiskundige fractal blijf je steeds structuren vinden die op het geheel lijken, hoe ver je ook inzoemt. Daar houdt de gelijkenis met een boom op: een blad lijkt (vaak) wel op een miniatuurboompje (met het steeltje als stam en het blad zelf als kruin), maar als je verder inzoemt kom je bij cellen, moleculen en uiteindelijk atomen uit, die niet op bomen lijken. Dit belet niet dat het leuk is om in de natuur of in de stad op zoek te gaan naar fractalachtige planten en gebouwen.

Naast twee zich wild vertakkende bomen, heb ik in Oxford ook fractalachtige architectuur gevonden, met dank aan de Engelse gotiek. De foto linksboven is een zicht op All Souls College, gezien vanaf Queen’s Lane. (Dit is dus eigenlijk nog maar de achterkant van het gebouw!)

Het paleis van Blenheim is weliswaar ook een voorbeeld van de Engelse gotiek, maar ik heb er helaas geen overtuigende fractals in kunnen ontdekken. Het paleis staat in Woodstock (nabij Oxford) en werd in 1705 opgericht door Koningin Anna ter ere van John Churchill, beter bekend als de eerste Hertog van Marlborough. Deze hertog had het commando gevoerd in de Slag bij Blenheim en daar een overwinning behaald voor de Engelsen en hun alliantie. In de tuinen van het paleis ligt er tegenwoordig een mooi haagdoolhof: het Marlborough Maze. Een ‘maze‘ is echt een doolhof en geen labyrint, dus je kunt er wel degelijk in verdwalen. Een doolhof is géén fractal en gelukkig maar, want anders zou je er nooit uitgeraken!

Fractals in Oxford

Bovenaan links: de fractalachtige omtreklijn van de achtergevel van het All Souls College komt extra duidelijk uit bij tegenlicht. Bovenaan rechts en onderaan links: sommige bomen vertakken zich als wilde fractals, haast zonder zich iets aan te trekken van de zwaartekracht. Onderaan rechts: gelukkig was dit doolhof géén fractal.

De foto van het haagdoolhof (rechtsonder) is gemaakt vanop één van de twee bruggen, die ook dienst doen als uitkijkposten. Daarop kun je je route vrij efficiënt plannen. Natuurlijk zou je vooraf een satellietfoto van het doolhof kunnen opzoeken om daarop je weg uit te stippelen. Je kunt de route dan zelfs met een computerprogramma uitdokteren: met Mathematica bijvoorbeeld, of een ander programma dat overweg kan met grafen. Op een satellietfoto kun je echter moeilijk de bruggen van een gewoon pad onderscheiden, waardoor je oplossing in realiteit mogelijk niet zal werken.

Vóór het doolhof staat er een grondplan waar ik onderstaande foto van gemaakt heb; de hagen corresponderen met de groene lijnen op het plan. De andere kleuren helpen niet om je weg te vinden – in tegendeel – en dienen enkel om de figuur, die in het grondplan verwerkt zit, duidelijk te maken: een kanon met kogels, twee trompetten en een banier. (Deze heldhaftige symboliek verwijst natuurlijk weer naar de overwinning van de Hertog van Marlborough in de Slag bij Blenheim.) Op de foto heb ik de bruggen aangeduid met gele B’s. Op die posities kun je dus wel van boven naar onder lopen op de kaart, of van links naar rechts, maar niet ‘afslaan’.

Als je een satellietfoto hebt en weet waar de bruggen zijn, dan kun je inderdaad Mathematica gebruiken om de kortste route te vinden. Ik heb deze website maar achteraf gevonden, maar het lijkt goed overeen te komen met de route die we zelf gevolgd hebben. Deze oplossing is dus proefondervindelijk geverifieerd. ;-)

Marlborough Maze.

Foto van het grondplan voor het Marlborough-doolhof. De gele B’s geven de posities van de twee bruggen aan. Bij het gele sterretje staat er wel een groen lijntje, maar op de corresponderende plek in het doolhof is er daar toch een doorgang.

Als je in plaats van een satellietfoto bovenstaand grondplan zou gebruiken om je route vooraf te plannen, heb je alsnog een probleem: hierop staat er namelijk op een cruciale plek een barrière aangegeven, waar er in werkelijkheid geen haag staat; daar heb ik een geel sterretje toegevoegd op de foto. Met deze extra barrière erbij zou het doolhof geen oplossing te hebben.

Conclusie: in een doolhof moet je vooral gewoon zelf ronddwalen en dan maar hopen dat de ontwerper geen fan was fractals.

Aanvulling (24 november 2011):

Ik heb het grondplan op de foto nog eens goed vergeleken met een recente satellietfoto (via Google Maps) en er ontbreken nóg twee hagen. Tja, op die manier wordt het moeilijk om nog echt te verdwalen… Op de afbeelding hieronder heb ik de drie verschilpunten aangeduid met groene sterretjes. Ik vraag me af of er daar nooit haag heeft gestaan, of dat de haag op die plaats pas na verloop van tijd verwijderd is en waarom dan. Danny lanceerde de hypothese van een tuinman die het zat was om altijd om te moeten lopen. Ook lijkt het me leuk om een filmpje te zien van een haagdoolhof in de loop van de tijd: de haag wordt natuurlijk dikker en dunner in de loop van het jaar en lijkt te ‘ademen’, maar ook kan ik me zo voorstellen dat het oorspronkelijk ontwerp geleidelijk verloopt, doordat hoeken anders worden afgerond en dergelijke.

Marlborough Maze.

Satellietfoto van het Marlborough-doolhof: op de plaats van de groene sterretjes staat er geen haag, terwijl er daar wel een versperring wordt aangegeven op de plattegrond. De middelste haag zou weinig verschil maken, maar de twee andere zitten op cruciale plaatsen in het parcours. (Bron: Google Maps.)

En zo is jaren “Zoek de 8 fouten” spelen in de krant (op cartoons van Laplace) toch nog ergens goed voor gebleken. ;-)

Oog voor Gent (oplossing fotoraadsel)

Twee weken geleden vroeg ik jullie om mee te raden naar waar onderstaande foto gemaakt is:

Rara, waar is deze foto gemaakt?

Dit was de opgave: "Waar is deze foto gemaakt?"

Ik heb jullie blijkbaar onderschat! De foto stond nog geen half uur online op SciLogs, of Kris De Winter kwam al met de juiste oplossing: het is inderdaad de Graslei in Gent. Reinout, Eva Janssens en Wilfred Swinkels waren ook overtuigd dat het Gent moest zijn; enkel Evy Sohier nam Brugge nog in overweging. De foto is genomen vanaf de Korenlei, zoals luk suggereerde. Het gaat inderdaad om een reflectie in een oog, zoals Kris en Evy goed opmerkten. Als eerste bewijsstuk toon ik hier de volledige foto:

Oog waarin de Gentse Graslei reflecteert.

Oplossing fotoraadsel: je zag een detail van dit oog, waarin de Gentse Graslei reflecteert.

Als tweede bewijsstuk toon ik nog een foto, die op dezelfde avond gemaakt is, maar dan in de richting van de Graslei. Je ziet de karakteristieke toren van het oude postgebouw (waarvan de klok al maanden fout staat), waardoor de reflectie goed te herkennen was. (De parasol die links op het oog te zien was, staat hier buiten beeld aan de rechterkant.)

Overkant van het water: de Graslei.

Vanaf de Gentse Korenlei zie je aan de overkant van het water de Graslei.

Behalve jullie feliciteren met de rake gokken, moet ik ook Danny bedanken om niet te knipperen of te bewegen terwijl ik de lens toch gevaarlijk dicht bij zijn rechteroog hield (en al een sangria op had). Een pluim ook voor mijn trouwe compactcamera en dan vooral de ‘super macro’ optie, die toelaat om op een zeer korte afstand te focussen.

Voor een wetenschapper is het leuk om zo’n foto te analyseren. Enerzijds heb je de reflectie op een bol oppervlak. Anderzijds zie je daar doorheen toch ook nog iets van het oog zelf. Om het natuurkundig te zeggen: de traanfilm van het oog vormt een halfdoorlaatbare spiegel. Vandaag ga ik nog even door op die bolle spiegels; het thema oogkleur bewaar ik voor de volgende keer.

Bolle spiegels zijn interessant voor fysici, toeristen en tekenaars; we bespreken ze in die volgorde.

Deze chemicus maakte voorzag zijn fles van een reflecterende coating en maakte er zo een bolle spiegel van.Natuurkundigen zullen je weten te vertellen dat de bolle spiegel een speciaal geval is van een gekromde spiegel, die je steeds kunt beschrijven aan de hand van klassieke optica. Bij een holle of ‘concave’ spiegel wordt het licht geconvergeerd en is er een reëel beeld, dat je op een scherm kunt projecteren (zie bijvoorbeeld hier en hier). Bij een holle of ‘convexe’ spiegel zal het licht juist divergeren (zie bijvoorbeeld hier en hier). Zowel het brandpunt als het krommingsmiddelpunt bevinden zich in de spiegel, maar daar kan geen licht komen: het gaat dus om een virtueel beeld (gevormd door de gereflecteerde lichtstralen denkbeeldig door te trekken tot in de spiegel), dat niet op een scherm geprojecteerd kan worden.

Wel kun je een foto maken van zo’n bolle spiegel. Voor een fotograaf geeft dit interessante mogelijkheden: zoals bij elke spiegel kun je zowel laten zien wat er zich vóór als achter de lens bevindt (inclusief jijzelf). Bovendien wordt alles verkleind weergegeven en kun je dus méér van de omgeving fotograferen dan in een vlakke spiegel. Hieronder zie je een paar voorbeelden. Probeer het gerust ook eens voor je volgende vakantiefoto’s.

Bolle spiegels bieden leuke mogelijkheden voor foto's

Bolle spiegels bieden tal van mogelijkheden voor fotografen. Vanaf linksboven en met de klok mee zie je: een bolle spiegel in de trappenhal van 'World of Illusions' (Edinburgh), de reflectie in een slinger van Foucault, een bolle toiletknop en een stolp op het congres in Warschau.

M. C. Escher tekende in 1935 zijn zelfportret in een reflecterende bol.Wat voor fotografen geldt, geldt natuurlijk ook voor tekenaars. Met name Escher heeft een zeer bekend zelfportret gemaakt, waarbij hij een reflecterende bol in zijn linkerhand houdt. Daarin zie je niet enkel de kunstenaar, maar ook de kamer waarin hij zich bevindt.

Het ideaal van de kubisten om een voorwerp van alle kanten te tonen op een plat vlak, kan dus ook bereikt worden door een tekening of foto te maken van het voorwerp met daarachter een bolle spiegel. Bovendien zouden mensen voorkeur hebben voor ronde vormen. Wie weet heet het kubisme van de toekomst dus wel “sferisme”…

Volgende keer komt oogkleur aan bod. Dan zoek ik ondermeer een antwoord op de volgende vragen. Kunnen ouders die beiden blauwe ogen hebben, toch een kind krijgen dat bruine ogen heeft? En kun je je oogkleur permanent veranderen, met een pilletje of een operatie? Kijk elkaar in de tussentijd maar eens diep in de ogen, maar wees voorzichtig met die macrolens!

Doe de eenhoorndans in Osvoorde

In Oxford steekt de os de rivier over.De meeste Nederlandse universiteiten hebben een mooie traditie die we in Vlaanderen niet kennen: bij het afronden van een doctoraat moet de kandidaat er niet enkel een boekje schrijven, maar ook een aantal stellingen uit de hooggeleerde mouw schudden… Leuke stellingen worden verzameld in de online databank van Hora Est. Omdat ik graag stellingen bedenk, maar daarvoor niet nóg een heel doctoraat wil schrijven, verdedig ik vandaag blogsgewijs drie stellingen over Oxford.

Om te beginnen:

  • Stelling I: Oxford is een soort Maastricht.

Een aantal gelijkenissen tussen Oxford en Maastricht springen meteen in het oog: beide steden hebben een compact centrum met een universiteit en mooie, historische gebouwen. Mijn interesse gaat echter vooral uit naar de verwantschap tussen de namen van deze plaatsen: terwijl ‘Maastricht’ zoveel betekent als ‘doorwaadbare plaats in de Maas‘, is ‘Oxford’ een oversteekplaats (‘ford‘ in het Engels) voor ossen (het Engels voor os is ‘ox‘). De oversteekplaats waar Oxford naar vernoemd is, verwijst natuurlijk niet naar de Maas, maar misschien wel naar de plaatselijke rivier, de Thames. In het Nederlands wordt een doorwaadbare plaats aangeduid met de uitgang -tricht, -trecht, -drecht of -voorde (waarbij die laatste optie nog het meest op het Engelse ‘-ford‘ lijkt). Dat brengt ons bij:

  • Stelling II: Als Oxford in Vlaanderen of Nederland had gelegen, dan had het ‘Osvoorde’ geheten.

Ja, een stelling met een tegenfeitelijke voorwaarde erin (zoals in Oswald-zin [C]), probeer die maar eens te weerleggen! ;-)

In het midden van het wapenschild van Oxford staat er zo’n wadende os waar de stad naar vernoemd is. Dat wapenschild brengt ons bij de laatste stelling van vandaag. Eén zwaluw maakt de lente niet en net zo goed geldt:

  • Stelling III: Eén os maakt het wapen niet.

Voor een respectabel wapenschild heb je minstens (a) één stoer fabeldier nodig, of anders (b) een zo vreemd mogelijk assortiment aan dieren. De stad Oxford opteert voor optie (b): links staat er een olifant, in het midden die Thames-doorwadende os, bovenaan een leeuwtje en rechts een dier waarvan ik aanvankelijk dacht dat het een mislukte leeuw was, maar het blijkt een bever te zijn (met veel goede wil te herkennen aan de platte staart). In en rond Oxford liggen er veel groengebieden en op de naamborden van de parken prijkt het wapenschild in al zijn kleuren:

Het wapenschild van Oxford.

Het wapenschild van Oxford met de Latijnse wapenspreuk: "Fortis est veritas" (Waarheid is kracht).

Het wapenschild van het Verenigd Koninkrijk demonstreert optie (a): een kleine leeuw in het midden, een grote leeuw links en rechts het stoere fabeldier, de eenhoorn. Een mooie versie van het schild siert de gevel van Brasenose College op High Street. Ik passeer dit gebouw bijna dagelijks en toch heb ik telkens weer de neiging om mijn fototoestel boven te halen voor nóg een plaatje van de toegangspoort:

Het wapenschild van het Verenigd Koninkrijk.

Het wapenschild van het Verenigd Koninkrijk met de oud-Franse wapenspreuk (niet volledig zichtbaar): "Honi soit qui mal y pence" (Schande over hem die er kwaad over denkt).

Ook op de gevel van de bibliotheek staat het wapen van het Verenigd Koninkrijk gebeeldhouwd. Zo kwam het dus dat ik met eenhoorns in mijn hoofd zat, toen ik die eed moest afleggen om de bibliotheek binnen te mogen. Wat er ook mee te maken kan hebben, is dat ik kort tevoren een affiche had zien hangen waarop ‘filosofie’ en ‘eenhoorndans’ (zoiets als de Chinese drakendans) iets te comfortabel naast elkaar stonden. De combinatie ‘filosofie’ en ‘eenhoorndans’ scoort net zo hoog op de charlatan-schaal als het duo ‘kwantumfysica’ en ‘spiritisme’. Als ik mijn rantsoen van drie stellingen per dag nog niet had opgebruikt, zou ik hierover zeker nog een stelling hebben moeten afkondigen. Nu echter kan ik er mij met deze tegenfeitelijke voorwaarde vanaf maken en verder gewoon schrijven: tot de volgende keer!

Uit liefde voor de schoonheid

Een zeemeermin met pootjes op de deur van de Johanneskathedraal in de oude stad van Warschau.Bijna elke stad heeft het en toch staat het meestal niet in de stadsgids. Het kan groot en kleurrijk zijn, maar meestal is het klein en monochroom. Volgens sommigen is het kunst, volgens anderen vandalisme. (Sluiten die twee elkaar noodzakelijk uit, vraag ik me dan af.) Als ik van een uitstap terugkom, staat mijn geheugenkaartje weer vol foto’s van muren met een spatje verf erop. Ik heb het over graffiti – een soort knipoog voor wie als eens om het hoekje durft kijken.

Waarom doen die jonge gasten dat toch? Volgens de schildering in Figuur 1 linksboven luidt het antwoord hierop: “z milosci do piekna“. En als ik dat correct uit het Pools heb weten te vertalen – met een uitgebreide intertekstuele studie en een vleugje Google Translate – is dat niet meer of niet minder dan “uit liefde voor de schoonheid”. Net zoals de meeste graffiti’s tegenwoordig, gaat het hier om een met sjabloon gespoten afbeelding (zie ook de robot rechtsonder). Tijdens mijn vertaalzoektocht kwam ik nog een leuk woord op het spoor: “szablonowo” is Pools voor “op een niet-originele manier”. Het plaatje linksonder is niet gesjabloneerd en de maker ervan claimt ook niets over liefde of schoonheid, maar ik vond het resultaat fris en lief – en dus een foto waard.

Net zo eigen aan de stad als graffiti, zijn straatartiesten die een centje proberen bij te verdienen op de stoep. Het sciencefiction-landschap van de spuitbusartiest op de foto rechtsboven was nog niet helemaal af: er werd al krassend nog een fantasiekasteel toegevoegd aan de horizon en dieptelijnen. Met de witte spuitbus werd er een heldere lichtflits aangebracht bij de planeten in de hemel en toen was het werk klaar om te verpatsen.

Graffiti in Warschau.

Figuur 1: Graffiti in Warschau.

In Kopenhagen hebben ze een wereldberoemd beeldje dat verwijst naar “De kleine zeemeermin” van de Deense sprookjesschrijver Hans Christian Andersen. Ook in Warschau verwijzen ze naar hun stadssymbool als “syrenka“, hetgeen “zeemeerminnetje” of dus “kleine zeemeermin” betekent. De zeemeermin van Warschau is echter niet van het sentimentele type en van geen kleintje vervaard, zoals je ziet aan haar schild en opgeheven zwaard. Het beeldje op het marktplein in de oude stad (zie Figuur 2 rechtsboven) is een kopie van een ouder exemplaar dat nu veilig in het museum staat. Volgens de legende kwam de meermin uitrusten op de oever van de Wisła nabij Warschau. Ze werd echter gevangen door een koopman, die haar als kermisattractie wou exploiteren. Een visserszoon hoorde haar huilen en wist haar samen met zijn vrienden te bevrijden. Sindsdien beschermt de zeemeermin Warschau, uit dank voor de hulp van haar inwoners.

Ook in de plaatselijke graffiti vormt de zeemeermin een populair thema. Mijn favoriet is de strijdbare zee-dame op de foto linksboven. Het lijkt me geen goed idee om haar te vertellen dat ze toch een beetje naar vis ruikt… ;-) De geschilderde zeemeermin rechtsonder maakt deel uit van een muurschildering ter ere van Maria Skłodowska Curie. Vorige keer toonde ik al een foto van de muurschildering van Swanski op de blinde muur aan de Nowolipki, maar ter ere van het Marie-Curie-jaar werd er ook een muurschildering-prijsvraag uitgeschreven waarvan de winnaar nu de ingang van metrohalte ‘Centrum’ opfleurt. Het is een heel kleurrijke schildering, met zowel verwijzingen naar Marie Curie als naar de stad Warschau. Door te werken met eenvoudige, overlappende vormen, is het een soort zoekplaat geworden – na een tijdje herken je steeds meer elementen. Zo spotte ik een portret van Marie Curie, maar ook een röntgenfoto van een ribbenkast, King Kong met een proefbuisje in de hand (in plaats van de blonde vrouw) en deze zeemeermin.

Aan het koninklijk paleis wenkt de zeemeermin linksonder; ze sleurt weliswaar geen vissers de diepte in, maar argeloze voorbijgangers verlokt ze wel om met haar op de foto gaan. Deze pluchen meermin is trouwens niet het enige exemplaar met pootjes: op de deuren van de Johanneskathedraal zijn er diverse varianten te vinden, waarvan sommigen meer op een vogel dan op een vis lijken. In een informatiefolder vond ik deze verklaring: op het eerste stadswapen van Warschau uit de vijftiende eeuw stond een mythisch wezen dat half-man en half-vogel was. Pas in de achttiende eeuw werd er een half-vis half-vrouw op het wapen afgebeeld. Net als in de biologie evolueerde ook de afbeelding geleidelijk. Vandaar dat de zichtbare voeten van de poserende zeemeermin wel zo gepast zijn – ditmaal niet uit liefde voor de schoonheid, maar uit liefde voor de (kunst-)wetenschap.

Zeemeerminnen in Warschau.

Figuur 2: Zeemeerminnen in Warschau.