Tag Archief: graffiti

Zomerbeelden (1/2)

Volgende week beginnen de herexamens, dus de zomervakantie zit er nu echt wel op voor academici. Als student heb ik er altijd alles aan gedaan om geen herexamens te hebben (wat ook altijd gelukt is) in de (toen nog stille) hoop ooit prof te worden. En nu dat gelukt is heb ik ieder jaar “tweede zit”. O ironie! :)

Vorig jaar maakte ik al eens een zomercollage. Vandaag negen verse zomerfoto’s, binnenkort nog een paar.

Draak.

Wij vonden de draak bij Sint-Michiel helemaal kawaii (Sint-Michielskerk, Gent).

De voorbije weken is het niet gelukt om helemaal niets werkgerelateerds te doen, maar we leefden wel duidelijk aan een veel rustiger tempo. En er was zeker tijd voor ontspanning. Een onvolledig overzicht:

Genste Feesten.

Genste Feesten 2015: linksboven experimenteren met lucht op MiraMiro; rechtsboven figurentheater; linksonder poetry-slam in “het Toreken” (poëziecentrum bij de Vrijdagsmarkt); rechtsonder verse graffiti spotten.

  • We gingen naar de Gentse Feesten: enkele dagen met ons zoontje en enkele dagen met twee. We genoten zoals steeds van de gekke drukte en dit jaar in het bijzonder van het puppetbuskersfestival en MiraMiro, een poetry slam en een voorstelling van Philippe de Maertelaere in theater Tinnenpop (“Leve papa, Caveman wordt vader”).
  • Ik maakte regelmatig een tekening van mijn huisgenoten (zoals aangekondigd bij het begin van de vakantie).
  • Er stond een zwembadje in onze tuin. We gingen ook naar het zwembad.
  • Mede dankzij de wolken was er wederom heel wat mooie hemeloptica te zien (zie eerder).
  • We spraken af met lieve vrienden die we al te lang niet hadden gezien. Het regende, maar binnen kan je ook picknicken. :-)
Wolken.

Wolken. Boven: een kring rond de maan (links) dat kan nog gaan, maar een kring rond de zon (rechts) is water in de ton. Linksonder: het Belfort prikt een gat in de wolken. Rechtsonder: gedeeltelijke dubbele regenboog.

Volgende keer nog een paar zomerbeelden!

Graffiti in Bristol (deel 2/2): See No Evil 2012

See No Evil, editie 2012: graffiti-manifestatie in Bristol.Gisteren vertelde ik al over graffiti van Banksy en ROA in Bristol. Vandaag nog meer kleurrijke foto’s van bespoten muren.

Toen ik vorig jaar naar het station ging om weer naar Oxford te vertrekken, nam de bus een iets andere route dan op de heenweg. Deze route leidde langs Nelson Street waar ik me even in de graffiti-hemel waande: er stonden heel grote werken in knalkleuren. Ik haalde nog mijn camera boven, maar onderstaande foto – gemaakt op een grijze herfstdag en vanuit een rijdende bus – is slechts een fletse afspiegeling van wat ik daar allemaal zag. (Klik hier voor een veel duidelijkere foto!)

Bristol november 2011.

Bristol, november 2011: toen ik met de bus passeerde in Nelson Street waande ik me even in de graffiti-hemel.

Voor dit jaar was ik dus vast van plan om die buurt te voet te verkennen. Danny zag in het Metro-krantje op de trein dat er deze week een graffiti-festival gehouden werd in Bristol: “See No Evil” in Nelson Street, een vervolg op de succesvolle eerste editie van vorig jaar. Helaas kon ik de werken die ik in november gezien had dus niet meer gaan fotograferen: de meeste zijn overschilderd om plaats te maken voor nieuwe kunstwerken. Hieronder zie je een aantal uitzonderingen: deze grote stukken zijn (na publieksstemming) nog mogen blijven staan.

Werken van

Deze werken van “See No Evil” editie 2011 hebben het overleefd tot na de editie van 2012. Linksboven: de verfgietende man van Nick Walker. (De rode en zwarte lijnen onderaan zijn dit jaar toegevoegd door SheOne. Jammer, want zonder deze wirwar vond ik het grafisch sterker.) Rechtsboven: moeder en kind van El Mac uit LA. Leuk om te zien hoe een oud thema uit de schilderkunst nieuwe vorm krijgt. Linksonder: Tats Cru ‘The Mural Kings’. Rechtsonder: zwevende wolfsjongen van de Spaanse artiest Aryz.

Dan een voorsmaakje van de huidige editie. Het echte feest barst pas dit weekend los: dan kun je de nieuwe muren bewonderen terwijl DJ’s voor de bijpassende muzikale sfeer zorgen. Er wordt nog volop gewerkt, dus veel stukken zijn nog niet af, maar het is al duidelijk dat het weer een fantastisch geheel gaat worden.

See No Evil 2012.

See No Evil” 2012. Links: naast de verfgietende man verrees deze industriële fantasie van de Poolse graffiti-kunstenaar M City. Rechts: het motto van het festival, “See No Evil“, in Art Nouveau stijl van de hand van de curator, Inkie.

Het voordeel van iets te vroeg op de afspraak te zijn is natuurlijk dat je de kunstenaars zelf aan het werk kunt zien en iets meer inzicht krijgt in hoe ze zo’n groot oppervlak te lijf gaan.

See No Evil 2012.

See No Evil” 2012. Linksboven: een zeer fantasievolle en toch anatomisch correcte compositie in een samenwerking van Flying Fortress en Nychos. Rechtsboven: nog geen idee wat dit werk van de Duitse SatOne zal voorstellen als het af is, maar groot en zinderend van kleur wordt het alleszins! Linksonder: de Amerikaan Mark Bodé aan het werk. “Gooi nog maar een spuitbus, mannen*!” Rechtsonder: de Franse Raw Crew was nagenoeg klaar met hun stuk.

(*) Voor je denkt dat graffiti alléén een mannenzaak is: er staat ook een vrouw op de affiche (de Franse Kashink), maar ik heb haar niet zelf aan het werk gezien, dus heb ik ook geen foto’s om het te bewijzen. Ook aan het RWA, waar ik gisteren al over schreef, was een werk van een vrouw te zien: een beer van de hand van Deedee Cheriel.

Aan het kruispunt van Quay Street en Christmas Street ligt een Sint-Jan Baptistkerk. Onder de toren zijn er drie doorgangen: een bredere poort voor fietsers in het midden en twee smalle tunnels voor wandelaars ernaast. De muren van de voetgangerstunnels zijn beschilderd en deze recente aanvulling past er wonderwel, misschien niet zo zeer bij een kerk, maar wel bij de verweerde stenen van het oude gebouw.

Onder de kerktoren in Bristol...

Onder de kerktoren in Bristol… Links: Neptunus wenkt je de tunnel in. Rechts: deze versteende eenhoorn deed me denken aan het exemplaar op het Council House (foto gisteren).

Via deze tunnels kom je bij het tweede voltooide werk van “See No Evil” 2012: een spannend duel op zwart-wit tegels. Danny’s favoriet van de nieuwe editie was overigens het mechanische fantasiedier van PixelPancho.

See No Evil 2012.

See No Evil” 2012. Linksboven: Danny in de tunnel met uitzicht op alweer een indrukwekkend nieuw werk. Rechtsboven: het duel van de Ierse schilder Connor Harrington. (Zie hier voor een foto van schilderwerk aan de vloer.) Linksonder: dit schone fantasiebeest van PixelPancho was zelfs nog niet helemaal af! Rechtsonder: Bristol is een stad met behoorlijk wat hoogteverschillen. Als bewijs hier een uitzicht op Nelson Street.

Ook buiten de festivalzone zagen we nog enkele staaltjes straatkunst. We waren eigenlijk op zoek naar een Banksy in de buurt van het ziekenhuis, maar die blijkt verdwenen. In de plaats daarvan vonden we een koninklijk stuk van Incwel, getiteld “Still Sane“.

Bristol 2012.

Bristol 2012. Linksboven: Incwel voorziet hare majesteit van Bowie-make-up. Rechtsboven: reverse graffiti van een vliegende auto – sweet! Linksonder: deze roos groeit in een onopgemerkt hoekje. Rechtsonder: de kunstenaar van weleer werkte op doek dat nu in het stadsmuseum hangt; tegenwoordig werkt hij of zij op de muur langs de straat, maar de fascinatie met heldere kleuren en het scherpe oog voor maatschappelijke thema’s is hetzelfde gebleven. Toch?

Dit weekend gaan er ook studenten van de Universiteit van Bristol met spuitbussen aan de slag op “See No Evil” om zo hun onderzoeksonderwerp toe te lichten. Leuke actie! :-) Nog meer foto’s van “See No Evil” vind je hier (Flickr-groep) en hier (instagrams). Ook handig om je eigen bezoek te plannen als het festival weer om is: een interactieve kaart met de locatie van heel wat graffiti in Bristol.

Graffiti in Bristol (deel 1/2): van Banksy tot ROA

See No Evil, editie 2012: graffiti-manifestatie in Bristol.Op dinsdag werd er aan de Universiteit van Bristol een workshop gehouden over “historical counterfactuals“: dit zijn voorwaardelijke zinnen waarvan de voorwaarde niet waar is, maar wel iets uitdrukt dat op een bepaald moment in de geschiedenis mogelijk is geweest. Een voorbeeld: “Als de aarde niet om haar eigen as draaide, kenden wij geen dag- en nachtritme.” Filosofen en logici stellen zich de vraag hoe je kunt nagaan of en wanneer dergelijke zinnen waar zijn.

In mijn praatje lichtte ik toe hoe je infinitesimale kansen kunt combineren met modellen uit de modale en temporele logica waarin tijd als een zich vertakkende boomstructuur wordt voorgesteld. Vervolgens paste ik dit toe op een voorbeeld met oneindige lange rijen van muntworpen. Tot slot analyseerde ik dan enkele voorwaardelijke zinnen over deze muntworpenrijen.

Ik was al één keer eerder in Bristol geweest: in november 2011, tijdens mijn verblijf in Oxford, nam ik ook de trein naar Bristol om er een presentatie te geven. Door tijdsgebrek bleef mijn stadsbezoek toen beperkt tot een wandeling naar de Clifton Suspension Bridge: het was avond en de negentiende-eeuwse hangbrug van ingenieur Brunel leek onheilspellend te hangen over een kloof gevuld met het Absolute Niets.

Deze keer had ik mijn reisschema iets ruimer gepland om toch iets meer te kunnen zien van de achtste grootste stad van het Verenigd Koninkrijk (zesde grootste van Engeland). We kwamen zondagavond toe en hadden na de lange treinreis nog net genoeg fut voor een avondwandeling. De hangbrug lag er ditmaal zonovergoten bij en we konden zelfs het water van de rivier (de Avon) in de diepte zien stromen. Het was erg druk op de weide vanwaar je een panoramisch zicht hebt op de constructie. Er zaten groepjes mensen te picknicken en anderen stonden met grote camera’s op statief naar de brug gericht. Vlakbij zagen we kinderen spelen en van de rotsen glijden – blijkbaar een populaire bezigheid op deze plek, want de rotsen zijn er helemaal glad door afgesleten. Er heerste een soort festivalsfeer, maar er was geen plaats voor een podium.

We kwamen er pas de volgende ochtend tijdens het ontbijt achter dat het zondag de laatste dag was van een internationaal festival met heteluchtballons dat jaarlijks in Bristol wordt gehouden. Aha, dus vandaar de grote toeloop en al de camera’s! :-)

Bristol 2012.

Bristol. Linksboven: de tolbrug in Clifton (stadswijk in het noordwesten van Bristol). Rechtsboven: eenhoorn op het dak van het raadshuis (Council House). Linksonder: kinderen gebruiken de rotsen als glijbaan met uitzicht op de hangbrug. Rechtsonder: detail van de overkapping van een waterpomp.

Bristol is ook bekend vanwege zijn graffiti: sinds de jaren negentig is Banksy hier actief. Zijn stijl is heel herkenbaar: hoofdzakelijk zwart-wit met een beetje kleur, gebruik van stencils (naar verluidt slim gepikt van Blek le Rat) en vooral de satirische boodschap. Op een blinde gevel aan Park Street, schuin tegenover het Council House, vind je de naakte man die uit het raam hangt. Jammer genoeg is deze klassieker intussen met blauwe verf bekogeld, al zijn de vlekken buiten de beschilderde oppervlakken wel weer schoongemaakt. Banksy is bekend genoeg dat het stadsmuseum (Bristol City Museum and Art Gallery) in 2009 een tentoonstelling aan hem wijdde. Als aandenken staat er in de inkomhal van het museum een beeld van een engel met een pot roze verf over het hoofd en in de vaste collectie spotte ik nog een originele Banksy: een doek van het type dat speciaal wordt gemaakt voor graffiti-verzamelaars (bandwerk van het duurdere type).

Bristol 2012.

Banksy. Links: graffiti van Banksy aan Park Street. Rechtsboven: beeld van Banksy in de inkomhal van het stadsmuseum. Rechtsonder: doek van Banksy.

We zagen in Bristol nóg een bekende stijl: graffiti van grote beesten en skeletten in zwart-wit, dat moet ‘onze’ ROA zijn! Ik ken ROA niet persoonlijk, maar hij is afkomstig uit Gent en we zijn dus vertrouwd met zijn vogels op diverse plekken in de stad en met de buffel aan het Spaanskasteelplein. (Ze zijn even herkenbaar als maar wel compleet verschillend van de kleurrijke stijl van zowel Bue The Warrior als Chase “Remember who you are”.) Toen ik voor het eerst een werk van hem zag, deed het me denken aan een houtskooltekening vanop de tekenacademie. Ook het feit dat hij vaak skeletten afbeeldt doet me aan academisch werk denken. Daarmee bedoel ik helemaal niet dat het niet origineel zou zijn: hij verkrijgt dit effect met heel andere materialen (verf op steen, geen houtskool op papier) en op een zeer groot formaat. Bovendien weet hij zijn werk vaak op een originele manier in de beschikbare ruimte in te passen. Intussen is ROA’s werk dan ook geheel terecht over heel de wereld te vinden.

Op internet had ik al voorbeelden gezien van werken waarbij hij gebruikt maakt van bewegende onderdelen (bijvoorbeeld een poort) waardoor je als het ware het inwendige van een dier kunt zichtbaar maken. In Bristol heb ik eindelijk zelf zo’n voorbeeld kunnen fotograferen. Blijkbaar was ROA vorige maand in Bristol en liet hij er twee werken achter. Het eerste werk dat we zagen bevindt zich boven de ingang van de Royal West of England Academy (RWA) en maakt deel uit van hun huidige tentoonstelling “Unnatural natural history“: een dode vogel ligt bovenop een dood gordeldier. De kop van de vogel is op een paneel geschilderd dat kan draaien in de wind; aan de achterkant zie je dat de kop van de vogel is afgehakt en dan ligt er enkel de doodskop. Het tweede werk bevindt zich op een muur in Nelson Street. Deze vos was de eerste bijdrage voor “See No Evil” editie 2012; er staan nu stellingen voor omdat andere artiesten daar nu druk aan het werk zijn, waarover meer in mijn volgende blogpost. (Klik hier voor foto’s van tijdens het werk aan de vos en foto’s van net na de voltooiing. En dit is de korte bio van ROA op de website van See No Evil: niets dan lof.)

Bristol 2012.

Bristol 2012. Linksboven: werk van ROA boven de ingang van het RWA. Linksonder: als het centrale paneel gedraaid is, blijft er van de vogelskop enkel een doodskop over. Rechts: vos van ROA in de Nelson Street, onderdeel van het “See No Evil” festival.

Rond de ingang van het RWA staat er trouwens nog meer graffiti opgesteld: een werk van de Duitse graffiti-kunstenaar Case, een kakelvers werk van een Australische kunstenaar (gemaakt op 15 augustus; sorry, de naam weet ik niet) en “Impossible is possible” van Pure Evil.

Bristol 2012.

Bristol 2012. Linksboven: Case. Rechtsboven: vers werk van een Australische graffitikunstenaar. Onder: “Impossible is possible” van Pure Evil.

Aanvulling (17 augustus 2012):

de Australische kunstenaar is Reka One zo ontdekte ik via deze bron.

Rariteiten in Rome

SPQR: Senatus PopulusQue Romanus of De Senaat en Het Volk van Rome.In het eerste deel van mijn verslag van onze Rome-reis besteedde ik vooral aandacht aan de grote klassiekers. In dit tweede deel toon ik foto’s van de kleinere merkwaardigheden en aparte details.

Naast majestueuze beelden viel ons oog ook op grappige gevelstenen en expressieve maskers. Deze versteende grimassen inspireerden ons tot een potje gekke-bekken-trekken in de metro.

Maskers en grimassen in Rome.

Maskers en grimassen in Rome. Linksboven: schattige gevelsteen (nabij het theater van Marcellus). Rechtsboven en linksonder: grimassen in de Vaticaanse musea. Rechtsonder: gekke bekken in de metro.

Zoals de meeste grootsteden heeft Rome geen grote biodiversiteit. Op het vlak van fauna zagen we duiven, meeuwen, katten (bij het kattenopvangcentrum op de Largo di Torre Argentina, ook bekend als ‘Kattenforum’) en enkele vlinders. Rome is daarentegen wél rijk aan fabeldieren.

Fabeldieren in Rome.

Fabeldieren in Rome. Linksboven: Er zijn veel draken en andere fabeldieren te zien op de maniëristisch versierde randen rond ramen en deuren in de galerie met de geografische kaarten in de Vaticaanse musea. Rechtsboven: Deze rare snuiter zit op de zuil vóór de basiliek van Santa Maria Maggiore. Linksonder: Dit exemplaar zit verscholen in de Vierstromenfontein. (Volgens Danny is het een krokodil, maar ik zie er een waterdraak in.) Rechtsonder: Als Disney nog eens een sidekick zoekt, stel ik voor dat ze inspiratie opdoen bij deze mozaïek in de Vaticaanse musea.

In de Vaticaanse musea is er zo veel kunst te zien, dat je het risico loopt al na enkele gangen niets meer te zien… Toch was ik meteen gecharmeerd door deze sprookjesachtige schilderijen. Ik wist niet wie ze geschilderd had of wat ze precies voorstelden, maar ze zagen er bijzonder fris uit (waarschijnlijk door de combinatie van heldere kleuren in de voorgrond en het grisaille van de achtergrond) en je kon er zo een heel verhaal bij bedenken. Aan de hand van de tekst boveaan vond ik intussen deze link met een beetje uitleg over het bovenste schilderij; deze en enkele andere allegorische fresco’s van de hand van Ludwig Seitz bevinden zich in de Galleria dei Candelabri.

Sprookjesachtige schilderijen in Rome.

Twee sprookjesachtige schilderijen van Ludwig Seitz. Boven: engel en oude man onder inscriptie “Gratia Dei et contentione voluntatis excellentiam virtutis adipiscimur“. Onder: ridder en engel onder inscriptie “Est Rosarium praecipue implorando Matris Dei patrocinio adversus hostes Catholici nominis institutum (Leo XIII)”.

Sticker-graffiti zie je overal – van Gent tot in Rome. Hieronder een kleine collectie van – al dan niet gemodificeerde – Romeinse borden.

Borden in Rome.

Borden in Rome. Linksboven: toepasselijk is deze sticker-graffiti wel in een stad die zo veel kerken telt. Rechtsboven: Rome sweet home. Linksonder: het is verboden te zitten op de treden van de basiliek van Santa Maria Maggiore. Rechtsonder: een veel-voorkomende sticker graffiti.

Als het na dit tweede deel nog niet duidelijk is dat we als echte toeristen in Rome waren, dan voer ik nog deze foto’s aan als bewijs.

Toeristen in Rome.

Toeristen in Rome. Linksboven: Danny in het Colosseum. Rechtsboven: om de cosmatenvloer in de Santa Maria in Cosmedin te bewonderen, moest ik wel mijn schouders bedekken… met een doorzichtige sjaal – tja! Linksonder: Danny gaat op zoek naar een nieuw aureooltje bij Gammarelli, de hofleverancier van de paus. Rechtsonder: ik rust even uit in de schaduw bij de ‘fontein van de lekkende boot‘ vóór de Spaanse trappen.

Binnenkort plaats ik hier het derde en laatste deel met foto’s uit Rome die verwijzen naar fysica en filosofie.

Sprokkelmaand

In het STAM staat dit schaalmodel in witte Lego-blokjes van het Belfort.In een maand passen hoogstens 10 blogdagen (maandagen en woensdagen). Deze optimale situatie doet zich voor als de maand eenendertig dagen telt en als bovendien de eerste van die maand op een maandag valt. Februari 2012 deed het bijna even goed: met de extra schrikkeldag en startend op een woensdag wist deze korte maand toch 9 blogdagen in zich te vergaren. Maart 2012 is op dit vlak dan weer een kneusje: het is weliswaar een maand van eenendertig dagen, maar de eerste viel op een donderdag en zo pasten er maar 8 blogdagen in. Bovendien heb ik door omstandigheden deze maand een paar vaste blogafspraken moeten overslaan.

Om de teller voor maart toch nog een beetje op te krikken, heb ik het geheugenkaartje van mijn trouwe camera nog eens geplunderd, op zoek naar last minute blogideetjes. Dat viel mee: blijkbaar heb ik vorige maand ook nog een paar mooie blogmomenten over het hoofd gezien, dus we starten met de bijeengesprokkelde herinneringen aan de sprokkelmaand februari.

Linksboven: Begin februari begonnen mijn lessen in Groningen. Dat was op het hoogtepunt van de koudegolf: de Elfstedenkoorts hield Nederland in de ban en ik zag op het Verbindingskanaal voor het station veel enthousiaste schaatsers.

Rechtsboven: Later die maand, op 24 februari, organiseerde de Universiteit Gent de eerste Nacht van de Universitaire musea. Wij namen een kijkje in Het Pand dat maar liefst vier musea blijkt te huisvesten achter binnendeuren die anders gesloten blijven: van Egyptische en Romeinse vondsten, over etnografische kunst, tot medische preparaten – lugubere rariteiten zoals een doodgeboren mensenkind op sterk water. Ook de bibliotheekzaal met zeer oude boeken spreekt tot de verbeelding. In het Imaginair Museum, dat altijd vrij toegankelijk is, raakte ik nog maar eens gefascineerd door de reproducties van schilderijen van Hiëronymus Bosch; dit keer viel mijn oog op een vrouw met een dobbelsteen op haar hoofd: een detail onderaan in het rechterluik (de hel) van de Tuin der Lusten. Hopelijk betekent deze voorstelling niet dat kansrekening des duivels is; vermoedelijk symboliseert het de gevaren van gokken. Het is niet alleen een vreemd schilderij, maar ook  een vreemde dobbelsteen: twee zijden ervan lijken vier ogen te hebben.

Februari 2012 in vier beelden.

Februari 2012 in vier beelden: schaatsers in Groningen, detail van een Bosch-reproductie in Gent, het STAM en de muren van de stad.

Linksonder: Februari is ook die maand van die feestdag met die hartjes. Om te vieren dat we in februari vijf jaar samen waren, namen we een heel weekend vrij (uitzonderlijk) en trakteerden we onszelf onder andere op een bezoekje aan het STAdsMuseum (STAM). Mits het dragen van cleanroom-achtige overschoenen mochten we daar over Gent lopen. Daarna kregen we een overzicht van de rijke geschiedenis van de stad. Je kunt het huidige stadsplan met oude kaarten vergelijken, veel mooie perkamenten bewonderen, maar ook reclameaffiches uit een iets recenter verleden. De tentoonstelling eindigt speels met schaalmodellen van de bekendste Gentse torens in witte Lego-blokjes, natuurlijk van de hand van Dirk Denoyelle. Voor wie het zelf eens wil proberen: er staat een grote bak witte steentjes klaar.

Rechtsonder: Na onze reis door de tijd kwamen we weer buiten in het hedendaagse Gent. Gelukkig blijkt dat de stad nog steeds springlevend is, zoals onder meer te zien is aan de veelheid aan (stencil-) graffiti. Al heb ik met het “Zorgzame spitstechnologie”-motief misschien een slecht voorbeeld gekozen, want dit gaat minstens terug tot het jaar 2003. Word ik stilaan te oud om de hartslag van deze eeuwig jonge stad te voelen, of wordt het tijd dat de straatartiesten met iets nieuws op de proppen komen? Ik stel voor dat ze eens passeren in Het Pand en bij Bosch wat inspiratie opdoen. ;-)

Nanodraden op het Gravensteen

Als de donjon van het Gravensteen tien miljard keer kleiner was, dan paste er net een nanodraad in.Gisteren was de eerste avond van het Lichtfestival in Gent. Er waren veel mooie dingen te zien en dan hebben we nog niet eens alle locaties bezocht. Als je de kans hebt om komend weekend een avond in het centrum van Gent rond te wandelen: zeker doen! (Hier vind je de pdf met de wandelroute.) Aan de Korenmarkt kun je het oude postgebouw tot leven zien komen (filmpje). De Sint-Jacobskerk verandert in een gigantische kaleidoscoop, waarbij je zelf voor de patronen kan zorgen. Aan de Vrijdagsmarkt is er een leuke optische illusie met een stuk graffiti: “Interstices in a synaptic space” van Afterlight. Door schaduwen toe te voegen lijkt de vlakke lijntekening drie-dimensionaal te worden (filmpje). Voor mij werkte het effect beter dan eender welke 3D-film die ik ooit gezien heb (en je hoeft er niet eens zo’n vervelende bril voor op).

De stad Gent had op voorhand een oproep gedaan aan haar inwoners om de donjon (de centrale woontoren) van het Gravensteen van nieuwe muren te voorzien. Je kon drie kanten van het gebouw inkleuren op papier of digitaal een ontwerp insturen; dit zou dan tijdens het Lichtfestival op de muren geprojecteerd worden. Danny gebruikte zijn berekeningen aan nanodraden om een ontwerp te maken. Zo komt het dat er tussen de vrolijke kindertekeningen deze dagen ook een beetje fysica te zien is op het Gravensteen. De nanodraden zijn regelmatige, lijnvormige structuren die aan het oppervlak van germanium onstaan door de aanwezigheid van platina. Om computers steeds sneller te maken, zijn er steeds kleinere chips nodig, waarop er meer schakelingen passen. Deze nanodraden zijn slechts één atoom breed en zijn dus de ultieme stap naar miniaturisatie in de elektronica. Eenvoudig gezegd dient het onderzoek naar nanodraden er dus voor om ervoor te zorgen dat de volgende generatie laptops weer kleiner en sneller kan zijn dan de huidige. Dat er onderweg een hoop kwantummechanica en weken rekentijd op een supercomputer aan te pas komen om de experimenteel gevonden resultaten theoretisch te verklaren, maakt het onderzoek des te uitdagender.

Een nanometer is een miljoenste van een millimeter of een miljardste van een meter. Aangezien nanodraden zelfs iets minder dan een nanometer breed zijn, zijn ze dus onzichtbaar voor het blote oog. Ze zijn zelfs te klein om door een gewone lichtmicroscoop zichtbaar gemaakt te worden. Nanodraden kunnen wel in beeld worden gebracht met een rastertunnelmicroscoop (STM). Als je een stukje germanium met nanodraden ongeveer tien miljard keer zou kunnen uitvergroten, dan zouden het zo groot zijn als de donjon van het Gravensteen. Het voordeel van theoretische berekeningen van nanostructuren is dat je de resultaten visueel kunt voorstellen en dat je die plaatjes onder eender welke hoek kunt bekijken, de kleuren kunt aanpassen en ze zo groot kunt maken als je zelf wil. Als je zelf wil zien hoe een tien miljard keer vergrote nanodraad op een germaniumoppervlak eruit ziet, dan kun je nog tot zondagavond een kijkje gaan nemen. Hier alvast een voorsmaakje:

Gravensteen met nanodraden.

Boven twee foto's van de geprojecteerde nanodraden op de donjon van het Gravensteen. Beneden een miniatuurversie van de ontwerptekening.

Wij gaan vanavond de andere locaties nog verkennen. Misschien tot ziens op het Lichtfestival.

Aanvulling:

Meer foto’s van het festival kun je zien bij het verslag op gentblogt.be. De nanodraden op het Gravensteen vind je hier in een betere resolutie: foto 1 en foto 2.

Van Galileo tot Latijnse graffiti

Het ultieme bewijs dat ik in Pisa ben: een foto van de hellende toren.Als je naar Pisa vliegt, land je op de luchthaven “Galileo Galilei”: een toepasselijke naam, want in 1564 werd Galileo hier in Pisa geboren. De wereldberoemde toren stond er toen al, want die werd gebouw – in verschillende etappes – van de twaalfde tot de veertiende eeuw. Scheef stond de toren ook al: bij de bouw van de derde verdieping was het fundament al beginnen verzakken en in de volgende fasen is er twee keer een knik in de toren gemaakt, in de hoop de boel staande te houden. (Met de nodige ondersteuning is dat tot op vandaag gelukt.) In de les fysica op de middelbare school leerden we dat Galilei valproeven deed vanaf de toren, om aan te tonen voorwerpen van verschillende massa toch even snel vallen. Dit populaire verhaal blijkt helaas op een misvatting te berusten: het zou enkel een gedachtenexperiment geweest zijn, dat nooit echt heeft plaatsgevonden.

We zijn natuurlijk druk aan het werk, maar gisteren zijn we na de lunch toch even naar de Piazza dei Miracoli gegaan. Pisa is niet zo groot, dus het was maar een kleine wandeling. Op het Plein der Wonderen staat die die fameuze toren, ja. Wat ik niet wist, is dat de toren slechts de klokkentoren is die bij een Middeleeuwse kathedraal hoort: veel groter en minstens even fotogeniek is als het torentje. Verder liggen er ook nog een ronde doopkapel en een ommuurde begraafplaats op het plein.

Piazza dei Miracoli.

Op de Piazza dei Miracoli staat de scheve klokkentoren (linksboven) van de kathedraal (rechtsonder, met boven nog een detail) en de doopkapel (linksonder).

Omdat er in Pisa veel mooie plekken zijn, die extra mooi uitkomen in de winterzon, plaats ik nog enkele foto’s:

Pisa.

Boven: details van deuren en deurkloppers. Onder: ons hotel in Pisa ligt aan de oever van de rivier – de Arno.

Zelden een passender opschrift gezien op een universiteitsgebouw: “Kennis is macht. Wapen jezelf!”

Strijdbare graffiti in Pisa.

Strijdbare graffiti met teksten in het Italiaans, Latijn (!) en Engels op en rond het wiskundedepartement van de universiteit van Pisa.

Dat is alles voor vandaag. Ciao.

Het beste van 2011

Terwijl Dagobert Duck zijn goudstukken telt, tellen wetenschappers hun publicaties van het voorbije jaar.We wensen elkaar deze dagen zo vaak het beste voor 2012, dat we haast zouden vergeten hoe goed 2011 al was! Voor ons was het een gelukkig jaar. We waren niet zwaar ziek. We reisden de wereld af. 2011 was ook het jaar dat ik met dit blog begon. Ik heb het gevoel dat we alles eruit hebben gehaald wat erin zat en dat is een goed gevoel.

De laatste dag van het jaar wordt er heel wat geteld en opgelijst. Dagobert Duck telt zijn goudstukken na en winkeliers maken hun inventaris op. Kranten schrijven over de mooiste liedjes en de grootste rampen van het voorbije jaar. Ja, eind december is lijstjestijd, ook op planeet Academia. De academische wereld houdt er een eigen jaartelling op na, waarin Nieuwjaar op 1 oktober valt. Veel activiteitenverslagen moeten dan ook pas op het einde van het academiejaar ingediend worden. Toch worden sommige inventarissen al aan het eind van het kalenderjaar opgemaakt. Op de faculteit in Groningen wordt bij de nieuwjaarsborrel het Griph-bulletin gepresenteerd, waarin alle publicaties van alle faculteitsleden van het afgelopen jaar worden opgelijst. Dit is dus een goed moment om onze eigen publicatielijsten aan te vullen en even stil te staan bij de oogst van 2011.

Het afgelopen jaar:

  • behaalde ik  een doctoraat en Danny een rijbewijs,
  • namen we twee keer het vliegtuig om op congres te gaan,
  • gingen we nog vaker met de trein,
  • bracht het werk ons in vijf verschillende landen: België, Nederland, Engeland, Polen en de Verenigde Staten,
  • gaf ik elf lezingen en één posterpresentatie,
  • dikte mijn publicatielijst aan met twee artikels, één hoofdstuk in een boek en een proefschrift,
  • schreef ik twee artikels samen met Danny, die intussen aanvaard zijn voor publicatie,
  • werden er twee proceedings-bijdragen aanvaard,
  • stuurde ik nog eens drie artikels in, die nog wachten op beoordeling.

Zo, de publicatielijst en het CV op het statische deel van mijn website zijn ook weer aangevuld. Daarmee is het werkjaar 2011 hier afgesloten. Op naar een nieuw jaar, maar eerst nog even rondneuzen op het internet op zoek naar andere overzichtslijstjes, zoals:

Gelukkig 2012!

 

Aan iedereen:
Beste wensen voor 2012.

En speciaal voor de onderzoekers:
Mooie A1-publicaties gewenst.

Een terugblik op Oxford: 4 x 4 foto’s

Deze lilligaf was een week later al wit-overschilderd.Het regenseizoen is dan toch aangebroken in Engeland en ondanks al mijn mijmeringen over regenbogen is dat toch niet zo’n pretje. Zelfs de eekhoorns blijven liever in hun warme nestjes liggen. Voor mij wordt het stilaan tijd om mijn koffers te pakken, maar eerst nog een paar foto’s posten die zonder duidelijke reden nog niet tot hier waren geraakt. Om het een beetje overzichtelijk te houden, heb ik ze gerangschikt volgens vier thema’s: vier keer vier foto’s van acht weken in flat acht.

Thema 1 gaat over muren. Dat is ook symbolisch bedoeld natuurlijk, want ik heb gedurende acht weken een kijkje mogen nemen achter de muren van Oxford.

Een blik op en achter de muren van Oxford.

Thema 1: De muren van Oxford. Linksboven: Graffiti heb ik hier weinig gezien, maar iets buiten het historisch centrum zijn er wel winkels met dit soort muurschilderingen. Rechtsboven: Anderzijds is graffiti ook niet nodig bij gebouwen met dit soort karakterkoppen! Onder: Als je de pijl volgt naar de 'South Writing Schools' dan kom je in dit lokaal, waar ik 's maandag les volgde. (Foto's nemen was er eigenlijk verboden, dus dit is een clandestien plaatje met de webcam.)

Thema 2 is Bonfire Night. Het Verenigd Koninkrijk heeft geen officiële feestdag, maar Guy Fawkes Night of Bonfire Night komt aardig in de buurt. Op deze avond leerden we hoe je een fles ontkurkt als je geen kurkentrekker hebt. (Hier staan een paar leuke ideetjes, maar we zijn gewoon bij de buren gaan aankloppen.)

Bonfire Night in Oxford.

Thema 2: Bonfire Night in Oxford. De onmisbare ingrediënten zijn: een middelgrote kermis (linksboven), een groot vuurwerk (rechtsboven) en een gigantisch vreugdevuur (linksonder), dat de dag nadien nog nasmeult (rechtsonder). (En dat allemaal in het park, vlak voor het raam van mijn flat!)

Ik kwam naar hier voor de filosofie, maar ook de wetenschap is overal aanwezig in Oxford, dus dat is Thema 3.

Wetenschap in Oxford.

Thema 3: Wetenschap in Oxford. Linksboven: Het museum voor geschiedenis van de wetenschap. Rechtsboven: Een gedenkplaat voor Robert Boyle en Robert Hooke. Linksonder: Dawkins wordt uitgedaagd voor een debat. (Dit is een parodie op Dawkins eigen reclameaffiches op bussen, met de leuze: 'There probably is no God. Now stop worrying and enjoy your life.') Rechtsonder: Met de taxi naar het Wetenschapspark? Reis dan wel in stijl!

Thema 4 ten slotte: een stad is niets zonder haar inwoners.

Bewoners van Oxford.

Thema 4: Bewoners van Oxford. Boven: Eekhoorns, veel eekhoorns. Linksonder: Studenten die niet sportief genoeg zijn om aan roeiwedstrijden mee te doen, kun altijd nog rustig gaan 'punten'. Rechtsonder: De winter wordt hier vast beregezellig!

Zo, dat waren al mijn achterstallige foto’s. Om af te sluiten nog een stelling die mooi aansluit bij Thema 4:

De eekhoorn is het beste voorbeeld van de golf-beestjes-dualiteit.

Kwantumbiologie van de hoogste plank? Of de hoogste tijd om naar huis te gaan en het allemaal een beetje te laten bezinken…? Ik hou het bij dat laatste. ;-)

Ik kan niet beloven dat ik de komende weken niets meer over mijn verblijf hier zal schrijven, maar dit was wel mijn laatste blogpost vanop deze locatie.

Uit liefde voor de schoonheid

Een zeemeermin met pootjes op de deur van de Johanneskathedraal in de oude stad van Warschau.Bijna elke stad heeft het en toch staat het meestal niet in de stadsgids. Het kan groot en kleurrijk zijn, maar meestal is het klein en monochroom. Volgens sommigen is het kunst, volgens anderen vandalisme. (Sluiten die twee elkaar noodzakelijk uit, vraag ik me dan af.) Als ik van een uitstap terugkom, staat mijn geheugenkaartje weer vol foto’s van muren met een spatje verf erop. Ik heb het over graffiti – een soort knipoog voor wie als eens om het hoekje durft kijken.

Waarom doen die jonge gasten dat toch? Volgens de schildering in Figuur 1 linksboven luidt het antwoord hierop: “z milosci do piekna“. En als ik dat correct uit het Pools heb weten te vertalen – met een uitgebreide intertekstuele studie en een vleugje Google Translate – is dat niet meer of niet minder dan “uit liefde voor de schoonheid”. Net zoals de meeste graffiti’s tegenwoordig, gaat het hier om een met sjabloon gespoten afbeelding (zie ook de robot rechtsonder). Tijdens mijn vertaalzoektocht kwam ik nog een leuk woord op het spoor: “szablonowo” is Pools voor “op een niet-originele manier”. Het plaatje linksonder is niet gesjabloneerd en de maker ervan claimt ook niets over liefde of schoonheid, maar ik vond het resultaat fris en lief – en dus een foto waard.

Net zo eigen aan de stad als graffiti, zijn straatartiesten die een centje proberen bij te verdienen op de stoep. Het sciencefiction-landschap van de spuitbusartiest op de foto rechtsboven was nog niet helemaal af: er werd al krassend nog een fantasiekasteel toegevoegd aan de horizon en dieptelijnen. Met de witte spuitbus werd er een heldere lichtflits aangebracht bij de planeten in de hemel en toen was het werk klaar om te verpatsen.

Graffiti in Warschau.

Figuur 1: Graffiti in Warschau.

In Kopenhagen hebben ze een wereldberoemd beeldje dat verwijst naar “De kleine zeemeermin” van de Deense sprookjesschrijver Hans Christian Andersen. Ook in Warschau verwijzen ze naar hun stadssymbool als “syrenka“, hetgeen “zeemeerminnetje” of dus “kleine zeemeermin” betekent. De zeemeermin van Warschau is echter niet van het sentimentele type en van geen kleintje vervaard, zoals je ziet aan haar schild en opgeheven zwaard. Het beeldje op het marktplein in de oude stad (zie Figuur 2 rechtsboven) is een kopie van een ouder exemplaar dat nu veilig in het museum staat. Volgens de legende kwam de meermin uitrusten op de oever van de Wisła nabij Warschau. Ze werd echter gevangen door een koopman, die haar als kermisattractie wou exploiteren. Een visserszoon hoorde haar huilen en wist haar samen met zijn vrienden te bevrijden. Sindsdien beschermt de zeemeermin Warschau, uit dank voor de hulp van haar inwoners.

Ook in de plaatselijke graffiti vormt de zeemeermin een populair thema. Mijn favoriet is de strijdbare zee-dame op de foto linksboven. Het lijkt me geen goed idee om haar te vertellen dat ze toch een beetje naar vis ruikt… ;-) De geschilderde zeemeermin rechtsonder maakt deel uit van een muurschildering ter ere van Maria Skłodowska Curie. Vorige keer toonde ik al een foto van de muurschildering van Swanski op de blinde muur aan de Nowolipki, maar ter ere van het Marie-Curie-jaar werd er ook een muurschildering-prijsvraag uitgeschreven waarvan de winnaar nu de ingang van metrohalte ‘Centrum’ opfleurt. Het is een heel kleurrijke schildering, met zowel verwijzingen naar Marie Curie als naar de stad Warschau. Door te werken met eenvoudige, overlappende vormen, is het een soort zoekplaat geworden – na een tijdje herken je steeds meer elementen. Zo spotte ik een portret van Marie Curie, maar ook een röntgenfoto van een ribbenkast, King Kong met een proefbuisje in de hand (in plaats van de blonde vrouw) en deze zeemeermin.

Aan het koninklijk paleis wenkt de zeemeermin linksonder; ze sleurt weliswaar geen vissers de diepte in, maar argeloze voorbijgangers verlokt ze wel om met haar op de foto gaan. Deze pluchen meermin is trouwens niet het enige exemplaar met pootjes: op de deuren van de Johanneskathedraal zijn er diverse varianten te vinden, waarvan sommigen meer op een vogel dan op een vis lijken. In een informatiefolder vond ik deze verklaring: op het eerste stadswapen van Warschau uit de vijftiende eeuw stond een mythisch wezen dat half-man en half-vogel was. Pas in de achttiende eeuw werd er een half-vis half-vrouw op het wapen afgebeeld. Net als in de biologie evolueerde ook de afbeelding geleidelijk. Vandaar dat de zichtbare voeten van de poserende zeemeermin wel zo gepast zijn – ditmaal niet uit liefde voor de schoonheid, maar uit liefde voor de (kunst-)wetenschap.

Zeemeerminnen in Warschau.

Figuur 2: Zeemeerminnen in Warschau.