Tag Archief: optica

Interferentiekleuren pastaketel: ook in Brazilië

[Diverse updates onderaan dit bericht; laatste van zondag 27 september.]

Herinnert u zich deze nog, nog, nog? In 2011 schreef ik een blogpost over de interferentiekleuren die op de bodem van de ketel verschijnen na het koken van spaghetti. Deze kleuren wijzen erop dat er zich een dunne film op de bodem van de ketel bevindt. Wat voor laagje dat dan zou zijn, daar was ik toen nog niet helemaal uit, maar ik had wel enkele hypotheses:

  • een component van de pasta zelf, zetmeel bijvoorbeeld
  • olie, net zoals wanneer je olie op straat ziet
  • zout, dat voor natriumoxide zorgt (bron)
  • een oxide van de ketel zelf (bron)

Toen ik mijn eerste FameLab-presentatie voorbereidde, was ik aanvankelijk van plan om zo’n ketel als attribuut te gebruiken. Een visueel vertrekpunt om interferentiekleuren uit te leggen. Maar uiteindelijk was ik bang dat niet iedereen hier al ooit op gelet had en dat het door de afstand en de spots ook niet duidelijk genoeg te zien zou zijn tot in de zaal. Dus hield ik het bij zeepbellen.

Maar ondertussen had ik wél opnieuw gezocht naar de precieze verklaring van de laag en raakte ik ervan overtuigd dat het om een laagje oxide van de ketelbodem gaat.

Interferentiefilm.

Interferentiefilm op de bodem van een ketel na het koken van dunne pasta of mie.

Hopelijk kennen jullie al de geweldige website van Les Cowley: Atmospheric Optics (AtOptics), waar vorig jaar mijn foto van een babyoog mocht staan als foto van de dag. Vandaag stond er op die voorpagina een foto van interferentiekleuren in een waterkoker, getiteld Pasta film en gemaakt door een fysicus uit Brazilië, Mário Freitas.

Bij de beschrijving wordt gesuggereerd dat de dunne film op één of andere manier door zetmeel wordt veroorzaakt, omdat het verschijnsel niet optreedt bij het koken van groenten en bij pasta wel. Aangezien ik hier inmiddels anders over denk, stuurde ik mailtje naar  Les en Mário. (En Les heeft al positief gereageerd dat hij er zelf ook nog eens verder naar gaat kijken zodra hij tijd heeft.)

Dit is een vertaling van de observaties en bronnen die ik in die e-mail heb vermeld:

  • Ik heb dit verschijnsel -weliswaar zelden- ook gezien na het koken van sommige groenten (één keer bij broccoli schorseneren), maar NOOIT bij aardappelen, wat niet compatibel lijkt met de zetmeel-hypothese.
  • Het gebeurt vaak met bepaalde ketels en nooit met andere, dus het hangt op zijn minst deels af van het materiaal van de ketel, wat compatibel is met de oxide-hypothese.
  • De belangrijkste opmerking: vergelijk de kleuren eens met temperkleuren van staal (Engelse wiki en Nederlands); van staal is bekend dat het een dun oppervlakte-oxide vormt. Bekijk ook deze demonstratie voor de relevante kleuren (geen spectraalzuivere kleuren zoals in een regenboog).
  • Het patroon blijft intact als je de ketel met zeepsop afwast, maar kan verwijderd worden met een druppel koude azijn (hetgeen azijnzuur bevat). Misschien ook gerelateerd zijn deze schoonmaaktips.
  • Tot slot vond ik nog een bron uit 1840, waarbij het gaat over een koperen theeketel en opnieuw kleuren door een oxide, dat ontstaan door tempering door de hitte.

Kortom, op dit moment denk ik dat de kleuren te wijten zijn aan een dunne laag oxide, te vergelijken met (of mogelijk identiek aan) temperkleuren. Ik denk dat de kleurvariaties te maken hebben met het verschil in temperatuur in water in vergelijking met in pasta, wat zou kunnen leiden tot verschillen in de dikte van de oxidelaag.

Mij is het wel nog steeds niet helemaal duidelijk wanneer precies de patronen ontstaan: al tijdens het koken, of pas bij het afgieten – wanneer de nog hete (maar niet overal exact even hete) ketelbodem plots in contact komt met de koudere lucht? Ik vermoed het laatste en dit heb ik ook al proberen testen, maar tot op heden tevergeefs (mede omdat het kleurpatroon sowieso niet zichtbaar is als je er water over giet).

Bedenkingen en observaties uit uw eigen keuken meer dan welkom!

Belangrijke aanvulling:

Toen ik mijn eerste e-mail stuurde meende ik me te herinneren dat ik het effect een keer had gezien bij broccoli, maar nu ben ik daar niet meer zeker van. De enige relevante foto die ik heb teruggevonden is namelijk van een ketel waar schorseneren in gekookt waren. Schorseneren bevatten geen zetmeel, maar wel een ander polysacharide, namelijk inuline. Hiermee wint de zetmeel-hypothese (in het geval van pasta dan) dus toch weer aan geloofwaardigheid.

Interferentiefilm.

Interferentiefilm op de bodem van een ketel na het koken van schorseneren. Deze bevatten geen zetmeel, maar wel inuline.

Tweede aanvulling (21u):

Nog een aanwijzing die toch in de richting van zetmeel wijst: deze website over microscopie van Olympus.

“Because carbohydrates in potato starch grains display an ordered lamellar molecular structure, portions of the grains (and in some cases, the entire grain itself) are birefringent and absorb the polarized wavefronts that leave the condenser Nomarski prism and pass through the specimen. As a result, the potato starch grains observed in DIC microscopy exhibit interference colors and the characteristic Maltese cross patterns (originating from the crossed polarizers), which are typical of birefringent anisotropic specimens having spherical symmetry (Figure 6(b)).”

Maar waarom we het dan uitgerekend bij aardappelen nooit zien, dat is me vooralsnog een raadsel.

Aanvulling 27 september:

In een Twitter-bericht laat fysicus Philippe Smet weten dat er wél dit soort kleuren te zien zijn na het koken van aardappels.

Bij nader inzien koken wij bijna altijd bloemige aardappels, waardoor de laag onderaan de ketel waarschijnlijk gewoon te dik wordt om dit effect nog te zien.

Op dit moment ligt de zetmeel-hypothese dan toch aan de leiding! (Het is natuurlijk ook mogelijk dat zowel oxidatie als zetmeelafzetting kunnen optreden en tot mooie kleuren leiden.)

Zomerbeelden (1/2)

Volgende week beginnen de herexamens, dus de zomervakantie zit er nu echt wel op voor academici. Als student heb ik er altijd alles aan gedaan om geen herexamens te hebben (wat ook altijd gelukt is) in de (toen nog stille) hoop ooit prof te worden. En nu dat gelukt is heb ik ieder jaar “tweede zit”. O ironie! :)

Vorig jaar maakte ik al eens een zomercollage. Vandaag negen verse zomerfoto’s, binnenkort nog een paar.

Draak.

Wij vonden de draak bij Sint-Michiel helemaal kawaii (Sint-Michielskerk, Gent).

De voorbije weken is het niet gelukt om helemaal niets werkgerelateerds te doen, maar we leefden wel duidelijk aan een veel rustiger tempo. En er was zeker tijd voor ontspanning. Een onvolledig overzicht:

Genste Feesten.

Genste Feesten 2015: linksboven experimenteren met lucht op MiraMiro; rechtsboven figurentheater; linksonder poetry-slam in “het Toreken” (poëziecentrum bij de Vrijdagsmarkt); rechtsonder verse graffiti spotten.

  • We gingen naar de Gentse Feesten: enkele dagen met ons zoontje en enkele dagen met twee. We genoten zoals steeds van de gekke drukte en dit jaar in het bijzonder van het puppetbuskersfestival en MiraMiro, een poetry slam en een voorstelling van Philippe de Maertelaere in theater Tinnenpop (“Leve papa, Caveman wordt vader”).
  • Ik maakte regelmatig een tekening van mijn huisgenoten (zoals aangekondigd bij het begin van de vakantie).
  • Er stond een zwembadje in onze tuin. We gingen ook naar het zwembad.
  • Mede dankzij de wolken was er wederom heel wat mooie hemeloptica te zien (zie eerder).
  • We spraken af met lieve vrienden die we al te lang niet hadden gezien. Het regende, maar binnen kan je ook picknicken. :-)
Wolken.

Wolken. Boven: een kring rond de maan (links) dat kan nog gaan, maar een kring rond de zon (rechts) is water in de ton. Linksonder: het Belfort prikt een gat in de wolken. Rechtsonder: gedeeltelijke dubbele regenboog.

Volgende keer nog een paar zomerbeelden!

Wolkenfoto’s met halo’s en iridescentie

Op een grijze dag als vandaag mis ik niet zo zeer de zon, maar wel mooi afgelijnde wolken! Gelukkig hebben we de foto’s nog. ;-) De voorbije tijd heb ik een paar mooie foto’s gemaakt van wolken en halo’s. Ik heb ze wel al gedeeld op Twitter, maar wil ze ook op mijn blog plaatsen.

Op een zondag in mei zag ik deze zonsondergang met twee sundogs (links en rechts van de zon) en een upper tangent arc (erboven).

Zonsondergang met halo's.

Zonsondergang met halo’s. (Tweet.)

Zonsondergang met halo's.

Detail van de upper tangent arc. (Tweet.)

Op een ochtend in juli leek het of de Maan een herderhonds was die de schapenwolken op grootte had gesorteerd. :-) De dag nadien was er een uitzending van Weetikveel op Radio 1 over wolken met Jill Peeters. Daarin leerde ik onder andere dat er regen te verwachten is als je de condenssporen van vliegtuigen (contrails) ziet uitwaaieren. Die waarneming heb ik dit weekend getest: zaterdag was een stralende zomerdag, maar de vliegtuigstrepen waaierden uit en zondag regende het inderdaad.

Wolken.

Ochtend met Maan en schapenwolken. (Tweet.)

Zaterdagavond bezochten we het tijdelijke labyrint bij C-Mine in Genk (oude steenkoolmijnsite van Winterslag; het labyrint is er nog tot eind september). Ook daar waren er mooie wolken en halo’s te zien. Op de eerste foto zie je een sundog, terwijl de zon door de spijlen van de schachtblok schijnt.

Wolken.

Zonsondergang met halo. (Tweet.)

Danny maakte me attent op de wolk onder de zon, die mooie iridescentiekleuren vertoonde. Wat later zagen we deze pastelkleuren ook in de wolken naast de zon.

Voor meer plaatjes van iridescente wolken en corona’s (iridescente banden rond de zon), zie Atmospheric Optics.

Wolken.

Zonsondergang met iridescente wolken. (Tweet.)

Wolken.

Zonsondergang met iridescente wolken (corona) en een duif. De zon zit hier achter de peiler van de schachtblok.

Op weg naar huis maakte ik nog een foto van de halo’s (gemaakt vanop dezelfde plaats als de foto uit mei waarmee dit bericht begon).

Wolken.

Zonsondergang met halo’s.

Help, ik zie overal fysica! (FameLab)

Mijn presentatie voor de FameLab heat in Gent ging over licht en kleuren. Omdat ik geen video heb van die avond, heb ik besloten om de vorige presentatie zelf eens op te nemen. Zonder trillende handen deze keer. ;-)

Het resultaat zie je hieronder: een filmpje met drie minuten over optica (in het Engels).

Dit zijn de tien finalisten die aantreden bij de nationale finale in Leuven. Daar zal ik trouwens een volledig nieuwe presentatie geven. :-)

Wil je erbij zijn op dinsdag 12 mei (18u STUK)? Dat kan! Het is gratis, maar je moet je wel aanmelden op de website. (De hele voorstelling is het Engels.)

FameLab – verslag deel 3

Ik schreef al over de preselectie voor FameLab en mijn deelname op het podium in Gent. Daarna mocht ik meedoen aan een MasterClass over wetenschapscommunicatie.

De MasterClass

De acht finalisten uit Gent mochten samen met twee finalisten uit de heat in Namen een MasterClass volgen. Deze tweedaagse vond vorig weekend plaats in The Leuven Institute for Ireland in Europe. Een verborgen pareltje in het centrum van Leuven met binnenpleinen en -tuinen.

Binnenplein.

Binnenplein.

Onze trainer was Timandra Harkness en ze zorgde ervoor dat het weekend een topbelevenis werd! We kregen van bij het begin kleine opdrachten en gaven elkaar voortdurend feedback. We leerden er onder andere vijf manieren om een verhaal te beginnen. De eenvoudigste tip was – en ik denk dat ik er hier wel eentje mag prijsgeven – letterlijk beginnen met: “Dit is een verhaal over…” Een aantal van ons mochten het meteen uitproberen en inderdaad: het werkte. :-) Het was lang geleden dat ik nog eens zo intensief met creatieve dingen bezig heb kunnen zijn. Het was ook fijn om tijdens de pauzes de andere deelnemers te leren kennen.

Na de eerste dag nam ik de trein terug richting Gent. Ik zag een halo naast de ondergaande zon. Ook toen de zon onder was bleef de inspiratie maar kolken waardoor ik nauwelijks kon slapen.

Hallo, halo.

Hallo, halo!

Zonsondergang Gent (West).

Zonsondergang Gent (West)

Zonsondergang Gent (Oost).

Zonsondergang Gent (Oost)

De tweede dag kregen we informatie over omgaan met journalisten en media en dit rechtstreeks van de bron: VRT-journalist Katleen Bracke. Daarna deden we een opdracht waarbij we per twee een alternatieve versie gaven van de presentatie van een andere deelnemer. Dat was bij momenten hilarisch! :-D Hieronder een foto van de voorbereiding, gemaakt door onze docent Timandra.

Duo-opdracht in voorbereiding.

Duo-opdracht in voorbereiding. (Bron foto.)

Tot slot nog een groepsfoto van de tien deelnemers aan de MasterClass en Timandra.

Groepsfoto Famelab 2015 MasterClass in Leuven.

Groepsfoto Famelab 2015 MasterClass in Leuven. (Bron foto.) Van links naar rechts: Sylvia, Niek, Ehsan, Ben, Timandra (onze trainer), Hetty, Laurent, Daniel, Katrien, Francesco en Sébastien.

We zien elkaar terug op 12 mei (op mijn verjaardag!) voor de finale in het STUK in Leuven. Wil je erbij zijn? Dat kan! Het is gratis, maar je moet je wel aanmelden op de website. (De hele voorstelling is het Engels.)

Aanvulling (10 juni 2015)

Nee, ik heb niet gewonnen.

De nationale finale is gewonnen door Hetty Helsmoortel met een Griekse tragedie waarin ze opriep voor Open Science. De publieksprijs ging naar Daniel Pérez met een presentatie over supergeleiders.

Hetty verdedigde intussen de Belgische kleuren bij de internationale FameLab rondes in Cheltenham (UK) (hier is haar act te herbekijken). Helaas mocht ze niet meedoen aan de allerlaatste finale ronde (hier te herbekijken), die gewonnen werd door Oskari Vinko.

Hier zie je enkele foto’s van de nationale finale in Leuven.

Hieronder een filmpje met impressies van de heats (voorrondes in Gent en Namen) en de nationale finale in Leuven.

Als je overweegt om bij een volgende editie mee te doen: niet twijfelen, maar doen!

Het was een top ervaring. :-)

FameLab – verslag deel 2

In het vorige bericht schreef ik al over de preselectie van FameLab, die achter gesloten deuren plaatsvond. ’s Avonds was het tijd om het publieke podium te betreden.

De show

De avondshow in Gent werd gepresenteerd door Lieven Scheire. De vijftien deelnemers zaten in alfabetische volgorde op de eerste rij in de zaal. Dat kan je zien aan het standpunt van waaruit de foto hieronder gemaakt is: ik was voorlaatste aan de beurt en zat dus rechts vooraan, vlak aan de deur.

We hadden elkaars audities niet gezien, dus het was ook voor de deelnemers een verrassing waar het over zou gaan en hoe de onderwerpen aangebracht zouden worden. Het was heel inspirerend om zo veel jonge onderzoekers op een creatieve en enthousiaste manier over hun onderzoeksdomein te zien praten. Er waren leuke weetjes en diepe inzichten. Er mocht al eens gelachen worden, maar er waren ook kippenvelmomenten.

FameLab 2015 heat Gent.

FameLab 2015 heat Gent.

Tijdens mijn eigen presentatie stond ik opnieuw – en opnieuw tot mijn verbazing – zichtbaar te trillen bij het bellen blazen. Kinderspel, behalve als je nerveus bent blijkbaar. ;-) De rest van de presentatie verliep zoals ik had gepland. Hieronder zie je een foto vanuit het perspectief van de jury, die mee op het podium zat.

FameLab 2015 heat Gent.

FameLab 2015 heat Gent. (Bron foto.)

De uitslag

Tijdens de receptie werden er acht namen bekend gemaakt van mensen die mogen meedoen aan de nationale finale en ik was erbij. Hieronder zie je een foto van deelnemers en juryleden.

FameLab 2015 heat Gent.

Deelnemers en jury van FameLab 2015 heat Gent. (Bron foto.)

Tijdens de receptie was het ook mogelijk om een foto van jezelf te maken met een IR-camera (een opstelling van LumiLab, de onderzoeksgroep van jurylid Philippe Smet aan de UGent): een IR-selfie dus. Je kreeg er een URL bij waar je de foto kon downloaden.

IR-selfie.

IR-selfie. (Bron foto.)

De winnaar mochten meedoen aan een MasterClass. Daarover morgen een verslagje.

FameLab – verslag deel 1

Vorige week donderdag deed ik mee aan de preselectie voor FameLab: een internationale wedstrijd voor wetenschapscommunicatie met nationale voorrondes. (Het wordt georganiseerd door het British Council en de finale is altijd in Engeland.) Jonge onderzoekers moeten er in drie minuten een wetenschappelijk concept uitleggen voor een algemeen publiek (in het Engels). Gelukkig is ‘jong’ bij FameLab een ruim begrip: je moet onder de 40 zijn, waardoor ik dus nog mee mag doen. :-)

Een knoop wordt doorgehakt

Terwijl FameLab in sommige landen al een vaste waarde is, was er pas vorig jaar voor het eerst een Benelux-editie. Ik werkte toen nog in Nederland en overwoog ook toen al om mee te doen, maar het was een heel drukke periode (solliciteren en de knagende onzekerheid, weet je wel) en ik besloot het een jaar uit te stellen. Natuurlijk was het dit jaar ook druk (nieuwe baan en nieuwe vakken, weet je wel), maar ik besefte dat het wellicht nooit echt goed zou passen in mijn agenda.

Dus, hop, dit jaar schreef ik me in.

Affiche FameLab 2015 heat Gent.

Affiche FameLab 2015 heat Gent. (Bron affiche.)

Het onderwerp

Ik wilde het te hebben over optica (tevens een veelvoorkomende tag op mijn blog) en maakte in Mathematica een ontwerp met golflengtes die in de juiste verhouding en in de juiste kleur worden weergegeven. Een regenboog bestaat uit een continuum aan kleuren, maar ik koos er zeven golflengtes uit die overeenkomen met de zeven ’traditionele’ regenboogkleuren. (ROGGBIV; ingevoerd door Newton om redenen die eerder mystiek dan strikt wetenschappelijk te noemen zijn!) Het plan was om dit patroon op mijn kleren te strijken, maar uiteindelijk maakte ik er geen gebruik van.

Golflengtes en regenboogkleuren.

Golflengtes en regenboogkleuren: Mathematica-code beschikbaar op verzoek.

De locatie

Er waren twee zogenaamde heats in België: één in Namen en één in Gent. Ik deed mee in Gent. Aangezien er meer kandidaten waren dan er in de publieke avondshow pasten, was er eerst een preselectie. Deze vond, net als de avondshow, plaats in Het Pand in Gent.

FameLab preselectie.

FameLab preselectie in Het Pand.

Het was een stralende dag en de tuin van Het Pand lag er toverachtig bij.

Zicht op de tuin.

Zicht op de tuin van Het Pand.

Het attribuut

Bij FameLab mag je geen computerdia’s gebruiken, maar je mag wel een ander attribuut kiezen, op voorwaarde dat je het zelf het podium op kan dragen. Het concept dat ik wilde uitleggen was “interferentiekleuren“. Ik stak dus een flesje bellenblaas in mijn zak voor een live demonstratie. Hierdoor kon ik tijdens het wachten ook zeepbellen blazen vanuit het raam boven de tuin. :-)

Zeepbellen bij Het Pand.

Zeepbellen bij Het Pand.

De zenuwen slaan toe!

Tijdens het wachten maakte ik kennis met een Franstalige bioloog die het over groepsgedrag bij dieren zou hebben. Ik was als eerste aan de beurt voor de audities en daar gebeurde iets dat ik ab-so-luut niet verwacht had: ik was zenuwachtig! Dat is vrij ironisch aangezien één van de meest gelezen pagina’s op mijn blog gaat over zenuwen bij presentaties – zo zie je maar. Verder geef ik twee keer per week les aan een groep van meer dan honderd studenten, dus ik ben echt wel gewoon om voor publiek te spreken, en toch stond ik daar voor een jury van een zestal mensen met trillende handen. Dat was moeilijk te verbergen bij het bellen blazen… Bovendien was mijn praatje klaar in 2 minuten en een half, dus het had ook wel iets rustiger gemogen. ;-) Ondanks alles was de reactie van de jury wel zeer positief.

Het zou nog enkele uren duren voor alle kandidaten voor de jury waren verschenen en de selectie voor de avondshow bekend gemaakt zou worden. Er werden vijftien mensen geselecteerd en ik was erbij.

(Binnenkort het vervolg.)

Nieuwsflits: Opticafoto van de dag

Toen mijn zoontje twee maand oud was, maakte ik een foto van zijn oog. Daar maakte ik toen dit fotoraadsel van: de vraag was hoe de regenboogkleurige ‘wolken’ ontstonden. De oplossing stond hier.

Deze foto is nu de “opticafoto van de dag” (“Optics Picture of the Day “) op de website van Les Cowley, “Atmospheric Optics“. Meestal staan er foto’s op van atmosferische verschijnselen, zoals regenbogen en halo’s, maar mijn binnenhuisopname haalde de selectie dus ook. :-)

Dit is een permanente link naar de pagina, dit is het huidige beeld van de dag en dit is de volledige lijst met voormalige dagfoto’s.

Beeld van de dag.

Opticafoto van de dag.

Les Cowley beschrijft de opname als volgt:

“Babyoog ~ De dunne traanfilm over een helder babyoog reflecteert de wereld en voegt een laag interferentiekleuren toe. De pupil is donker, ondoorgrondelijk, de wereld absorberend en lerend. De blauwe iris, mysterieus.

Sylvia Wenmackers nam een foto van haar zoon toen hij net iets meer dan twee maand oud was.”

(Dat is althans mijn vertaling van zijn tekst: “Baby’s Eye ~ The thin tear film over a baby’s clear eye reflects the world and adds a layer of interference colours. The pupil is dark, imponderable, absorbing all the world and learning. The blue iris, mysterious. Sylvia Wenmackers pictured her son when he was just over two months old.“)

Daaronder geeft hij nog wat uitleg over de optica: hoe interferentiekleuren ontstaan, wat de iris is en waarom die bij de meeste baby’s blauw is. (Een korte versie dus van wat ik in de oplossing van het fotoraadsel beschreef.)

Uiteraard ben ik Les Cowley dankbaar om mijn foto in zijn collectie op te nemen. Verder wil ik ook Drabkikker bedanken omdat hij me in een reactie attent maakte op Cowleys mooie website, waarna ik besloot om zelf ook eens een foto in te zenden.

Stralend blauwe hemel

Dit stukje is in licht gewijzigde vorm als een column verschenen in Eos.
(Jaargang 31, nummer 7/8.)

Stralend blauwe hemel.Als je deze zomer op een terras zit, doe dan eens die zonnebril af en kijk naar een punt in de blauwe lucht. Richt je aandacht op wat je rond dit punt ziet. Na een tijdje merk je waarschijnlijk heldere puntjes op, die even oplichten en weer verdwijnen. Net vuurvliegjes, maar dan overdag. Dat is het fenomeen van Scheerer.

Sommige mensen zien de stipjes spontaan. In het liedje “I see you” uit 1992 vraagt Juliana Hatfield zich af wat ze in haar ooghoek ziet wegschieten als ze naar de hemel kijkt. In het Engels heten de stipjes ‘sprites’, wat suggereert dat het een spiritueel verschijnsel is. Wetenschappers hebben echter aangetoond dat het hier om een entoptisch verschijnsel gaat: daarbij zie je iets dat zich in je eigen oog bevindt. Daarom worden de stipjes ook wel het entoptisch fenomeen van het blauwe veld genoemd. Als je corrigerende brilglazen of lenzen hebt, zul je merken dat je de stipjes even duidelijk ziet met of zonder deze hulpmiddelen.

Het gaat hier niet om de donkere, draadachtige vormen, die je vast wel eens gezien hebt als je naar een egaal oppervlak kijkt. Deze glasvochttroebelingen worden in het Engels ‘floaters’ genoemd, omdat ze traag met je oogbewegingen meedrijven. Net als de stipjes zijn ook floaters een entoptisch fenomeen: het gaat om eiwitten en cellen die zich in de geleiachtige massa van je oogbol bevinden. In feite zijn het kleine onzuiverheden, maar doordat ze zich pal voor je netvlies bevinden nemen ze toch een groot deel van je blikveld in. Je ziet de zwevers nog duidelijker als je op je rug in het gras gaat liggen en zo naar de lucht kijkt: niet omdat ze beter zichtbaar zouden zijn tegen een blauwe hemel, maar simpelweg omdat de structuren dan naar je netvlies zakken.

Wat zijn nu die heldere stipjes die je tegen een blauwe achtergrond ziet? Dat zijn witte bloedlichaampjes op je eigen netvlies! Als je één witte bloedcel op een schaaltje voor je neus zou krijgen, zou je die cel niet kunnen zien liggen, want de diameter ervan is zo’n tien micrometer (ongeveer tien keer kleiner dan de breedte van een haar). Maar in ons oog kunnen we deze cellen wel zien, omdat ze groter zijn dan de lichtgevoelige kegeltjes waar ze zich vlakbij bevinden.

Vóór de lichtgevoelige cellen van ons oog lopen er bloedvaten, die een schaduwpatroon op het netvlies veroorzaken. We zijn ons hier meestal niet van bewust, omdat onze ogen en hersenen dit patroon wegfilteren. (Hetzelfde geldt voor onze blinde vlek, die ook pal in ons gezichtveld zit.) De haarvaten op ons netvlies zijn grotendeels gevuld met rode bloedcellen, die vooral blauw licht absorberen. De witte bloedcellen zijn minder talrijk en grotendeels transparant voor blauw licht. Wanneer er een witte bloedcel door een haarvat passeert, valt daar tijdelijk minder schaduw op het netvlies. De achterliggende cellen, die aan de schaduw aangepast waren, worden dan tijdelijk overbelicht. Dit zorgt ervoor dat we de witte bloedcellen zien als helder oplichtende puntjes.

Ik zie, ik zie wat jij niet ziet.Om de stipjes te leren zien, kan het helpen om eerst je hartslag op te jagen, bijvoorbeeld door een stukje te rennen: zo neemt het geflits van de stipjes toe. Als het je dan nog niet lukt om de puntjes te zien, kan je eens naar een wetenschapsmuseum gaan. De opstelling is eenvoudig: een buisje om in te kijken, met achteraan een witte lamp en vooraan een blauwe smalbandfilter. Die filter laat precies dat deel van het spectrum door (rond 430 nanometer) waarbij het contrast tussen de rode en de witte bloedcellen optimaal is. Als het je één keer gelukt is om de krioelende puntjes te zien, lukt het je daarna vast ook in minder ideale omstandigheden.

Zelf zag ik het fenomeen van Scheerer voor het eerst tijdens een bezoek aan het Exploratorium in San Francisco, één van de leukste wetenschapsmusea ter wereld. Er staat ook een opstelling dichter bij huis: in het Palais de la Découverte in Parijs. In het Illuseum in Gent zijn er plannen voor een opstelling. In elk geval kan je daar advies vragen om de stipjes te zien en kan je er je eigen ogen op nog heel wat andere manieren bedotten.

Fenomeen van Scheerer.

Simulatie van het fenomeen van Scheerer of het entopisch fenomeen van het blauwe veld. (Bron afbeelding.)

Aanvullende links:

Wetenschapsmusea die mogelijk een opstelling hebben over het fenomeen van Scheerer:

  • Het Exploratorium in San Francisco (VS, Californië): wij waren er in 2009 en de opstelling staat nog steeds op de website. (In 2009 stond er nog op de website dat je met deze opstelling de rode bloedcellen kunt zien, maar deze fout is gelukkig rechtgezet.)
  • Het Palais de la Découverte in Parijs (Frankrijk): wij waren er in 2011, maar de opstelling wordt niet expliciet vermeld op de website en ik heb van de persdienst geen reactie gekregen op mijn vraag of die er nog steeds staat. :-( (In 2011 stond ook hier vermeld dat het de rode bloedcellen zouden zijn; vermoedelijk hebben ze het concept van de opstelling overgenomen van het Exploratorium.)
  • Het Technorama in Winterthur (Zwitserland): zelf ben ik er nooit geweest, maar de opstelling staat vermeld op de website. (Ook hier weer dezelfde fout: “a view of the pulsing red blood cells on your own retina”.)
  • Het Experimentarium in Kopenhagen (Denemarken): hoewel ik al in Kopenhagen ben geweest, heb ik het museum helaas nog niet bezocht. Volgens deze website was er wel een opstelling voor het fenomeen van Scheerer. Ik schrijf ‘was’ want de informatie is acht jaar oud en op dit moment is het museum tijdelijk verhuisd. Het is dus onduidelijk of de opstelling er nog staat.
  • Het Illuseum in Gent (België): wij waren er enkele jaren geleden (wanneer weet ik niet meer exact). Zij hebben vooralsnog geen opstelling over dit fenomeen, maar ze reageerden meteen enthousiast op mijn vraag. Misschien knutselen ze iets in elkaar. :-) In elk geval kun je daar terecht voor heel veel optische illusies en ze geven graag een woordje uitleg.

Voeren je vakantieplannen je in de richting van één van deze musea, laat me dan eens weten of de demonstratie er al dan niet staat. De naam van de opstelling is waarschijnlijk (een vertaling van) “Corpusculen in het menselijk oog”.

Traanfilm (oplossing fotoraadsel)

Bij mensen met een bleke oogkleur, kun je prachtig de structuur van de iris zien, zoals hier gefotografeerd door Suren Manvelyan.Het is een veelgehoord advies over babyverzorging: maak veel oogcontact met je baby, onder andere tijdens de voeding. Hier voeg ik graag mijn eigen advies aan toe: gebruik deze tijd eens om de oogkleur van je baby te bestuderen.

Vlak na de geboorte zijn de ogen van bijna alle blanke baby’s blauwgrijs. In een eerder blogbericht schreef ik al dat dit een “structurele kleur” is: de kleur wordt namelijk niet enkel bepaald door de aanwezige pigmenten, maar ook door verstrooiing van het invallende licht aan structuren in de iris. Als je aandachtig kijkt naar de ogen van een baby of van een volwassene met bleke ogen, kun je bovendien structuren in de iris ontwaren: dit is immers een spier, met een vezelachtige structuur, die zichtbaar is als kleine kleurvariaties. (Op de foto bij het fotoraadsel zie je bijvoorbeeld dat de iris bij ons kindje iets bleker is rond de pupil en iets donkerder blauw aan de rand ervan.)

Maar tijdens één van de voedingen zag ik dus nog iets anders en dat inspireerde me tot deze opgave voor een fotoraadsel:

Zittend voor het raam geef je de baby een flesje. In de ogen van het kindje zie je een weerkaatsing van het gebouw aan de overkant van de straat. Boven het gebouw drijven wolken voorbij: roze, groene en paarse wolken, die gaandeweg van kleur veranderen.

Je draait je om naar het raam om deze prachtige wolken te zien, maar de hemel is egaal blauw. Er is geen wolkje te zien.

Je kijkt terug naar de ogen van de baby en ja, hoor: de kleurrijke wolken zijn er nog steeds.

Rara, wat is er hier aan de hand?

Reflectie van gebouw in babyoog.

Reflectie van gebouw in babyoog. Rara, wat is er aan de hand met die kleurrijke wolken?

Je leest het antwoord na de vouw. (meer…)