Tag Archief: foto

Laatste dag Track: een terugblik

Het SMAK richt eigen grafzerk op.We maakten op deze uitzonderlijk zachte nazomerdag een wandeling in de stad en zagen er niet alleen zeer veel fietsers vanwege de autovrije dag, maar ook veel mensen die op deze slotdag van Track nog snel enkele kunstinstallaties bezochten. Ik schreef al over dit Gentse kunsttraject in april, toen de eerste kunstwerken – waaronder de grafzerken in het Citadelpark – pas in opbouw waren. Intussen hebben we Track wel bezocht, maar was het er nog niet van gekomen om hier een verslagje te posten. Bij deze dus een terugblik, of een kleine greep uit wat je gemist hebt…

Mijn favoriet van Track is de boekgaard (‘Bookyards‘) van Massimo Bartolini. Ten eerste bevindt deze installatie zich in de toch al zeer mooie tuin (met wijngaard) van de Sint-Pietersabdij. Ten tweede is het een installatie met boeken. Ten derde mag je deze boeken ook ter plaatse te lezen of zelfs mee naar huis nemen, op voorwaarde dat je een gift doet ten voordele van het Centrum voor Basiseducatie: het is dus ook een sociaal project. Minder fraai is natuurlijk het idee dat al deze weerloze boeken in weer en wind buiten moeten slapen. Tja, je moet er iets voor over hebben, natuurlijk, voor de kunst.

Boekengaard.

Boekgaard. Linksboven: eerste zicht op het kunstwerk als je de tuin betreedt. Rechtsboven: deze spin is tevens een boekenwurm. Linksonder: de aanplanting van de wijngaard gaat naadloos over in de rijen boekenkasten. Rechtsonder: snuisteren tussen de titels.

Het Track-traject bestaat deels uit haltes die vrij te bezoeken zijn en deels uit installaties waarvoor je een rittenkaart moet hebben. Eigenlijk leek het gratis deel mij wel voldoende als cultuurparticipatie op een doorsnee zondagmiddag, maar natuurlijk was ik wél nieuwsgierig naar wat er zich achter de gesloten deuren bevond. De oplossing was snel gevonden: ik gaf gewoon mijn fototoestel mee aan Danny op de dag dat hij, als UGent-personeelslid, gratis toegang had tot hele traject. Dit leverde onder andere volgend plaatje op:

Halte van Track in de Sint-Pietersabdij.

Halte van Track in de Sint-Pietersabdij, kunstzinnig vastgelegd door Danny.

De prijs voor de meest in het oog springende installatie gaat naar ‘Hotel Gent’: de tijdelijke hotelkamer die rond de klok van de toren aan het Sint-Pietersstation is gebouwd. Elke avond komen er nieuwe hotelgasten aan met hun koffertje om er één keer te overnachten. De kamer is enkel toegankelijk via de trappen van een stelling: er is geen lift en room service zal er ook wel niet zijn. Overdag kunnen andere mensen (met rittenkaart) de kamer bezichtigen en natuurlijk van het uitzicht genieten.

Hotel Gent.

Hotel Gent. Linksboven: bovenaan de stelling sta je oog in oog met een gargouille. Rechtsboven: binnen de context van een hotelkamer is zo’n stationsklok natuurlijk een gigantisch object. Beneden: uitzicht over het Koningin Maria-Hendrikaplein vóór het station, met aan de horizon de torens van het centrum van Gent.

Morgen is Track gedaan en kunnen de kunstwerken dus worden afgebroken. Ik vraag me wel af hoe snel dit allemaal zal gaan: ik vond ‘Hotel Gent’ een origineel project, maar het is wel zo handig om de stationsklok weer vanaf de grond te kunnen zien: als je gehaast uit de tram stapt, wil je meteen weten of het nog zin heeft om een laatste sprintje in te zetten om zo je trein nog te halen. En laat iemand die boeken uit de boekgaard snel ergens beschut binnen zetten. Voor het echt herfst wordt, alsjeblieft.

Dit weekend: Gogbot in Enschede

Muzikale Tesla coils op Gogbot 2008.Tijdens mijn laatste treinreis naar Groningen zag ik in enkele stations affiches met de Nyan Cat erop (met bijbehorende regenboog). Deze internethype van vorig jaar bleek reclame te zijn voor “Gogbot” – een jaarlijks festival in Enschede met als hoofdingrediënten: kunst, muziek en technologie. Het thema van Gogbot 2012 is (internet-)memes. Het festival begint vanavond en loopt nog tot en met zondag (9 september). Ik kan er helaas niet bij zijn, maar vond dit wel een goede gelegenheid om terug te blikken op de edities waar ik wel bij was.

Affiche voor Gogbot 2012.

Affiche voor Gogbot 2012 met de Nyan Cat.

In september 2008 was ik op bezoek bij Danny op de campus van de Universiteit Twente in Enschede. We gingen samen iets eten bij een Argentijns restaurant in het centrum. Na afloop bleek er op de markt van alles op til te zijn. Ik was meteen verkocht bij het zien van een etalage met retro-futuristische geweren: Dr Grordbort’s onfeilbare ether-oscillatoren. Dit was mijn eerste (bewuste) kennismaking met het fenomeen steampunk, het thema van Gogbot 2008. En er viel nog veel meer te ontdekken:

  • de lightmobile van Eric Staller: een feeërieke auto van het type Kever met gloeilampen
  • een optreden van Outside Standing Level met hun project The Special Player in de Grote Kerk: elektronische muziek met live dansoptreden en interactieve schaduwen (zie filmfragmentje hieronder)
  • kunstige krijttekeningen
  • hand die automatisch beweegt (met pneumatische pompen als gewrichten): een creatie van Freerk Wieringa
  • mechanische vogels: de roboto-zoölogica van Christiaan Zwanikken
  • Abacus Theater: rare mannen die met hoge hoeden op hun time cruisers (tijdreisfietsmachines) door de straten rijden
Enschede.

Gogbot 2008: retro-futuristische geweren, feeërieke Kever, interactieve schaduwen en kunstige krijttekeningen.

Enschede.

Gogbot 2008: poëtische robotica en fantastische tijdreisfietsmachines.

De knetterende afsluiter van de avond was een voorstelling van ArcAttack met hun muzikale Tesla coils (in het Nederlands eigenlijk “Tesla-transformatoren”). Ze speelden onder andere de synthesizerklassieker Popcorn, waarvan hieronder een kort fragmentje. (De geur van ozon moet je er zelf bij denken.)

In september 2009 maakten we weer een editie mee van Gogbot: we waren toen namelijk in Enschede voor de verdediging van Danny. Het thema van Gogbot 2009 was atompunk: een in Nederland ontstane variant van de cyberpunk, die refereert aan het toekomstbeeld uit de jaren 1930 en 1940. Helaas ben ik alle foto’s en filmpjes van die periode kwijtgeraakt door een fout in de synchronisatie-instellingen van mijn laptop. :-( (Sindsdien doe ik alleen nog handmatige backups.) Ik herinner me van deze editie: een rij afgedankte koelkasten waarin slogans en kleine objecten te zien waren, een iglotent waarin live films werden opgenomen met poppen, … Verder was ook Abacus weer van de partij en weerklonk er weerom zeer luide elektronische muziek in de Grote Kerk.

Moest je zin hebben in een aparte uitstap voor het weekend, dan is Gogbot zeker een aanrader. Het vindt plaats in Enschede, dus je moet er – vanuit bijna eender waar – wél een flinke reis voor over hebben.

Enschede.

Het is het eindpunt van de trein, bijna geen mens hoeft er te zijn, bijna geen hond gaat zover mee: Enschede.

Regenbogen

Ik had regenbogen aangekondigd voor augustus, maar tot nu toe zag ik enkel deze (dubbele) regenboog op het schilderij “A View from Portishead towards Wales” van Joseph Walter uit circa 1832. Ik maakte deze foto in het stadsmuseum van Bristol, waar we eerder deze maand waren.

Dubbele regenboog op schilderij van Joseph Walter.

Dubbele regenboog op een schilderij van Joseph Walter.

Het is op de valreep, maar gisteren heb ik alsnog een echte augustusboog op de gevoelige CCD weten te vangen. :-)

Regenboog in augustus.

Regenboog in augustus.

Zomerschool in Groningen

Op dit moment is er aan de Rijksuniversiteit Groningen een zomerschool bezig over formele methoden in de filosofie. Er zijn een dertigtal master- en doctoraatsstudenten aanwezig die lezingen volgen (en er ook zelf geven) over onderwerpen als logica en formele epistemologie. Zelf gaf ik zaterdagochtend een lezing over hyperreële getallen: een selectie van de twee tutorials die ik in München gaf – helaas zonder draken, vlinders, of Fringe-referenties deze keer. Hoewel je het niet meteen zou verwachten op zaterdagochtend, waren de meeste studenten weldegelijk op post én alert. Mede dankzij hun gerichte vragen werd het een leuke presentatie.

Ik heb geen sfeerbeelden gemaakt van de zomerschool zelf, maar bracht wel deze twee foto’s mee van mijn doortocht door Groningen. De eerste is een foto van het magneetbord in de gang van onze vakgroep “TF” (Theoretische Filosofie).

Magneetbord van onze vakgroep Theoretische Filosofie.

Magneetbord van onze vakgroep Theoretische Filosofie.

Ik moet altijd glimlachen als ik dit lees:

“Toeval is logisch”

Het is één van de vele bekende uitspraken van Johan Cruijff die zijn gebundeld in een recent boek van Pieter Winsemius (waarvan dit de reclameposter is). Verder zie je op dit bord enkele groepsfoto’s, wisselende affiches van activiteiten en toepasselijke strips (links buiten beeld bijvoorbeeld: deze logicagrap van Spiked Math).

Wat me verder opviel was de kraan met gratis drinkwater aan de universiteitsbibliotheek. Wordt Groningen binnenkort het Rome van het noorden? :-)

Gratis drinkwater in Groningen.

Gratis drinkwater aan de universiteitsbibliotheek in Groningen.

Nog een nieuwe publicatie

Foto genomen tijdens mijn presentatie in Brussel vorig jaar.In februari 2011 had ik nog geen blog. Anders had ik hier zeker verslag gedaan van de derde editie van het congres “PhDs in Logic dat toen gehouden werd in het Academiënpaleis in Brussel. Het werd georganiseerd door twee doctoraatsstudenten in de logica: Jonas De Vuyst van de Vrije Universiteit van Brussel en Lorenz Demey van het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte in Leuven. Ik gaf er een presentatie over de axiomatische aanpak van infinitesimale kansrekening waaraan ik toen nog volop aan het werken was samen met Vieri Benci en Leon Horsten.

De aanleiding om meer dan een jaar na datum alsnog over dit congres te bloggen is een recente publicatie (ja, nog één!): deze zomer viel er hier namelijk een grote envelop in de bus met daarin de proceedings van “PhDs in Logic III. Het is een mooi uitgegeven boek (dat ook te koop is via de gebruikelijke kanalen) met daarin dertien artikels gebaseerd op bijdragen van doctoraatsstudenten aan het congres in Brussel. Hoofdstuk 12 is het artikel van mij samen met Vieri en Leon.

Intussen heb ik de publicatielijst in mijn CV en op mijn website ook weer eens aangevuld.

Het boek met de proceedings van PhDs in Logic III viel in de bus.

Het boek met de proceedings van PhDs in Logic III viel deze zomer in de bus.

Het produceren van wetenschappelijke artikels verloopt in verschillende fasen:

  • Eerst doe je het onderzoek, maar op dat moment heb je nog geen garantie dat er iets publiceerbaars uit zal komen.
  • Als je onderzoek inderdaad nieuwe resultaten oplevert, dan schrijf je ze op in de vorm van een artikel. Als je met meerdere mensen samenwerkt, gaan er een paar versies heen en weer per e-mail tot iedereen het eens is over de inhoud en de vorm.
  • Dan stuur je het artikel in naar een wetenschappelijk tijdschrift of je dient het in bij een conferentie waar er een proceedings volume wordt uitgebracht.
  • Het artikel moet dan nog worden beoordeeld door één of meerdere referees (peer review). Zij kunnen het artikel aanvaarden zonder verdere voorwaarden, het aanvaarden op voorwaarde van kleine wijzigingen, een grote revisie vragen waarna ze het eventueel wel opnieuw willen beoordelen, of het afwijzen. Het kan enkele weken tot maanden duren voor je het oordeel van de referees te horen krijgt – bij sommige filosofietijdschriften duurt dit zelfs meer dan een jaar.
  • Als het artikel, na eventuele aanpassingen, aanvaard is, krijg je na enkele dagen tot weken de drukproeven teruggestuurd. Je hebt dan doorgaans achtenveertig uur de tijd om die na te kijken en eventuele fouten (vooral in formules met ongewone symbolen en de opmaak van tabellen) te melden.
  • Uiteindelijk verschijnt je artikel in druk of – steeds vaker – in een online databank.

Dit om maar te zeggen dat het altijd leuk blijft om een artikel online te zien verschijnen of een uitgave met conferentieproceedings in de bus te krijgen. :-)

Alle modellen zijn fout

Lipson's Lego-kunstwerk 'Relativity'.In maart 2011 had ik nog geen blog. Anders had ik hier zeker verslag gedaan van het congres “All models are wrong dat toen aan de Rijksuniversiteit Groningen plaatsvond. Het was een organisatie van twee statistici (Ernst Wit en Edwin van den Heuvel) en één wetenschapsfilosoof (Jan-Willem Romeijn). De dia’s van de meeste presentaties staan online, dus je kunt het hele evenement thuis nabeleven als je dat zou willen.

De aanleiding om meer dan een jaar na datum alsnog over dit congres te bloggen is een recente publicatie: deze zomer verscheen er namelijk een speciaal themanummer van het wetenschappelijke tijdschrift Statistica Neerlandica met daarin artikels die op het congres gepresenteerd werden. In dit nummer staat er ook een artikel van mij samen met Danny (helaas niet gratis te raadplegen). Onze lezing en het bijbehorende artikel hebben de titel: “Models and simulations in material science: two cases without error bars“. (De pdf met de dia’s vind je hier en is wel gratis te raadplegen.)

Themanummer van 'All models are wrong'.

Het themanummer van Statistica Neerlandica met de proceedings van ‘All models are wrong’ viel deze zomer in de bus.

We hadden al langer plannen om een artikel te schrijven met onze twee namen erboven: romantiek voor onderzoekers. :-) We haalden de inspiratie voor onze gezamenlijke bijdrage uit de tijd dat we een koppel werden en we elk aan ons eerste doctoraatsstudie werkten. Ik knutselde toen in het laboratorium aan biosensoren op diamant, terwijl Danny computationeel onderzoek deed naar nanodraden. Dit zijn weliswaar erg verschillende onderwerpen, maar toch vonden we een gemeenschappelijke deler die interessant genoeg was voor een nabespreking: we werkten beiden in de materiaalfysica en stelden ons daarbij allebei vragen over hoe betrouwbaar onze resultaten nu eigenlijk waren. Meestal wordt deze betrouwbaarheid uitgedrukt met behulp van foutenvlaggen. Echter, zowel voor mijn ellipsometriestudie van DNA op diamant als voor de door Danny berekende structuur van nanodraden bleek het onmogelijk om de foutenanalyse kwantitatief door te voeren met finaal één fouteninterval als resultaat.

In de wetenschapsfilosofie ging de grootste aandacht lange tijd uit naar theorieën. Recent is men echter meer belangstelling beginnen krijgen voor modellen en simulaties. We beginnen ons artikel dan ook met een bespreking van de filosofische literatuur hierover en maken een onderscheid tussen modellen in de materiaalfysica enerzijds en die in de statistiek anderzijds. Vervolgens analyseren we het gebruik van modellen en idealisaties in de context van ons eigen voorgaande onderzoek. We bespreken welke bijkomende informatie er nodig zou zijn om in deze twee gevallen wel tot een fouteninterval te komen. Anderzijds herinneren we de lezer er ook aan dat gerapporteerde foutenintervallen bijna nooit alle mogelijke bronnen van fouten omvatten. Foutenintervallen worden meestal berekend op basis van de statistische variatie binnen een model; het is doorgaans echter ondoorgrondelijk om precies te kwantificeren hoeveel het model zelf van de werkelijkheid afwijkt.

De titel van het congres verwijst naar volgend citaat van statisticus George E. P. Box:

“Alle modellen zijn fout, maar sommige modellen zijn nuttig.”

Dit is in feite ook de conclusie van ons artikel. Alle modellen zijn fout – ja -, maar modellen doelen er ook helemaal niet op om ‘juist’ te zijn. Een belangrijke (maar niet de enige) functie van modellen is om ons een middel geven waarover we kunnen redeneren, want de wereld zelf is vaak niet te begrijpen. Het komt er daarbij op aan om een model te vinden dat niet te fout is, zodat het toch iets gemeen heeft met het onderdeel van de werkelijkheid dat we willen bestuderen. Zoals gezegd informeren foutenvlaggen ons niet over hoe goed het gebruikte model op de werkelijkheid lijkt, maar veeleer over wat de variatie is als we dit model even voor waar aannemen – een cruciaal verschil.

Als je deze onderwerpen interessant vindt, moet je eigenlijk de inleiding bij het themanummer eens lezen. Helaas is ook dit geen open access, maar je kunt het altijd eens proberen aanklikken vanuit de dichtstbijzijnde universiteitsbibliotheek…

Tot slot nog een leuk weetje: voor de affiche van het congres werd als afbeelding het Lego-kunstwerk “Relativity” van Andrew Lipson gebruikt, een hommage aan Escher (ook het plaatje bovenaan deze post).

Graffiti in Bristol (deel 2/2): See No Evil 2012

See No Evil, editie 2012: graffiti-manifestatie in Bristol.Gisteren vertelde ik al over graffiti van Banksy en ROA in Bristol. Vandaag nog meer kleurrijke foto’s van bespoten muren.

Toen ik vorig jaar naar het station ging om weer naar Oxford te vertrekken, nam de bus een iets andere route dan op de heenweg. Deze route leidde langs Nelson Street waar ik me even in de graffiti-hemel waande: er stonden heel grote werken in knalkleuren. Ik haalde nog mijn camera boven, maar onderstaande foto – gemaakt op een grijze herfstdag en vanuit een rijdende bus – is slechts een fletse afspiegeling van wat ik daar allemaal zag. (Klik hier voor een veel duidelijkere foto!)

Bristol november 2011.

Bristol, november 2011: toen ik met de bus passeerde in Nelson Street waande ik me even in de graffiti-hemel.

Voor dit jaar was ik dus vast van plan om die buurt te voet te verkennen. Danny zag in het Metro-krantje op de trein dat er deze week een graffiti-festival gehouden werd in Bristol: “See No Evil” in Nelson Street, een vervolg op de succesvolle eerste editie van vorig jaar. Helaas kon ik de werken die ik in november gezien had dus niet meer gaan fotograferen: de meeste zijn overschilderd om plaats te maken voor nieuwe kunstwerken. Hieronder zie je een aantal uitzonderingen: deze grote stukken zijn (na publieksstemming) nog mogen blijven staan.

Werken van

Deze werken van “See No Evil” editie 2011 hebben het overleefd tot na de editie van 2012. Linksboven: de verfgietende man van Nick Walker. (De rode en zwarte lijnen onderaan zijn dit jaar toegevoegd door SheOne. Jammer, want zonder deze wirwar vond ik het grafisch sterker.) Rechtsboven: moeder en kind van El Mac uit LA. Leuk om te zien hoe een oud thema uit de schilderkunst nieuwe vorm krijgt. Linksonder: Tats Cru ‘The Mural Kings’. Rechtsonder: zwevende wolfsjongen van de Spaanse artiest Aryz.

Dan een voorsmaakje van de huidige editie. Het echte feest barst pas dit weekend los: dan kun je de nieuwe muren bewonderen terwijl DJ’s voor de bijpassende muzikale sfeer zorgen. Er wordt nog volop gewerkt, dus veel stukken zijn nog niet af, maar het is al duidelijk dat het weer een fantastisch geheel gaat worden.

See No Evil 2012.

See No Evil” 2012. Links: naast de verfgietende man verrees deze industriële fantasie van de Poolse graffiti-kunstenaar M City. Rechts: het motto van het festival, “See No Evil“, in Art Nouveau stijl van de hand van de curator, Inkie.

Het voordeel van iets te vroeg op de afspraak te zijn is natuurlijk dat je de kunstenaars zelf aan het werk kunt zien en iets meer inzicht krijgt in hoe ze zo’n groot oppervlak te lijf gaan.

See No Evil 2012.

See No Evil” 2012. Linksboven: een zeer fantasievolle en toch anatomisch correcte compositie in een samenwerking van Flying Fortress en Nychos. Rechtsboven: nog geen idee wat dit werk van de Duitse SatOne zal voorstellen als het af is, maar groot en zinderend van kleur wordt het alleszins! Linksonder: de Amerikaan Mark Bodé aan het werk. “Gooi nog maar een spuitbus, mannen*!” Rechtsonder: de Franse Raw Crew was nagenoeg klaar met hun stuk.

(*) Voor je denkt dat graffiti alléén een mannenzaak is: er staat ook een vrouw op de affiche (de Franse Kashink), maar ik heb haar niet zelf aan het werk gezien, dus heb ik ook geen foto’s om het te bewijzen. Ook aan het RWA, waar ik gisteren al over schreef, was een werk van een vrouw te zien: een beer van de hand van Deedee Cheriel.

Aan het kruispunt van Quay Street en Christmas Street ligt een Sint-Jan Baptistkerk. Onder de toren zijn er drie doorgangen: een bredere poort voor fietsers in het midden en twee smalle tunnels voor wandelaars ernaast. De muren van de voetgangerstunnels zijn beschilderd en deze recente aanvulling past er wonderwel, misschien niet zo zeer bij een kerk, maar wel bij de verweerde stenen van het oude gebouw.

Onder de kerktoren in Bristol...

Onder de kerktoren in Bristol… Links: Neptunus wenkt je de tunnel in. Rechts: deze versteende eenhoorn deed me denken aan het exemplaar op het Council House (foto gisteren).

Via deze tunnels kom je bij het tweede voltooide werk van “See No Evil” 2012: een spannend duel op zwart-wit tegels. Danny’s favoriet van de nieuwe editie was overigens het mechanische fantasiedier van PixelPancho.

See No Evil 2012.

See No Evil” 2012. Linksboven: Danny in de tunnel met uitzicht op alweer een indrukwekkend nieuw werk. Rechtsboven: het duel van de Ierse schilder Connor Harrington. (Zie hier voor een foto van schilderwerk aan de vloer.) Linksonder: dit schone fantasiebeest van PixelPancho was zelfs nog niet helemaal af! Rechtsonder: Bristol is een stad met behoorlijk wat hoogteverschillen. Als bewijs hier een uitzicht op Nelson Street.

Ook buiten de festivalzone zagen we nog enkele staaltjes straatkunst. We waren eigenlijk op zoek naar een Banksy in de buurt van het ziekenhuis, maar die blijkt verdwenen. In de plaats daarvan vonden we een koninklijk stuk van Incwel, getiteld “Still Sane“.

Bristol 2012.

Bristol 2012. Linksboven: Incwel voorziet hare majesteit van Bowie-make-up. Rechtsboven: reverse graffiti van een vliegende auto – sweet! Linksonder: deze roos groeit in een onopgemerkt hoekje. Rechtsonder: de kunstenaar van weleer werkte op doek dat nu in het stadsmuseum hangt; tegenwoordig werkt hij of zij op de muur langs de straat, maar de fascinatie met heldere kleuren en het scherpe oog voor maatschappelijke thema’s is hetzelfde gebleven. Toch?

Dit weekend gaan er ook studenten van de Universiteit van Bristol met spuitbussen aan de slag op “See No Evil” om zo hun onderzoeksonderwerp toe te lichten. Leuke actie! :-) Nog meer foto’s van “See No Evil” vind je hier (Flickr-groep) en hier (instagrams). Ook handig om je eigen bezoek te plannen als het festival weer om is: een interactieve kaart met de locatie van heel wat graffiti in Bristol.

Graffiti in Bristol (deel 1/2): van Banksy tot ROA

See No Evil, editie 2012: graffiti-manifestatie in Bristol.Op dinsdag werd er aan de Universiteit van Bristol een workshop gehouden over “historical counterfactuals“: dit zijn voorwaardelijke zinnen waarvan de voorwaarde niet waar is, maar wel iets uitdrukt dat op een bepaald moment in de geschiedenis mogelijk is geweest. Een voorbeeld: “Als de aarde niet om haar eigen as draaide, kenden wij geen dag- en nachtritme.” Filosofen en logici stellen zich de vraag hoe je kunt nagaan of en wanneer dergelijke zinnen waar zijn.

In mijn praatje lichtte ik toe hoe je infinitesimale kansen kunt combineren met modellen uit de modale en temporele logica waarin tijd als een zich vertakkende boomstructuur wordt voorgesteld. Vervolgens paste ik dit toe op een voorbeeld met oneindige lange rijen van muntworpen. Tot slot analyseerde ik dan enkele voorwaardelijke zinnen over deze muntworpenrijen.

Ik was al één keer eerder in Bristol geweest: in november 2011, tijdens mijn verblijf in Oxford, nam ik ook de trein naar Bristol om er een presentatie te geven. Door tijdsgebrek bleef mijn stadsbezoek toen beperkt tot een wandeling naar de Clifton Suspension Bridge: het was avond en de negentiende-eeuwse hangbrug van ingenieur Brunel leek onheilspellend te hangen over een kloof gevuld met het Absolute Niets.

Deze keer had ik mijn reisschema iets ruimer gepland om toch iets meer te kunnen zien van de achtste grootste stad van het Verenigd Koninkrijk (zesde grootste van Engeland). We kwamen zondagavond toe en hadden na de lange treinreis nog net genoeg fut voor een avondwandeling. De hangbrug lag er ditmaal zonovergoten bij en we konden zelfs het water van de rivier (de Avon) in de diepte zien stromen. Het was erg druk op de weide vanwaar je een panoramisch zicht hebt op de constructie. Er zaten groepjes mensen te picknicken en anderen stonden met grote camera’s op statief naar de brug gericht. Vlakbij zagen we kinderen spelen en van de rotsen glijden – blijkbaar een populaire bezigheid op deze plek, want de rotsen zijn er helemaal glad door afgesleten. Er heerste een soort festivalsfeer, maar er was geen plaats voor een podium.

We kwamen er pas de volgende ochtend tijdens het ontbijt achter dat het zondag de laatste dag was van een internationaal festival met heteluchtballons dat jaarlijks in Bristol wordt gehouden. Aha, dus vandaar de grote toeloop en al de camera’s! :-)

Bristol 2012.

Bristol. Linksboven: de tolbrug in Clifton (stadswijk in het noordwesten van Bristol). Rechtsboven: eenhoorn op het dak van het raadshuis (Council House). Linksonder: kinderen gebruiken de rotsen als glijbaan met uitzicht op de hangbrug. Rechtsonder: detail van de overkapping van een waterpomp.

Bristol is ook bekend vanwege zijn graffiti: sinds de jaren negentig is Banksy hier actief. Zijn stijl is heel herkenbaar: hoofdzakelijk zwart-wit met een beetje kleur, gebruik van stencils (naar verluidt slim gepikt van Blek le Rat) en vooral de satirische boodschap. Op een blinde gevel aan Park Street, schuin tegenover het Council House, vind je de naakte man die uit het raam hangt. Jammer genoeg is deze klassieker intussen met blauwe verf bekogeld, al zijn de vlekken buiten de beschilderde oppervlakken wel weer schoongemaakt. Banksy is bekend genoeg dat het stadsmuseum (Bristol City Museum and Art Gallery) in 2009 een tentoonstelling aan hem wijdde. Als aandenken staat er in de inkomhal van het museum een beeld van een engel met een pot roze verf over het hoofd en in de vaste collectie spotte ik nog een originele Banksy: een doek van het type dat speciaal wordt gemaakt voor graffiti-verzamelaars (bandwerk van het duurdere type).

Bristol 2012.

Banksy. Links: graffiti van Banksy aan Park Street. Rechtsboven: beeld van Banksy in de inkomhal van het stadsmuseum. Rechtsonder: doek van Banksy.

We zagen in Bristol nóg een bekende stijl: graffiti van grote beesten en skeletten in zwart-wit, dat moet ‘onze’ ROA zijn! Ik ken ROA niet persoonlijk, maar hij is afkomstig uit Gent en we zijn dus vertrouwd met zijn vogels op diverse plekken in de stad en met de buffel aan het Spaanskasteelplein. (Ze zijn even herkenbaar als maar wel compleet verschillend van de kleurrijke stijl van zowel Bue The Warrior als Chase “Remember who you are”.) Toen ik voor het eerst een werk van hem zag, deed het me denken aan een houtskooltekening vanop de tekenacademie. Ook het feit dat hij vaak skeletten afbeeldt doet me aan academisch werk denken. Daarmee bedoel ik helemaal niet dat het niet origineel zou zijn: hij verkrijgt dit effect met heel andere materialen (verf op steen, geen houtskool op papier) en op een zeer groot formaat. Bovendien weet hij zijn werk vaak op een originele manier in de beschikbare ruimte in te passen. Intussen is ROA’s werk dan ook geheel terecht over heel de wereld te vinden.

Op internet had ik al voorbeelden gezien van werken waarbij hij gebruikt maakt van bewegende onderdelen (bijvoorbeeld een poort) waardoor je als het ware het inwendige van een dier kunt zichtbaar maken. In Bristol heb ik eindelijk zelf zo’n voorbeeld kunnen fotograferen. Blijkbaar was ROA vorige maand in Bristol en liet hij er twee werken achter. Het eerste werk dat we zagen bevindt zich boven de ingang van de Royal West of England Academy (RWA) en maakt deel uit van hun huidige tentoonstelling “Unnatural natural history“: een dode vogel ligt bovenop een dood gordeldier. De kop van de vogel is op een paneel geschilderd dat kan draaien in de wind; aan de achterkant zie je dat de kop van de vogel is afgehakt en dan ligt er enkel de doodskop. Het tweede werk bevindt zich op een muur in Nelson Street. Deze vos was de eerste bijdrage voor “See No Evil” editie 2012; er staan nu stellingen voor omdat andere artiesten daar nu druk aan het werk zijn, waarover meer in mijn volgende blogpost. (Klik hier voor foto’s van tijdens het werk aan de vos en foto’s van net na de voltooiing. En dit is de korte bio van ROA op de website van See No Evil: niets dan lof.)

Bristol 2012.

Bristol 2012. Linksboven: werk van ROA boven de ingang van het RWA. Linksonder: als het centrale paneel gedraaid is, blijft er van de vogelskop enkel een doodskop over. Rechts: vos van ROA in de Nelson Street, onderdeel van het “See No Evil” festival.

Rond de ingang van het RWA staat er trouwens nog meer graffiti opgesteld: een werk van de Duitse graffiti-kunstenaar Case, een kakelvers werk van een Australische kunstenaar (gemaakt op 15 augustus; sorry, de naam weet ik niet) en “Impossible is possible” van Pure Evil.

Bristol 2012.

Bristol 2012. Linksboven: Case. Rechtsboven: vers werk van een Australische graffitikunstenaar. Onder: “Impossible is possible” van Pure Evil.

Aanvulling (17 augustus 2012):

de Australische kunstenaar is Reka One zo ontdekte ik via deze bron.

Vaarwel juli, welkom augustus (met regenbogen)

Met zo'n bril ben je meteen in vakantiestemming - tot je in je agenda kijkt...Ik gebruik een schoolagenda om mijn werk te plannen en dus wissel ik bij deze overgang van juli naar augustus ook van boekje. Het vorige stond tot de laatste dag helemaal vol gekriebeld. Sommige blaadjes waren overplakt met post-its om nog meer te kunnen inplannen op één dag. Ik weet nog dat het lente was en dat ik dacht over wat ik deze zomer allemaal zou kunnen doen, omdat ik dan zeeën van tijd zou hebben. Nu juli voorbij is, kan ik officieel melden dat “zomerrust” weer een illusie is gebleken. Ook in juli was mijn agenda een dubbeldekker.

Juli was een drukke maand. Eerst deden we nog even of het vakantie was door naar Rome te gaan, maar de rest van de maand was meer dan goed gevuld met werken aan verschillende projecten. Om je een idee te geven van hoe uiteenlopend mijn onderzoek wel is: er is een project bij over kleuren, een aantal deelprojecten rond minuscule kansen, één over boommodellen voor indeterministische tijdevolutie, …

Juli was de maand waarin mijn favoriete dichter overleed. Het was ook de maand waarin CERN spannend nieuws bracht over het Higgs-boson, maar – naar goede gewoonte – was ik niet thuis. ;-) Volgens Nature News zijn de artikels van ATLAS en CMS ingediend bij het wetenschappelijke tijdschrift Physics Letters B. Intussen staan de artikels (van ATLAS en CMS) online op arXiv en is het dus nog even wachten op de uitkomst van de peer review.

Verder was juli een maand van bang afwachten en uiteindelijk een vreugdedansje bij het goede nieuws. Gelukkig was het op dat moment net tien dagen feest hier in Gent, zodat we het meteen op gepaste wijze konden vieren (bij MiramirO en bij de Puppetbuskers).

Augustus belooft al niet veel beter te worden: er zijn al de lopende projecten, ik ga een lezing geven op een congres in Bristol en een tutorial op een zomerschool in Groningen. Het zou dus kunnen dat het hier even wat stiller wordt. Denk dan maar dat ik op vakantie ben – dat lijkt me wel een mooie illusie.

Om die mogelijke leegte toch enigszins te compenseren, post ik nog twee plaatjes van “regenbogen”: eerst een foto die ik zelf maakte van een fonteinboog (deze keer niet in München) en dan een watervalboog uit het Yosemite National Park in Californië, waarbij dank aan Tim voor de link!

Fonteinboog

Het waarnemen van regenbogen aan een fontein heeft tal van voordelen: je moet er niet voor in de regen staan en je kunt verschillende delen van de boog bekijken door rond de fontein te wandelen.

Watervalboog

Bij een regenboog die ontstaat door regenval of in fontein zie je de boog steeds van onderaf. Dat is wel anders bij een watervalboog. Zou je de boog onder deze hoek inderdaad zo breed kunnen zien?! (Bron afbeelding: Picture of the day, 17 July 2012, The Telegraph; link via Tim.)

Internationaal Puppetbuskersfestival 2012: terugblik met foto’s

Wanneer de beroemde marionet Pulcinella overlijdt, gaan alle poppen aan het dansen.Zoals beloofd in mijn terugblik op de voorbije Gentse Feesten, doe ik ook een nabeschouwing van het poppentheater op het Internationale Puppetbuskersfestival. Voor poppentheater moet je tijdens de Gentse Feesten in het Patershol zijn, want daar ligt het Europese Figurentheatercentrum (EFTC). Wij kochten een kaartje voor de binnenkoer aan de Trommelstraat en zagen er onder andere: Elvis, l’explorateur” van Compagnie Ki (bevreemdend), Trogloditas” van Tanxarina (drie drukke Spaanse rotsbewoners in zeer levensechte outfits en decor, die – helaas – zelf meer plezier hebben met hun act dan het publiek) en Humpty Dumpty” van Drolatic Industry (visueel zeer mooi en technisch waarschijnlijk de moeilijkste voorstelling die we zagen, maar – helaas – ook niet erg meeslepend).

Op een andere, regenachtige dag zagen we in winkelcentrum Zuid de poëtische voorstelling “La vieille et l’oiseau” van La Compagnie Imaginaire.

Puppetbuskersfestival 2012.

Puppetbuskersfestival 2012. Linksboven: “Humpty Dumpty” van Drolatic Industry. Rechtsboven: “Trogloditas” van Tanxarina. Linksonder: “La vieille et l’oiseau” van La Compagnie Imaginaire. Rechtsonder: “Elvis, l’explorateur” van Compagnie Ki.

Onze favoriete voorstelling op het Puppetbuskersfestival was Citizen P” van La Mandale, het Waalse duo (of beter gezegd: Frans-Belgisch-Italiaanse duo) bestaande uit Silvia Di Placido en Hugo Quérouil. Het is een moordmysterie met een hoog tempo vol humor. Wanneer de beroemde marionet Pulcinella overlijdt, gaan alle poppen aan het dansen… Pulcinella is “Citizen P” uit de titel, die verwijst naar de film “Citizen Kane“. Pulcinella’s laatste woorden (“Rosbif!“) roepen grote vragen op, die enkel beantwoord kunnen worden (of niet?!) door middel van een reconstructie van zijn leven en dood. De poppenspelers spelen zowel in onder als naast hun poppenkast, waarin ze zich om de haverklap verkleden om zo van rol en stemming te veranderen. (Zie hier en ook hier voor verslagjes met foto’s.)

La Mandale.

La Mandale. Boven: Danny steekt een handje toe tijdens de voorstelling. Onder: Prijsuitreiking van de Luk Vincentprijs 2012. Het duo van La Mandale tussen jurylid Donald Hendrickx (links), EFTC-voorzitter Freddy Claeys (achteraan links) en feestenburgemeester Lieven Decaluwé (rechts).

Er was tijdens “Citizen P” een mooi rolletje weggelegd voor Danny en ik kreeg naar mijn voeten omdat ik hem niet geleerd had sneller de was af te nemen… Wij waren dan ook helemaal niet verrast toen de winnaar van de Luk Vincentprijs bekend werd gemaakt: die prijs ging dit jaar geheel terecht naar het duo van La Mandale.

En Danny kan op zijn CV zetten: “participation in award winning show“. :-)