Tag Archief: labyrint

Zomerbeelden (2/2)

Vorige keer beloofde ik meer zomerbeelden, dus hier is het vervolg van de vakantieherinneringen in elf foto’s:

Zomer 2015.

Linksboven: we gingen naar een dorpsfeest. Rechtsboven: Danny maakte confituur van bessen uit de tuin en het lukte om twee gekleurde laagjes te maken. Linksonder: we gingen naar Jurassic World kijken, maar we zagen ook een dino naast de weg. Rechtsonder: we bezochten het tijdelijke labyrint by C-Mine in Winterslag.

Zomer 2015.

Experimenteren met de sluitertijd. Boven: Danny illustreert een omwentelingslichaam en ik zwaai met mijn haar. Onder: de reflectie van de zon op het International Space Station is zichtbaar als een heldere streep aan de hemel (foto uit deze tweet).

Andermaal een onvolledig overzicht:

  • We gingen naar een dorpsfeest.
  • Er was tijd voor enige huisvlijt: ik schilderde een kastje en Danny maakte confituur.
  • We gingen naar Jurassic World kijken in de cinema (verslag door Danny).
  • We bezochten het (tijdelijke) labyrint bij C-Mine.
  • We probeerden zo vaak mogelijk het International Space Station te zien overvliegen ’s avonds. Danny schreef er een blogpost over.
  • Dit betekent ook dat ik eindelijk ontdekte hoe ik de belichtingstijd van mijn half-automatische fotocamera kan instellen. We maakten voor de lol bewogen foto’s van onzelf.
  • We speelden, lazen boekjes, keken filmpjes. Ons zoontje vroeg nochtans vooral om te mogen werken: de tuin in, handschoenen aan en graven maar. :-)
  • We deden een familieuitstap naar Planckendael. Ons zoontje is in de ban van een verhaal over pinguïns, dus hij was erg gefascineerd door de kolonie Humboldtpinguïns, al vroeg hij zich af waar de grote pinguïns dan zaten… De goudkopaapjes konden ook op zijn aandacht rekenen.
  • We gingen een namiddag geochachen. We doen dat heel graag, maar toch slagen we er blijkbaar slechts één keer per jaar in om het ook effectief te gaan doen (zie zomercollage van vorig jaar). We zullen het dan maar een jaarlijkse traditie noemen. :-)
  • We gingen voor het eerst in ons leven naar Trekker-Trek (tractor pulling). Zeer vreemde ervaring. Een organisatie van de Groene Kring en maar uitlaasgassen uitblazen. ;) Zelden zo’n Amerikaans gevoel gehad in een Maaslandse koeienwei!
  • We verbaasden ons geregeld over uitspraken van de kleinste thuis. Je moet dat opschrijven, anders vergeet je het omdat het zo snel evolueert. Hier een tweet van eind juli:

    Werkwoorden v/d kleuter:
    STERK Wat heef jij gedoen? (wat heb je gedaan)
    ONSCHEIDBAAR Je moet pasoppen! (oppassen)
    FREQUENTATIEF Pipperen (?)

Zomer 2015.

Linksboven: ons zoontje maakt kennis met de goudkopaapjes in Planckendael. Rechtsboven: we keken geregeld naar de sterren (en het ISS, zie hoger). Linksonder: Trekker-Trek. Rechtsonder: ondergedompeld in het groen tijdens geocachen.

Kortom, het werd precies de rustige zomer waar ik al maanden naar snakte. Het nieuwe school- en academiejaar komt er op kousenvoetjes aan. Wij zijn er klaar voor!

Als afsluiter deze tweet van vorige week:

Dialoog met zoontje (bijna 3) deze ochtend

– Mag ik iets vasthouden in de auto?

– Tja, wat wil je vasthouden?

– Een lolly.

#GoedGeprobeerd

Wolkenfoto’s met halo’s en iridescentie

Op een grijze dag als vandaag mis ik niet zo zeer de zon, maar wel mooi afgelijnde wolken! Gelukkig hebben we de foto’s nog. ;-) De voorbije tijd heb ik een paar mooie foto’s gemaakt van wolken en halo’s. Ik heb ze wel al gedeeld op Twitter, maar wil ze ook op mijn blog plaatsen.

Op een zondag in mei zag ik deze zonsondergang met twee sundogs (links en rechts van de zon) en een upper tangent arc (erboven).

Zonsondergang met halo's.

Zonsondergang met halo’s. (Tweet.)

Zonsondergang met halo's.

Detail van de upper tangent arc. (Tweet.)

Op een ochtend in juli leek het of de Maan een herderhonds was die de schapenwolken op grootte had gesorteerd. :-) De dag nadien was er een uitzending van Weetikveel op Radio 1 over wolken met Jill Peeters. Daarin leerde ik onder andere dat er regen te verwachten is als je de condenssporen van vliegtuigen (contrails) ziet uitwaaieren. Die waarneming heb ik dit weekend getest: zaterdag was een stralende zomerdag, maar de vliegtuigstrepen waaierden uit en zondag regende het inderdaad.

Wolken.

Ochtend met Maan en schapenwolken. (Tweet.)

Zaterdagavond bezochten we het tijdelijke labyrint bij C-Mine in Genk (oude steenkoolmijnsite van Winterslag; het labyrint is er nog tot eind september). Ook daar waren er mooie wolken en halo’s te zien. Op de eerste foto zie je een sundog, terwijl de zon door de spijlen van de schachtblok schijnt.

Wolken.

Zonsondergang met halo. (Tweet.)

Danny maakte me attent op de wolk onder de zon, die mooie iridescentiekleuren vertoonde. Wat later zagen we deze pastelkleuren ook in de wolken naast de zon.

Voor meer plaatjes van iridescente wolken en corona’s (iridescente banden rond de zon), zie Atmospheric Optics.

Wolken.

Zonsondergang met iridescente wolken. (Tweet.)

Wolken.

Zonsondergang met iridescente wolken (corona) en een duif. De zon zit hier achter de peiler van de schachtblok.

Op weg naar huis maakte ik nog een foto van de halo’s (gemaakt vanop dezelfde plaats als de foto uit mei waarmee dit bericht begon).

Wolken.

Zonsondergang met halo’s.

Is wiskunde een taal?

Dit stukje is in licht gewijzigde vorm als een column verschenen in Eos.
(Jaargang 30, nummer 10, rubriek “Scherp gesteld”.)

De zoektocht naar de werkelijkheid achter de wereld.Het idee dat wiskunde een taal is, gaat terug op Galileo Galilei, die zei dat het boek van de natuur geschreven is in de taal van de wiskunde. In zijn werk “Il saggiatore” (“De proefnemer”) uit 1623 beschreef hij het universum als een boek dat permanent open voor onze ogen ligt, maar waarvan we eerst de gebruikte taal en haar symbolen moeten leren begrijpen. Hij verduidelijkte dat het boek geschreven is in de wiskundige taal en dat de symbolen in kwestie geometrische figuren zijn. Zonder begrip van deze taal dwalen we tevergeefs rond in een duister labyrint, aldus Galileo.

Wiskunde wordt dus de taal van de natuur genoemd. Maakt dat van wiskunde een natuurlijke taal? Nee, want er zijn geen mensengroepen – ook niet op een exotisch Wisland – die spontaan louter in formules met elkaar praten. Studenten fysica kunnen het getuigen: wiskunde leren vergt inspanning. Het zou misleidend zijn om te veronderstellen dat ze tijdens die studies een taalbad krijgen, waarna ze het universum kunnen lezen als een open boek.

In Nederland is “wiskundetaal ontwikkelen” een kerndoel in de lagere jaren van het middelbaar onderwijs. Is wiskunde dan een kunstmatige taal, zoals Esperanto? Welnee, want met wiskunde kun je niet eens hallo zeggen of vloeken – toch de eerste dingen die je leert in een nieuwe taal.

Wiskunde wordt niet alleen een taal genoemd, maar een uiterst precieze en elegante taal. Is wiskunde misschien een formele taal? Toch niet, het is precies andersom: wiskunde en logica kun je gebruiken om formele talen te beschrijven; wiskunde zelf kun je echter niet bedrijven zonder gebruik te maken van een gewone taal, zoals het Nederlands. Sla er gerust een wiskundeboek op na: er staan weliswaar veel formules in, maar die worden met elkaar verbonden door zinnen in het Nederlands, Engels, of Russisch, of in welke taal het boek ook is opgesteld.

Meetkundig bewijs met Chinese tekens.Een Chinese wiskundeprofessor zal in een Nederlandstalig handboek over zijn of haar vakgebied de belangrijkste stellingen vast herkennen, louter aan de gebruikte symbolen, maar een Vlaamse wiskundestudent heeft niets aan een Chinees handboek, omdat hij of zij de uitleg tussen de formules weldegelijk nodig heeft om het vak te leren. De zinnen tussen de formules zijn meer dan bindtekst, want ook binnen bewijzen staan er belangrijke toelichtingen.

Sommige stellingen worden met behulp van computers bewezen (waarbij de term ‘formele taal’ nu wel van toepassing is). Een voorbeeld is de vierkleurenstelling, die zegt dat je slechts vier kleurpotloden nodig hebt om eender welke landkaart zo in te vullen dat aangrenzende landen een verschillende kleur hebben. Een computerbewijs lijkt een woordenloze aaneenschakeling van symbolen. Toch vergt het heel wat ondersteuning door woorden: hoe werkt het algoritme en wat betekenen de symbolen? Zonder deze toelichting is het bewijs in feite onvolledig.

Kortom, wiskunde is volgens mij geen taal. Het is veeleer een toevoeging bij onze natuurlijke taal, net zoals een arts anatomische termen leert. In het geval van medisch Latijn is het duidelijk dat het geen op zichzelf staande taal is, maar slechts een uitbreiding ervan.

Ambiguïteit: wat gebeurt in Vaagheid blijft in Vaagheid.Natuurlijke talen zijn notoir ambigu: hetzelfde woord kan meerdere betekenissen hebben. Neem het woord ‘monster’: in een sprookjesboek verwijst het naar een draak of hellehond, maar in het laboratorium verwijst het naar een specimen. Voor de triviafans is het leuk om te weten dat beide betekenissen aan elkaar verwant zijn: beide gaan terug op ‘monstrare’, het Latijn voor (aan-)tonen. Terwijl het wetenschappelijke monster gebruikt wordt om moeizaam één of andere eigenschap aan te tonen, toont het sprookjesmonster zijn kwaadaardige natuur meteen, want in sprookjes geldt: ‘lelijk = slecht’.

Het voordeel van een vaktaal is dat de context meteen duidelijk is, maar het nadeel is dat de betekenis voor niet-ingewijden niet meer transparant is. Dat is hoe ik wiskunde zie: een uitbouw aan onze taal, die troebel lijkt van buitenaf, maar die helder wordt als een kristallen paleis zodra je er naar binnen durft. Een sprookje dat maar één wet volgt, namelijk: ‘mooi = goed’.

~

Aanvulling (januari 2016):

Zo kan je vloeken in wiskunde! :-)

Over fractals, Engelse gotiek en een dwaaltuin

Het paleis van Blenheim is een voorbeeld van de Engelse Gotiek.Fractals zijn figuren waarvan de onderdelen op het geheel lijken. De takken van een boom lijken bijvoorbeeld op een verkleinde kopie van de volledige boom. Bij een wiskundige fractal blijf je steeds structuren vinden die op het geheel lijken, hoe ver je ook inzoemt. Daar houdt de gelijkenis met een boom op: een blad lijkt (vaak) wel op een miniatuurboompje (met het steeltje als stam en het blad zelf als kruin), maar als je verder inzoemt kom je bij cellen, moleculen en uiteindelijk atomen uit, die niet op bomen lijken. Dit belet niet dat het leuk is om in de natuur of in de stad op zoek te gaan naar fractalachtige planten en gebouwen.

Naast twee zich wild vertakkende bomen, heb ik in Oxford ook fractalachtige architectuur gevonden, met dank aan de Engelse gotiek. De foto linksboven is een zicht op All Souls College, gezien vanaf Queen’s Lane. (Dit is dus eigenlijk nog maar de achterkant van het gebouw!)

Het paleis van Blenheim is weliswaar ook een voorbeeld van de Engelse gotiek, maar ik heb er helaas geen overtuigende fractals in kunnen ontdekken. Het paleis staat in Woodstock (nabij Oxford) en werd in 1705 opgericht door Koningin Anna ter ere van John Churchill, beter bekend als de eerste Hertog van Marlborough. Deze hertog had het commando gevoerd in de Slag bij Blenheim en daar een overwinning behaald voor de Engelsen en hun alliantie. In de tuinen van het paleis ligt er tegenwoordig een mooi haagdoolhof: het Marlborough Maze. Een ‘maze‘ is echt een doolhof en geen labyrint, dus je kunt er wel degelijk in verdwalen. Een doolhof is géén fractal en gelukkig maar, want anders zou je er nooit uitgeraken!

Fractals in Oxford

Bovenaan links: de fractalachtige omtreklijn van de achtergevel van het All Souls College komt extra duidelijk uit bij tegenlicht. Bovenaan rechts en onderaan links: sommige bomen vertakken zich als wilde fractals, haast zonder zich iets aan te trekken van de zwaartekracht. Onderaan rechts: gelukkig was dit doolhof géén fractal.

De foto van het haagdoolhof (rechtsonder) is gemaakt vanop één van de twee bruggen, die ook dienst doen als uitkijkposten. Daarop kun je je route vrij efficiënt plannen. Natuurlijk zou je vooraf een satellietfoto van het doolhof kunnen opzoeken om daarop je weg uit te stippelen. Je kunt de route dan zelfs met een computerprogramma uitdokteren: met Mathematica bijvoorbeeld, of een ander programma dat overweg kan met grafen. Op een satellietfoto kun je echter moeilijk de bruggen van een gewoon pad onderscheiden, waardoor je oplossing in realiteit mogelijk niet zal werken.

Vóór het doolhof staat er een grondplan waar ik onderstaande foto van gemaakt heb; de hagen corresponderen met de groene lijnen op het plan. De andere kleuren helpen niet om je weg te vinden – in tegendeel – en dienen enkel om de figuur, die in het grondplan verwerkt zit, duidelijk te maken: een kanon met kogels, twee trompetten en een banier. (Deze heldhaftige symboliek verwijst natuurlijk weer naar de overwinning van de Hertog van Marlborough in de Slag bij Blenheim.) Op de foto heb ik de bruggen aangeduid met gele B’s. Op die posities kun je dus wel van boven naar onder lopen op de kaart, of van links naar rechts, maar niet ‘afslaan’.

Als je een satellietfoto hebt en weet waar de bruggen zijn, dan kun je inderdaad Mathematica gebruiken om de kortste route te vinden. Ik heb deze website maar achteraf gevonden, maar het lijkt goed overeen te komen met de route die we zelf gevolgd hebben. Deze oplossing is dus proefondervindelijk geverifieerd. ;-)

Marlborough Maze.

Foto van het grondplan voor het Marlborough-doolhof. De gele B’s geven de posities van de twee bruggen aan. Bij het gele sterretje staat er wel een groen lijntje, maar op de corresponderende plek in het doolhof is er daar toch een doorgang.

Als je in plaats van een satellietfoto bovenstaand grondplan zou gebruiken om je route vooraf te plannen, heb je alsnog een probleem: hierop staat er namelijk op een cruciale plek een barrière aangegeven, waar er in werkelijkheid geen haag staat; daar heb ik een geel sterretje toegevoegd op de foto. Met deze extra barrière erbij zou het doolhof geen oplossing te hebben.

Conclusie: in een doolhof moet je vooral gewoon zelf ronddwalen en dan maar hopen dat de ontwerper geen fan was fractals.

Aanvulling (24 november 2011):

Ik heb het grondplan op de foto nog eens goed vergeleken met een recente satellietfoto (via Google Maps) en er ontbreken nóg twee hagen. Tja, op die manier wordt het moeilijk om nog echt te verdwalen… Op de afbeelding hieronder heb ik de drie verschilpunten aangeduid met groene sterretjes. Ik vraag me af of er daar nooit haag heeft gestaan, of dat de haag op die plaats pas na verloop van tijd verwijderd is en waarom dan. Danny lanceerde de hypothese van een tuinman die het zat was om altijd om te moeten lopen. Ook lijkt het me leuk om een filmpje te zien van een haagdoolhof in de loop van de tijd: de haag wordt natuurlijk dikker en dunner in de loop van het jaar en lijkt te ‘ademen’, maar ook kan ik me zo voorstellen dat het oorspronkelijk ontwerp geleidelijk verloopt, doordat hoeken anders worden afgerond en dergelijke.

Marlborough Maze.

Satellietfoto van het Marlborough-doolhof: op de plaats van de groene sterretjes staat er geen haag, terwijl er daar wel een versperring wordt aangegeven op de plattegrond. De middelste haag zou weinig verschil maken, maar de twee andere zitten op cruciale plaatsen in het parcours. (Bron: Google Maps.)

En zo is jaren “Zoek de 8 fouten” spelen in de krant (op cartoons van Laplace) toch nog ergens goed voor gebleken. ;-)