Tag Archief: Verenigd Koninkrijk

Wetenschap maakt macht

Dit stukje is in licht gewijzigde vorm als een column verschenen in Eos.
(Jaargang 30, nummer 6, rubriek “Scherp gesteld”.)

Elio Di Rupo in labojas aan de UHasselt.Wat heeft Elio Di Rupo gemeen met Angela Merkel? Zijn politieke strekking is alvast geen juist antwoord, want Di Rupo is socialist en Merkel christendemocraat. Wel hebben deze Europese leiders allebei een doctorstitel in de wetenschappen op zak. Belgisch premier Di Rupo studeerde scheikunde aan de universiteit van Mons en behaalde ook een doctoraat in dit vakgebied. De Duitse bondskanselier Merkel studeerde fysica aan de universiteit van Leipzig en behaalde vervolgens een doctoraat in de kwantumchemie.

Wat heeft Angela Merkel gemeen met Margaret Thatcher, die op 9 april van dit jaar overleed? Je weet wellicht dat Thatcher de eerste (en vooralsnog enige) vrouwelijke eerste minister van Groot-Brittannië was en dat ze de bijnaam “The Iron Lady” kreeg. Merkel is de eerste vrouwelijke bondskanselier van Duitsland en zij wordt zelfs de Duitse Iron Lady genoemd. Op deze vraag zijn er dus veel goede antwoorden mogelijk.

Laten we het een beetje moeilijker maken. Wat had Margaret Thatcher gemeen met zowel Elio Di Rupo als met Angela Merkel? Het is een minder bekend aspect van Thatchers leven, maar net als Di Rupo en Merkel was ze wetenschapper van opleiding. In 2011 zette de Britse wetenschapshistoricus Jon Agar haar carrière als scheikundige op een rij in zijn artikel “Thatcher, Scientist”. Hieruit blijkt dat Margaret Thatcher (of eigenlijk Roberts, zoals ze voor haar huwelijk heette) gedurende vier jaar chemie studeerde aan de Universiteit van Oxford. Ze behoorde tot Somerville College, dat toen nog exclusief voor vrouwen was voorbehouden.

In die tijd was ook Dorothy Hodgkin aan Somerville College verbonden. Hodgkin was een chemica die röntgendiffractie gebruikte om onderzoek te doen naar de structuur van biomoleculen, zoals insuline, penicilline en vitamine B12. Ze zou voor haar werk de Nobelprijs Scheikunde ontvangen in 1964. Thatcher schreef haar afstudeerscriptie in het labo van Hodgkin gedurende het academiejaar 1946-’47. Daarbij deed ze onderzoek naar de kristallografische structuur van Gramicidine S (een antibioticacocktail).

Thatcher in het lab.Hoewel Thatcher al tijdens haar studies actief was in een conservatieve vereniging, bleef ze vooralsnog bij de wetenschap: ze werkte gedurende drie jaar voltijds op de onderzoeksafdeling van een bedrijf dat plastics produceerde, vermoedelijk aan de kwaliteitscontrole van het verlijmen van PVC met metaal. Daarna werkte ze als scheikundige in de voedingsindustrie aan verzepingsreacties. In 1951 hing ze haar labojas definitief aan de kapstok: ze was dat jaar gehuwd, haar politieke carrière liep steeds vlotter en daarom ging ze ook fiscaal recht bijstuderen.

Naar verluidt was Thatcher dol op de volgende anecdote over natuurkundige Michael Faraday (al is de herkomst van deze anecdote twijfelachtig). Toen de toenmalige minister van financiën Faraday ontmoette rond 1850, vroeg de minister hem of zijn werk aan elektriciteit ook nuttige toepassingen had. “Jawel, mijnheer”, zou Faraday gezegd hebben, “op een dag zult u er een belasting op heffen.”

Al deze bedenkingen over Di Rupo, Thatcher en vooral Merkel herinneren me aan een voorval dat ik zelf heb meegemaakt. Toen ik eens aan een Duitse arts vertelde dat ik fysica zou gaan studeren, reageerde hij met: “Aha, dan kun je nog in de politiek gaan.” Wat hebben quarks en de oerknal met politiek te maken, vroeg ik me verbaasd af.

Inmiddels begrijp ik zijn reactie beter, want blijkbaar stappen er in Duitsland inderdaad meer wetenschappers in de politiek dan in ons land. Merkel zelf spant natuurlijk de kroon, maar ook haar huidige minister van onderwijs en onderzoek, Johanna Wanka, is doctor in de wiskunde. (Wanka volgde in februari van dit jaar Annette Schavan op, die net daarvoor haar doctorstitel in de pedagogie had moeten inleveren, nadat een anomieme blogger plagiaat ontdekt zou hebben in haar proefschrift.)

Kennis mag dan macht zijn, de machthebbers in ons land hebben vooral kennis van recht en economie. Als je even stilstaat bij de enorme rol die wetenschap en technologie in ons dagelijks leven spelen – bijvoorbeeld in onze voeding, communicatie en energie – is een gebrek aan wetenschappelijke geletterdheid bij onze politieke leiders toch wel zorgwekkend. Misschien kan onze huidige premier meer wetenschappers inspireren om de stap te overwegen?

Aanvulling:

Twee dagen nadat ik mijn column had ingestuurd, verscheen er bij Wetenschap 101 ook een filmpje over dit onderwerp. Scooped! :-)

Graffiti in Bristol (deel 2/2): See No Evil 2012

See No Evil, editie 2012: graffiti-manifestatie in Bristol.Gisteren vertelde ik al over graffiti van Banksy en ROA in Bristol. Vandaag nog meer kleurrijke foto’s van bespoten muren.

Toen ik vorig jaar naar het station ging om weer naar Oxford te vertrekken, nam de bus een iets andere route dan op de heenweg. Deze route leidde langs Nelson Street waar ik me even in de graffiti-hemel waande: er stonden heel grote werken in knalkleuren. Ik haalde nog mijn camera boven, maar onderstaande foto – gemaakt op een grijze herfstdag en vanuit een rijdende bus – is slechts een fletse afspiegeling van wat ik daar allemaal zag. (Klik hier voor een veel duidelijkere foto!)

Bristol november 2011.

Bristol, november 2011: toen ik met de bus passeerde in Nelson Street waande ik me even in de graffiti-hemel.

Voor dit jaar was ik dus vast van plan om die buurt te voet te verkennen. Danny zag in het Metro-krantje op de trein dat er deze week een graffiti-festival gehouden werd in Bristol: “See No Evil” in Nelson Street, een vervolg op de succesvolle eerste editie van vorig jaar. Helaas kon ik de werken die ik in november gezien had dus niet meer gaan fotograferen: de meeste zijn overschilderd om plaats te maken voor nieuwe kunstwerken. Hieronder zie je een aantal uitzonderingen: deze grote stukken zijn (na publieksstemming) nog mogen blijven staan.

Werken van

Deze werken van “See No Evil” editie 2011 hebben het overleefd tot na de editie van 2012. Linksboven: de verfgietende man van Nick Walker. (De rode en zwarte lijnen onderaan zijn dit jaar toegevoegd door SheOne. Jammer, want zonder deze wirwar vond ik het grafisch sterker.) Rechtsboven: moeder en kind van El Mac uit LA. Leuk om te zien hoe een oud thema uit de schilderkunst nieuwe vorm krijgt. Linksonder: Tats Cru ‘The Mural Kings’. Rechtsonder: zwevende wolfsjongen van de Spaanse artiest Aryz.

Dan een voorsmaakje van de huidige editie. Het echte feest barst pas dit weekend los: dan kun je de nieuwe muren bewonderen terwijl DJ’s voor de bijpassende muzikale sfeer zorgen. Er wordt nog volop gewerkt, dus veel stukken zijn nog niet af, maar het is al duidelijk dat het weer een fantastisch geheel gaat worden.

See No Evil 2012.

See No Evil” 2012. Links: naast de verfgietende man verrees deze industriële fantasie van de Poolse graffiti-kunstenaar M City. Rechts: het motto van het festival, “See No Evil“, in Art Nouveau stijl van de hand van de curator, Inkie.

Het voordeel van iets te vroeg op de afspraak te zijn is natuurlijk dat je de kunstenaars zelf aan het werk kunt zien en iets meer inzicht krijgt in hoe ze zo’n groot oppervlak te lijf gaan.

See No Evil 2012.

See No Evil” 2012. Linksboven: een zeer fantasievolle en toch anatomisch correcte compositie in een samenwerking van Flying Fortress en Nychos. Rechtsboven: nog geen idee wat dit werk van de Duitse SatOne zal voorstellen als het af is, maar groot en zinderend van kleur wordt het alleszins! Linksonder: de Amerikaan Mark Bodé aan het werk. “Gooi nog maar een spuitbus, mannen*!” Rechtsonder: de Franse Raw Crew was nagenoeg klaar met hun stuk.

(*) Voor je denkt dat graffiti alléén een mannenzaak is: er staat ook een vrouw op de affiche (de Franse Kashink), maar ik heb haar niet zelf aan het werk gezien, dus heb ik ook geen foto’s om het te bewijzen. Ook aan het RWA, waar ik gisteren al over schreef, was een werk van een vrouw te zien: een beer van de hand van Deedee Cheriel.

Aan het kruispunt van Quay Street en Christmas Street ligt een Sint-Jan Baptistkerk. Onder de toren zijn er drie doorgangen: een bredere poort voor fietsers in het midden en twee smalle tunnels voor wandelaars ernaast. De muren van de voetgangerstunnels zijn beschilderd en deze recente aanvulling past er wonderwel, misschien niet zo zeer bij een kerk, maar wel bij de verweerde stenen van het oude gebouw.

Onder de kerktoren in Bristol...

Onder de kerktoren in Bristol… Links: Neptunus wenkt je de tunnel in. Rechts: deze versteende eenhoorn deed me denken aan het exemplaar op het Council House (foto gisteren).

Via deze tunnels kom je bij het tweede voltooide werk van “See No Evil” 2012: een spannend duel op zwart-wit tegels. Danny’s favoriet van de nieuwe editie was overigens het mechanische fantasiedier van PixelPancho.

See No Evil 2012.

See No Evil” 2012. Linksboven: Danny in de tunnel met uitzicht op alweer een indrukwekkend nieuw werk. Rechtsboven: het duel van de Ierse schilder Connor Harrington. (Zie hier voor een foto van schilderwerk aan de vloer.) Linksonder: dit schone fantasiebeest van PixelPancho was zelfs nog niet helemaal af! Rechtsonder: Bristol is een stad met behoorlijk wat hoogteverschillen. Als bewijs hier een uitzicht op Nelson Street.

Ook buiten de festivalzone zagen we nog enkele staaltjes straatkunst. We waren eigenlijk op zoek naar een Banksy in de buurt van het ziekenhuis, maar die blijkt verdwenen. In de plaats daarvan vonden we een koninklijk stuk van Incwel, getiteld “Still Sane“.

Bristol 2012.

Bristol 2012. Linksboven: Incwel voorziet hare majesteit van Bowie-make-up. Rechtsboven: reverse graffiti van een vliegende auto – sweet! Linksonder: deze roos groeit in een onopgemerkt hoekje. Rechtsonder: de kunstenaar van weleer werkte op doek dat nu in het stadsmuseum hangt; tegenwoordig werkt hij of zij op de muur langs de straat, maar de fascinatie met heldere kleuren en het scherpe oog voor maatschappelijke thema’s is hetzelfde gebleven. Toch?

Dit weekend gaan er ook studenten van de Universiteit van Bristol met spuitbussen aan de slag op “See No Evil” om zo hun onderzoeksonderwerp toe te lichten. Leuke actie! :-) Nog meer foto’s van “See No Evil” vind je hier (Flickr-groep) en hier (instagrams). Ook handig om je eigen bezoek te plannen als het festival weer om is: een interactieve kaart met de locatie van heel wat graffiti in Bristol.

Graffiti in Bristol (deel 1/2): van Banksy tot ROA

See No Evil, editie 2012: graffiti-manifestatie in Bristol.Op dinsdag werd er aan de Universiteit van Bristol een workshop gehouden over “historical counterfactuals“: dit zijn voorwaardelijke zinnen waarvan de voorwaarde niet waar is, maar wel iets uitdrukt dat op een bepaald moment in de geschiedenis mogelijk is geweest. Een voorbeeld: “Als de aarde niet om haar eigen as draaide, kenden wij geen dag- en nachtritme.” Filosofen en logici stellen zich de vraag hoe je kunt nagaan of en wanneer dergelijke zinnen waar zijn.

In mijn praatje lichtte ik toe hoe je infinitesimale kansen kunt combineren met modellen uit de modale en temporele logica waarin tijd als een zich vertakkende boomstructuur wordt voorgesteld. Vervolgens paste ik dit toe op een voorbeeld met oneindige lange rijen van muntworpen. Tot slot analyseerde ik dan enkele voorwaardelijke zinnen over deze muntworpenrijen.

Ik was al één keer eerder in Bristol geweest: in november 2011, tijdens mijn verblijf in Oxford, nam ik ook de trein naar Bristol om er een presentatie te geven. Door tijdsgebrek bleef mijn stadsbezoek toen beperkt tot een wandeling naar de Clifton Suspension Bridge: het was avond en de negentiende-eeuwse hangbrug van ingenieur Brunel leek onheilspellend te hangen over een kloof gevuld met het Absolute Niets.

Deze keer had ik mijn reisschema iets ruimer gepland om toch iets meer te kunnen zien van de achtste grootste stad van het Verenigd Koninkrijk (zesde grootste van Engeland). We kwamen zondagavond toe en hadden na de lange treinreis nog net genoeg fut voor een avondwandeling. De hangbrug lag er ditmaal zonovergoten bij en we konden zelfs het water van de rivier (de Avon) in de diepte zien stromen. Het was erg druk op de weide vanwaar je een panoramisch zicht hebt op de constructie. Er zaten groepjes mensen te picknicken en anderen stonden met grote camera’s op statief naar de brug gericht. Vlakbij zagen we kinderen spelen en van de rotsen glijden – blijkbaar een populaire bezigheid op deze plek, want de rotsen zijn er helemaal glad door afgesleten. Er heerste een soort festivalsfeer, maar er was geen plaats voor een podium.

We kwamen er pas de volgende ochtend tijdens het ontbijt achter dat het zondag de laatste dag was van een internationaal festival met heteluchtballons dat jaarlijks in Bristol wordt gehouden. Aha, dus vandaar de grote toeloop en al de camera’s! :-)

Bristol 2012.

Bristol. Linksboven: de tolbrug in Clifton (stadswijk in het noordwesten van Bristol). Rechtsboven: eenhoorn op het dak van het raadshuis (Council House). Linksonder: kinderen gebruiken de rotsen als glijbaan met uitzicht op de hangbrug. Rechtsonder: detail van de overkapping van een waterpomp.

Bristol is ook bekend vanwege zijn graffiti: sinds de jaren negentig is Banksy hier actief. Zijn stijl is heel herkenbaar: hoofdzakelijk zwart-wit met een beetje kleur, gebruik van stencils (naar verluidt slim gepikt van Blek le Rat) en vooral de satirische boodschap. Op een blinde gevel aan Park Street, schuin tegenover het Council House, vind je de naakte man die uit het raam hangt. Jammer genoeg is deze klassieker intussen met blauwe verf bekogeld, al zijn de vlekken buiten de beschilderde oppervlakken wel weer schoongemaakt. Banksy is bekend genoeg dat het stadsmuseum (Bristol City Museum and Art Gallery) in 2009 een tentoonstelling aan hem wijdde. Als aandenken staat er in de inkomhal van het museum een beeld van een engel met een pot roze verf over het hoofd en in de vaste collectie spotte ik nog een originele Banksy: een doek van het type dat speciaal wordt gemaakt voor graffiti-verzamelaars (bandwerk van het duurdere type).

Bristol 2012.

Banksy. Links: graffiti van Banksy aan Park Street. Rechtsboven: beeld van Banksy in de inkomhal van het stadsmuseum. Rechtsonder: doek van Banksy.

We zagen in Bristol nóg een bekende stijl: graffiti van grote beesten en skeletten in zwart-wit, dat moet ‘onze’ ROA zijn! Ik ken ROA niet persoonlijk, maar hij is afkomstig uit Gent en we zijn dus vertrouwd met zijn vogels op diverse plekken in de stad en met de buffel aan het Spaanskasteelplein. (Ze zijn even herkenbaar als maar wel compleet verschillend van de kleurrijke stijl van zowel Bue The Warrior als Chase “Remember who you are”.) Toen ik voor het eerst een werk van hem zag, deed het me denken aan een houtskooltekening vanop de tekenacademie. Ook het feit dat hij vaak skeletten afbeeldt doet me aan academisch werk denken. Daarmee bedoel ik helemaal niet dat het niet origineel zou zijn: hij verkrijgt dit effect met heel andere materialen (verf op steen, geen houtskool op papier) en op een zeer groot formaat. Bovendien weet hij zijn werk vaak op een originele manier in de beschikbare ruimte in te passen. Intussen is ROA’s werk dan ook geheel terecht over heel de wereld te vinden.

Op internet had ik al voorbeelden gezien van werken waarbij hij gebruikt maakt van bewegende onderdelen (bijvoorbeeld een poort) waardoor je als het ware het inwendige van een dier kunt zichtbaar maken. In Bristol heb ik eindelijk zelf zo’n voorbeeld kunnen fotograferen. Blijkbaar was ROA vorige maand in Bristol en liet hij er twee werken achter. Het eerste werk dat we zagen bevindt zich boven de ingang van de Royal West of England Academy (RWA) en maakt deel uit van hun huidige tentoonstelling “Unnatural natural history“: een dode vogel ligt bovenop een dood gordeldier. De kop van de vogel is op een paneel geschilderd dat kan draaien in de wind; aan de achterkant zie je dat de kop van de vogel is afgehakt en dan ligt er enkel de doodskop. Het tweede werk bevindt zich op een muur in Nelson Street. Deze vos was de eerste bijdrage voor “See No Evil” editie 2012; er staan nu stellingen voor omdat andere artiesten daar nu druk aan het werk zijn, waarover meer in mijn volgende blogpost. (Klik hier voor foto’s van tijdens het werk aan de vos en foto’s van net na de voltooiing. En dit is de korte bio van ROA op de website van See No Evil: niets dan lof.)

Bristol 2012.

Bristol 2012. Linksboven: werk van ROA boven de ingang van het RWA. Linksonder: als het centrale paneel gedraaid is, blijft er van de vogelskop enkel een doodskop over. Rechts: vos van ROA in de Nelson Street, onderdeel van het “See No Evil” festival.

Rond de ingang van het RWA staat er trouwens nog meer graffiti opgesteld: een werk van de Duitse graffiti-kunstenaar Case, een kakelvers werk van een Australische kunstenaar (gemaakt op 15 augustus; sorry, de naam weet ik niet) en “Impossible is possible” van Pure Evil.

Bristol 2012.

Bristol 2012. Linksboven: Case. Rechtsboven: vers werk van een Australische graffitikunstenaar. Onder: “Impossible is possible” van Pure Evil.

Aanvulling (17 augustus 2012):

de Australische kunstenaar is Reka One zo ontdekte ik via deze bron.

Glimmende stroken van chocolade & karamel

Twee weken geleden vroeg ik jullie om mee te raden naar wat er op deze foto stond:

Wat staat er op deze foto?

Rara, wat staat er op deze foto?

De lezers van Weetlogs kwamen voor de dag met sterk uiteenlopende gokken. Hier een klein overzicht van de reacties.

Groot of klein? Sommigen dachten dat de foto door een microscoop genomen was: een schilfertje roos tussen enkele haren, sterk uitvergroot (Hans van Hilst). Anderen zagen het groots en meenden dat ik met mijn helicopter op fotoreportage was gegaan in Azië: een bevuilde waterloop in China (Freddy Quireyns).

Anorganisch of organisch? Een harde kern zocht het bij de gesteenten: lavasteen (Dieter Vanackere), agaat waar een deel normaal gesteente doorheen loopt (Enya Vermeyen), of een dwarsdoorsnede van een mineraalsteen of geode (Samuel Piers). De meest specifieke gok in deze richting was: een doorsnede van red jaspis met in het midden aan ander soort mineraal of kristal (Jens Thyssen). De ruime meerderheid opteerde echter voor een organisch materiaal. Slechts twee mensen gokten op een dier: een rups (Raymond Van Assche) of een gekookte kreeft (Agnes Lauwers), terwijl de anderen het plantenrijk verkenden. De eerste gok ging uit naar een graan- of tarwekorrel (Rudi), maar er waren ook mensen die aan een ui (Pat Rache), of aan bamboe (Sebastiaan van Gelder) dachten.

Al snel kwamen ook bomen in het vizier en dan vooral de schors (Ritchie; Conny Wassink). Specifiekere gokken in deze richting waren: de schors van palmboom (Vera), berkenschors (Dominique Trachet) of berkachtige boom (Dieter Swiers), een roodbruine twijg van een Cornus alba (Gert Nauwelaerts), of een close-up van Betula albosinensis schors (Niels Deboodt). Ook andere vormen van hout kwamen aan bod: een gehavende viool of cello (Peter Wauters), hars van een stuk hout (Alfonsa Gabe-Neyens), een houten binnenwand van een huis, waar de tak van een boom doorgroeit (Maarten Valentin).

Rolletjes parmaham (zonder zoutkristallen).Het idee dat het schimmel zou kunnen zijn (Trui Cantaert), zorgde voor interessante combinaties: een stukje gebarsten paardenzadel met soort schimmel erop (Ginette De Veerman), of fungi groeiend op een mineraal substraat in een geode bestaande uit chalcedoon (Bas). Er werden nog andere combinaties van organische en anorganische componenten voorgesteld: chalcedooon met een fossiel erin (Sarina), of parmaham en zout (Inge De Poorter). Dit laatste was schitterend gevonden: dat ben ik eens met Gert Nauwelaerts, die tevens uitlegde waarom het toch niet kon kloppen: “de schaduw geeft aan dat er kleine uitstulpingen zijn (oa. het zwarte omgekeerd V’tje rechts). Tevens heeft het oppervlak een cilindervormige ronding als je het licht van de flits bekijkt.” De foto is weliswaar niet met flits gemaakt, maar de deductie dat het voorwerp cilindervormig moet zijn is inderdaad juist. Dit laat echter de mogelijk open dat het om een opgerold schijfje parmaham gaat.

Met dit overzicht heb ik jullie geduld genoeg op de proef gesteld; het is tijd voor de oplossing (na de vouw).

(meer…)

Nieuwsflits: Betoging in Oxford

Stakers betogen in Oxford.Mijn woorden, dat dit mijn laatste blogpost was vanop deze locatie, waren nog niet koud of ik kwam in een demonstratie terecht. Dat vraagt natuurlijk om een extra aflevering. :-)

Tijdens een weekend in Gent zag ik aan het Zuidpark (een bescheiden poging tot) Occupy Ghent en zelfs in Bristol hadden de Occupy-ers hun tenten opgeslagen – zo zag ik toen ik daar eerder deze maand passeerde. In Oxford had ik echter nog geen acties gezien (al schijnen die er wel geweest te zijn). Vanochtend stonden er  – eindelijk zou je haast zeggen – een vijftal studenten te demonstreren voor Examination Schools (waar ik op maandag les volgde: zie foto’s onderaan bij Thema 1 van mijn vorige post). Ze riepen iets (“Come out, the 1 percent“?) en zongen (op de melodie van ‘Mary had a little lamb‘):

Education is a right, is a right, is a right.
Education is a right, not a privilege.

Even verderop, bij een straathoek, stonden drie vrouwen met petjes op. Zij riepen of zongen niets, maar bliezen op fluitjes en zwaaiden met vlaggetjes. Ze deden dit heel serieus, alsof als ze maar hard genoeg zouden zwaaien alles goed zou komen met de wereld. (Het Vlaamse woord dat daarbij spontaan bij me opkwam was ‘amechtig‘.) Er stonden ook mensen, gewoon te staan, op plaatsen waar er normaal geen mensen staan. (Zie ook hier voor foto’s van stakersposten.) Helemaal verbaasd was ik hier niet over, want deze sticker met de stakingsaanzegging hing al weken op ooghoogte op mijn weg naar huis:

Aankondiging van de nationale staking.

Aankondiging van de nationale staking.

Er was mij verteld dat het onmogelijk zou zijn vandaag in of uit het land te raken omdat er ook op Heathrow gestaakt zou worden (maar dat lijkt mee te vallen) en dat de scholen vandaag zouden sluiten (dat gebeurde wel). Ook in de ziekenhuizen wordt de staking goed opgevolgd. Waar ik echter geen erg in had, was dat er een betoging door Oxford zou trekken. En toen zag ik dit (rond half drie vanmiddag):

Nationale staking in het Verenigd Koninkrijk op 30 november 2011.

Nationale staking in het Verenigd Koninkrijk op 30 november 2011: demonstratie in Oxford.

Ik heb er ook bewegend beeld van (gefilmd op High Street, tegenover Logic Lane):

Volgens dit bericht schatte de politie het aantal demonstranten op 3000. De BBC sprak blijkbaar met een andere agent, want zij melden een politieschatting van 4000. Om alles in goede banen te leiden waren er alleszins heel wat agenten opgedaagd, waaronder politie te paard:

Politie te paard begeleidde de demonstranten.

Politie te paard begeleidt de demonstranten in Oxford.

In Oxford zijn er twee universiteiten: de oude “Oxford University” (waar ik te gast ben) en de jongere “Oxford Brookes University“. Aan de vlaggen te zien deden er heel wat personeelsleden en studenten mee van die laatste universiteit. Voor zover ik gezien heb deed Oxford University niet mee; zijn zij misschien “the 1%”?! In elk geval is het zo dat Brookes een openbare instelling is, terwijl dit bij Oxford University minder duidelijk is.

De stakers protesteren tegen het verhogen van de pensioenleeftijd en voor een betere sociale zekerheid. Op de spandoeken las ik onder andere: “68 is too late” (uitspreken met het juiste Engelse accent en dan rijmt dat). Veel mensen hadden ook een bordje bij met daarop: “Honk if you support the strike.” Nu ja, buschauffeurs toeteren altijd als er mensen voor hun bus lopen, maar enkel vandaag werden ze daarbij op gejuich onthaald. Ik liep naast een bus en kon net de blik van de chauffeur opvangen. He was not amused. Maar ik wel. :-)

Over fractals, Engelse gotiek en een dwaaltuin

Het paleis van Blenheim is een voorbeeld van de Engelse Gotiek.Fractals zijn figuren waarvan de onderdelen op het geheel lijken. De takken van een boom lijken bijvoorbeeld op een verkleinde kopie van de volledige boom. Bij een wiskundige fractal blijf je steeds structuren vinden die op het geheel lijken, hoe ver je ook inzoemt. Daar houdt de gelijkenis met een boom op: een blad lijkt (vaak) wel op een miniatuurboompje (met het steeltje als stam en het blad zelf als kruin), maar als je verder inzoemt kom je bij cellen, moleculen en uiteindelijk atomen uit, die niet op bomen lijken. Dit belet niet dat het leuk is om in de natuur of in de stad op zoek te gaan naar fractalachtige planten en gebouwen.

Naast twee zich wild vertakkende bomen, heb ik in Oxford ook fractalachtige architectuur gevonden, met dank aan de Engelse gotiek. De foto linksboven is een zicht op All Souls College, gezien vanaf Queen’s Lane. (Dit is dus eigenlijk nog maar de achterkant van het gebouw!)

Het paleis van Blenheim is weliswaar ook een voorbeeld van de Engelse gotiek, maar ik heb er helaas geen overtuigende fractals in kunnen ontdekken. Het paleis staat in Woodstock (nabij Oxford) en werd in 1705 opgericht door Koningin Anna ter ere van John Churchill, beter bekend als de eerste Hertog van Marlborough. Deze hertog had het commando gevoerd in de Slag bij Blenheim en daar een overwinning behaald voor de Engelsen en hun alliantie. In de tuinen van het paleis ligt er tegenwoordig een mooi haagdoolhof: het Marlborough Maze. Een ‘maze‘ is echt een doolhof en geen labyrint, dus je kunt er wel degelijk in verdwalen. Een doolhof is géén fractal en gelukkig maar, want anders zou je er nooit uitgeraken!

Fractals in Oxford

Bovenaan links: de fractalachtige omtreklijn van de achtergevel van het All Souls College komt extra duidelijk uit bij tegenlicht. Bovenaan rechts en onderaan links: sommige bomen vertakken zich als wilde fractals, haast zonder zich iets aan te trekken van de zwaartekracht. Onderaan rechts: gelukkig was dit doolhof géén fractal.

De foto van het haagdoolhof (rechtsonder) is gemaakt vanop één van de twee bruggen, die ook dienst doen als uitkijkposten. Daarop kun je je route vrij efficiënt plannen. Natuurlijk zou je vooraf een satellietfoto van het doolhof kunnen opzoeken om daarop je weg uit te stippelen. Je kunt de route dan zelfs met een computerprogramma uitdokteren: met Mathematica bijvoorbeeld, of een ander programma dat overweg kan met grafen. Op een satellietfoto kun je echter moeilijk de bruggen van een gewoon pad onderscheiden, waardoor je oplossing in realiteit mogelijk niet zal werken.

Vóór het doolhof staat er een grondplan waar ik onderstaande foto van gemaakt heb; de hagen corresponderen met de groene lijnen op het plan. De andere kleuren helpen niet om je weg te vinden – in tegendeel – en dienen enkel om de figuur, die in het grondplan verwerkt zit, duidelijk te maken: een kanon met kogels, twee trompetten en een banier. (Deze heldhaftige symboliek verwijst natuurlijk weer naar de overwinning van de Hertog van Marlborough in de Slag bij Blenheim.) Op de foto heb ik de bruggen aangeduid met gele B’s. Op die posities kun je dus wel van boven naar onder lopen op de kaart, of van links naar rechts, maar niet ‘afslaan’.

Als je een satellietfoto hebt en weet waar de bruggen zijn, dan kun je inderdaad Mathematica gebruiken om de kortste route te vinden. Ik heb deze website maar achteraf gevonden, maar het lijkt goed overeen te komen met de route die we zelf gevolgd hebben. Deze oplossing is dus proefondervindelijk geverifieerd. ;-)

Marlborough Maze.

Foto van het grondplan voor het Marlborough-doolhof. De gele B’s geven de posities van de twee bruggen aan. Bij het gele sterretje staat er wel een groen lijntje, maar op de corresponderende plek in het doolhof is er daar toch een doorgang.

Als je in plaats van een satellietfoto bovenstaand grondplan zou gebruiken om je route vooraf te plannen, heb je alsnog een probleem: hierop staat er namelijk op een cruciale plek een barrière aangegeven, waar er in werkelijkheid geen haag staat; daar heb ik een geel sterretje toegevoegd op de foto. Met deze extra barrière erbij zou het doolhof geen oplossing te hebben.

Conclusie: in een doolhof moet je vooral gewoon zelf ronddwalen en dan maar hopen dat de ontwerper geen fan was fractals.

Aanvulling (24 november 2011):

Ik heb het grondplan op de foto nog eens goed vergeleken met een recente satellietfoto (via Google Maps) en er ontbreken nóg twee hagen. Tja, op die manier wordt het moeilijk om nog echt te verdwalen… Op de afbeelding hieronder heb ik de drie verschilpunten aangeduid met groene sterretjes. Ik vraag me af of er daar nooit haag heeft gestaan, of dat de haag op die plaats pas na verloop van tijd verwijderd is en waarom dan. Danny lanceerde de hypothese van een tuinman die het zat was om altijd om te moeten lopen. Ook lijkt het me leuk om een filmpje te zien van een haagdoolhof in de loop van de tijd: de haag wordt natuurlijk dikker en dunner in de loop van het jaar en lijkt te ‘ademen’, maar ook kan ik me zo voorstellen dat het oorspronkelijk ontwerp geleidelijk verloopt, doordat hoeken anders worden afgerond en dergelijke.

Marlborough Maze.

Satellietfoto van het Marlborough-doolhof: op de plaats van de groene sterretjes staat er geen haag, terwijl er daar wel een versperring wordt aangegeven op de plattegrond. De middelste haag zou weinig verschil maken, maar de twee andere zitten op cruciale plaatsen in het parcours. (Bron: Google Maps.)

En zo is jaren “Zoek de 8 fouten” spelen in de krant (op cartoons van Laplace) toch nog ergens goed voor gebleken. ;-)

Springen en vliegen met Mira mirO

Mira mirO: internationaal straattheaterfestival in Gent.Behalve veel volk waren er natuurlijk ook prachtige voorstellingen te zien op de Gentse Feesten. Door het mindere weer zijn mijn foto’s iets minder kleurrijk geworden dan de vorige jaren. Als compensatie laat ik jullie meegenieten van twee korte filmfragmenten van Mira mirO-voorstellingen.

Het eerste fragment komt uit de show It’s Boogie Time! van het Belgische viertal DDF. Zij doen aan Double Dutch, een soort rope skipping met twee touwen. Touwtjespringen voor gevorderden dus. Dit vermengen ze met streetdance, wat dan weer een mix is van hiphop en breakdance. Het was een heel energieke show op leuke muziek en met een knipoog. Bloedende knieën? Blijven lachen! Top amusement. (Hier kun je een video zien van een eerdere versie van hun show.)

Het tweede fragment is gemaakt in het Kuipke. Daar stond Aérosculpture met hun Aéroplume: een kruising tussen een ei en een zeppelin. Er is eerst een demonstratie geweest in openlucht, op de Sint-Baafssite, maar die heb ik helaas niet gezien. In het Kuipke mochten kinderen het zweeftuig zelf uitproberen. Dit leverde een vreemd, dromerig tafereel op in de voor de rest lege velodroom.

Zwevende en vliegende installaties zijn altijd publiekstrekkers op dit soort evenementen. Vorig jaar op een wetenschapsfestival in Londen was er een demonstratie met zelfsturende, zwevende robots, gevuld met helium. Het leken dolfijnen te zijn die boven onze hoofden door de lucht ‘zwommen’, maar volgens de wetenschappers die eraan werkten moesten het pinguïns voorstellen. Wonderlijk om te zien. Helaas had ik niet de tegenwoordigheid van geest om een filmpje te maken en op de foto’s lijkt het weinig meer dan een ballon uit aluminiumfolie. Gelukkig zijn er wel filmpjes van te vinden op internet van deze ‘Festo AeroPinguins’:

Van deze activiteiten van Mira mirO hebben we ook genoten:

  • Het Belgische viertal Collectif Malunés speelde Sens Dessus Dessous. Het was entertainend en spectaculair. Terecht wonnen ze hiermee de Grote Prijs Mira mirO.
  • Het Italiaans duo Piano C speelde …senza che???
  • En natuurlijk was er het vuurwerk aan de Watersportbaan. De Limburgse vuurwerkspecialisten Vangelabbeek zorgden voor het vuur en Gentse Waaslander Wouter Vandenabeele voor de muziek. Deze voorstelling heette De wereld is één stad: verschillende muziekstijlen verwezen naar de diverse nationaliteiten die in Gent vertegenwoordigd zijn.

Van het Puppetbuskersfestival hebben we dit jaar niet zo veel gezien, maar deze poëtische voorstelling hadden we vorig jaar al bijgewoond, toen niet op de Korenmarkt maar in de binnentuin in de Trommelstraat: